Middag

De duikers zijn terug, de lunch is achter de rug. We zijn hier met totaal zeven gasten. Een kwartiertje in het zwembad om af te koelen. De oren blijven droog. Sommigen wagen zich in de middagzon, zelf zoek ik een schaduwplekje. Er wordt wat gelezen, men sorteert foto’s en deelt de mooiste of meest bijzondere vondsten. De kolibrie heeft zich vandaag twee maal getoond. Weliswaar niet drinkend van een bloem, maar hij telt. Vanuit een hoge boom komt langzaam een hagedis naar beneden. Aan een rieten dak hangt een bijzondere dikke mot. De zwaluwen vliegen met hun blauwe buikjes laag over het zwembad en nemen een slokje onderweg. Dan verzamelen ze zich in een dode boom in de bosrand rond het resort. Allerlei vogelgeluiden, laten zien doen ze zich niet. Alleen wat kleine duifjes vliegen over. Dan verdwijnen plotseling ook de zwaluwen. Onze wereld is klein. Aan de ene kant het bos, dan nog een stukje zee. Boven ons twintig tinten blauwgrijs van de wolken die alvast de regen verzamelen voor de volgende bui. Alleen nog af en toe zachte stemmen van mensen die rondom aan het werk zijn. Op dit stukje van de wereld heerst even volmaakte vrede.

Tuin

Zojuist met Desiree, mede-eigenaar van dit resort, een rondje tuin gemaakt. Er staan hier tientallen soorten hibiscussen, enkele, dubbele, kleine, grote, met lange stampers en in allerlei kleuren. Twee soorten jasmijn, groot en klein, geven tropische geuren. De vier bonsaibomen zijn een hobby van een van de onderhoudsmedewerkers. Er staan speciale kokospalmen en alles tiert welig. Vlinders fladderen onrustig rond, af en toe een mooie sprinkhaan, naast de alom aanwezige muskieten en  een enkele spin. Bij het rondlopen zag ik iets blauws wegflitsen: ijsvogeltjes zitten hier, en ook papegaai-achtigen. Die zijn zo vlug dat men niet precies heeft kunnen vaststellen wat voor soort. Maar ook vleermuizen, klein en groot, genieten van de vruchten in de tuin, zoals de amandelen die nu dan ook nergens meer te bekennen zijn; Ze eten het zachte groene schilletje. Maar ook: kolibries (tromgeroffel). Wie mij goed kent weet: die zag ik nog nooit maar staan op hetzelfde lijstje waar het Denise zeepaardje en de zeeslang op stonden. Dus wie weet. Ik ga hier vandaag gewoon heel stil op mijn terrasje zitten, wellicht kom ik ze tegen.

Avond

Zoals een nachtduik nieuwe in- en uizichten geeft, zo is een rit bij avond in de tropen ook een mooie ervaring. De huizen zijn nu van binnen verlicht en bieden een inkijkje. De ergste schande is bedekt, het licht verzacht en maakt mooier. Mensen zitten voor hun huis wat te praten, of ze kijken binnen TV op grote schermen, als bij ons. De eethuisjes doen goede zaken. Bohol lijkt me wat landelijker en wat ruimer, er is meer plek langs de weg voor mens en dier. Vijf keer komen we een kleine processie tegen. Kinderen dragen kaarsen in speciale houders, mannen hebben een beeld op de schouders, of een schilderij. Alles van Maria. Volgens de chauffeur is oktober de rozenkransmaand, vandaar de heilige maagd die meegevoerd wordt in de processies. Als je goed oplet zie je het kerkje dat op de groep wacht al helverlicht klaar staan en we passeren er velen waar iedereen inmiddels al gearriveerd is. De kerken hebben een achterwand en open voor- en zijgevels, afgezet met siersmeedwerk. Ze bieden een goede blik op het altaar op zo’n avond met al dat licht. De mensen hebben er duidelijk plezier in. Na een toch lange rit kom ik rond acht uur aan bij Magic Ocean. Een steile weg naar beneden en iedereen staat al vriendelijk en vrolijk op me te wachten. Ik kan na even opfrissen zo door naar het diner. Daar twee bekenden van het vorige resort die mij voorgingen, naast vier nieuwe duikers. Dit resort is nieuw en er zijn duidelijk verbeteringen aangebracht na de ervaringen met Magic Island. Het is net wat ruimer, handiger en iets eigentijdser. Maar het is net zo mooi ingericht buiten qua tuin. Ik zag zelfs bonsaibomen. Morgen weer verkennen, aan duiken kom ik voorlopig even niet toe. Maar daar heeft u voordeel van, oplettend lezertje, de wifi is hier goed, dus tijd om heel veel blogjes op te laden. Lees ze!

Oortjes

Als je in het buitenland beroofd wordt krijg je de kans het politie systeem van dichtbij mee te maken. Heb je last van je oren dan krijg je het ziekenhuis van binnen te zien. In mijn geval het Holy Name University Medical Centre, de rookvrije campus van de universiteit zit er pal naast. Ik vul wat formulieren in, (ook mijn geloof willen ze hier weten) en we gaan naar een ruimte om te wachten. Niet de EHBO, want er gebeurt van alles, vooral ook veel wachten. Men verontschuldigt zich: de arts die mij zal bekijken is bezig met reanimatie op de IC. Excuses voor het ongemak. Regelmatig gaat men nog even controleren: ja, er wordt nog volop gereanimeerd, sorry. En ze kunnen haar niet dwingen mij te zien. Ik probeer ze te verzekeren dat reanimatie toch echt ook bij mij boven mijn oorpijn gaat, maar gerust zijn ze er niet op. Om vijf uur gaat de afdeling waar ik zit dicht en verkassen we naar de niet gekoelde hal. Het is overal rustig en schoon en goed bewegwijzerd. Er hangt nog een US-AID bordje met wat te doen bij H1N1 griep. Uiteindelijk kunnen we door naar de ER. Alle bedden zijn bezet, met jongere en oudere patiënten. Een jonge vrouwelijk arts, zonder jas of badge, komt binnen, en ik mag op het tuinstoeltje aan het eind van de zaal tegenover haar gaan zitten. Ze heeft net zo’n stoetje maar die van haar heeft een sticker : gereserveerd voor artsen. Met haar Iphone kijkt ze in mijn nog open oor en vraagt of ik recent gezwommen heb. Ik kan het niet ontkennen. Ik krijg orale antibiotica, een pijnstiller die ook nog helpt met het slinken en verder mag ik tussendoor nog paracetamol gebruiken. Ze rekent keurig voor me uit op welke tijden ik de pillen moet slikken en hoe, en met het recept kunnen we vertrekken. Eerst naar de apotheek van het ziekenhuis, daarna naar een apotheek daarbuiten om dat wat nog ontbreekt aan te schaffen. Bij het weggaan zie ik een van de grondlegers van het ziekenhuis, die met een borstbeeld geëerd wordt als een van de eersten die in China ofwel zijn medische kennis dan wel het ware geloof heeft gebracht. Zijn naam: Fernandez Metz. En laat mijn grootmoeder nu ook een Metz zijn geweest.

Ferry

Wat de hele week al gekriebel was geweest en na de walvishaaien kaakpijn leek, blijkt een fikse buitenoorontsteking te zijn. Pijnlijk en je wordt er doof van. Duiken kan wel, want klaren gaat ook, maar echt goed doet het niet. We begonnen met druppels en ik voerde de pijnstillers op. Tot ik ’s nachts wakker werd van de pijn. De dag van vertrek naar het volgende resort dus nog maar even overleg. Aan de overkant van de veerpont zou er een arts voor mij gezocht worden. We vertrokken dus ruim op tijd maar ondanks die inzet miste ik de boot op het nippertje. Na de dikke file voor Cebu net een keer te vaak moeten wachten op een onhandige manoeuvre of iemand die geen haast heeft. En dan is het lastig uitvinden wat er nu moet gebeuren als je oren het niet goed doen (oor twee heeft zich inmiddels ook gemeld).

Maar uiteindelijk is het gelukt, ik zit op een veerboot later, business class. Mijn koffers zag ik op het achterdek staan, dus ook zij hebben het gehaald. Uitzicht op een groot scherm dat een film laat zien. Wat er gezegd wordt: geen idee. In de vertrekhal een halloween-opstelling, een blindenorkestje met collectebus en masseurs, te herkennen aan witte jas en mondkapje, die mensen nog even de rug en nek verwennen voor vertrek. De hemel is bedekt, onderweg heeft het gegoten van de regen en er zal nog wel een buitje vallen vermoed ik. Maar we zijn onderweg, de haven trekt aan mij voorbij. Ik zal blij zijn die dokter te zien.

 

Verkeer

Hier op Cebu is het verkeer dat je ziet voornamelijk vrachtauto’s, busjes, brommers en tuk-tuks. Buiten de grote stad nauwelijks normale personenauto’s, en dan is het ten minste een SUV. Kinderen zitten vrolijk los op de tank van de brommer, of het zijspan van driewiel-taxi. Voor brommer en auto is een rijbewijs nodig, beiden vanaf 18 jaar. Maar daar houdt niet iedereen zich aan natuurlijk, dus af en toe schiet er iemand naar links die beter rechts had kunnen houden. Rechts in halen is naar het zich laat aanzien niet verboden, of iedereen is vrolijk in overtreding. De doorgaande weg langs de kust heeft maar smalle stroken naast de weg voor eventuele voetgangers, daar zit men ook nog vaak een bedrijfje te runnen. Dat er niet meer dode honden langs de weg liggen dan de ene die ik zag, hangt vast samen met de vriendelijke aard van de lokale bevolking, die zich niet zo gauw druk maken over vreemd rijgedrag. Naast de weg een rommeltje aan bebouwing, heel veel kleinere en grotere bedrijfjes. Af en toe een grote katholieke kerk, vaak een kleinere of een kapelletje en regelmatig een protestante denominatie. Als er wat te vieren is hangen er vlaggetjes over en langs de weg en er is hier vaak wat te vieren. Hele stukken straat waar het zelfde verkocht wordt: kaarsen bijvoorbeeld, of cement. Ergens is het veemarkt, het is er extra druk met voetgangers. Iemand voert een varken aan een touw mee, of een paar geiten. Veel kippen zien de wereld op zijn kop vanaf een brommerstuur. Op een grote bouwsite staan heel wat mannen rond te staan, wie er precies wat doet is niet helemaal duidelijk, aan de staat van het gebouw is ook lastig te zien of het gebouwd of afgebroken wordt. Vermoedelijk wordt het afgebouwd voor een nieuwe eigenaar en moet er wat veranderd worden aan de plannen. De scholen, de enige gebouwen die ruimte hebben tussen de voorgevel en de straat, zijn dicht: herfstvakantie tot november.

Be careful what you wish for

Be careful what you wish for

De walvishaaien, oplettend lezertje. Het is een dure dagtrip met alles er op en er aan. En ik had hem niet moeten doen. Walvishaaien zijn zo ongeveer de heilige graal van het duiken, iedereen wil ze tegenkomen. Een keer eerder was dat geluk me overkomen, tijdens een live-aboard in de Maldiven. Maar het circus waar ik nu in terecht kwam paste mij eindelijk niet zo goed. De walvishaaien past het uitstekend. Iedere dag tussen acht en twaalf wordt ze vanaf eenpersoons prauwen krill gevoerd. Ze komen er graag voor langs. De makrelen en trevallies eten een hapje mee. De duikers hangen er onder en de snorkelaar, wild watertrappelend sommigen, er naast en er tussen. Officieel zijn er strakke regels: geen crème of zonnebrand op voor je het water in gaat die dag, geen flits op de camera, alles wat herrie kan maken of kan steken mag niet mee. Niet dat er iemand op controleert overigens, maar we hadden ons er aan gehouden. Door het opwaaiende zand onder de plek en het vele voer en gedoe is het water niet helder. Dus je moet goed opletten om de majestueuze beesten te zien aankomen. Ze zijn te groot om van dichtbij in een keer op de foto te zetten. De kleintjes zijn al gauw vijf meter, de meesten het dubbele. De grootste vissen in de zee, met prachtige haaienstaarten en kleine oogjes. En een brede bek als een walvis. Aan de pracht van de beesten doet zo’n dag niets af, maar ik weet voortaan dat ik bij dit soort zaken weg moet blijven.

Terug bij het resort deed mijn rechter kaakgewricht pijn. ’s Avonds, nu het toch circusdag was, nog een keer naar de mandarijnvissen, met twee duikers en de gids, en een blacklight lamp voor het fluorescerende effect op de rest van de duik. De koralen gloeiden prachtig op, maar beesten die hetzelfde deden vonden we niet. Geen nood, tien meter voor de ingang was er de ontmoeting met een op zijn gemak jagende zeeslang. Minutenlang kon ik hem gadeslaan zonder dat hij zich van mij iets aantrok. Lijstje compleet.

Sukkel 3

De tijd vliegt, al vier dagen en veertien duiken achter de rug. Ze zijn stuk voor stuk prachtig, in laag tempo met veel tijd om te zoeken en te vinden en lange tijd op de ondieptes. We rekken de tijd maximaal op, door onze lucht zijn we nooit, dus de 75 minuten halen we vaak hier. Op de nachtduik zonder begeleiding gisteravond hielden we het anderhalf uur vol. Alles is prachtig, al is weinig nieuw. Dus ben ik zeer gebrand op twee beesten die ik nog niet zag: de zeeslang die iedereen al tegenkwam behalve ik, en het lokale zeepaardje. Ergens voor de deur op 25 meter zouden er twee zitten. Vanmiddag was het zo ver. Snel lunchen na de ochtendduiken, snel naar de kamer om de inmiddels hopelijk weer opgeladen lamp mee te nemen, snel een nieuwe batterij in de camera.

Met een buddy en de gids daalden we af. Er was een klein groepje duikers op 25 meter actief en inderdaad: daar woonden de paardjes. Ze zijn schattig, oplettend lezertje, en wel een halve centimeter groot. Oranje met lichte plekjes op hun lijf, zodat ze sprekend lijken op de gorgoon waar ze wonen, de ene links boven, de ander rechtsonder. Buddy John heeft de grotere camera, dus hij mocht eerst. Na aan aantal shots mocht ik het ook proberen, maar de camera wilde niet in beweging komen. Gelukkig deed mijn lamp het wel, dus terwijl John probeerde het kleine spul in beeld en scherp te krijgen, keek ik met mijn headtopcamera. Ze kronkelden zich om steeltjes, ze zaten op hun staart en ze zwommen af en toe een stukje. Volgens mij worden die beestjes gek van alle toeristen die regelmatig voor hun huis zitten, met een hoop lawaai, getik, geflits en andere stoornis. Air B&B is er niks bij, rolkoffertjes vallen in het niet. Maar het moet gezegd: zonder camera heb je tijd om te kijken en de wetenschap dat je niet terug kunt vallen op een foto maakt dat je scherp oplet. Daarna nog het gebruikelijke spul met ook nog af en toe een slak, wat groupers die niemand zag omdat ze onder ons langs gingen, veel schelpjes en een flink aantal rustende schilpadden die graag op zandige richels liggen met een boogje boven het hoofd. Eenmaal op de vlakte aangekomen wees de gids nog een maal richting de trap van het duikcentrum en vertrok. Hij kent inmiddels zijn pappenheimers. Dus weer een flink lange duik deze middag. Komt mooi uit want vanavond is er geen.

Aan tafel had iedereen het verhaal van de niet werkende camera al gehoord en de oorzaak: batterij verkeerd om. Dat kan eigenlijk niet, maar dat is me toch gelukt. En ja, dan moet je die schattige paardjes dus goed onthouden. Maar zoals de duikleidster zei: je weet nu waar ze zijn.

Rust

Vanmorgen om drie uur al wakker, en om zes uur er maar uit. De zon was al over de bergen heen. Tijd om een verkenningsrondje in alle rust en stilte te maken. Het hokje van de bewaker is bemand, hij zwaait mij vrolijk toe, telefoon aan het oor. De poort is op slot, twee blauwe ijzeren dolfijnen houden vreemdelingen buiten. Achter een huisje het opschrift ‘no parking’, kennelijk alleen bedoeld voor scootertjes, iets meer zou er niet passen. De plek waar de tuinman zijn zaailingen vertroetelt. De watertoren en de toren er naast, die mij uitzicht geeft over het omringende gebied. Het woongebouw met de vele slippertjes voor de deur en de keuken nog rustig, met de lege waterflessen in gelid. De plek waar de reserveriggers voor de prauwen liggen, al witgeschilderd voor het geval. Links naast mij staat een man zich in de zee te wassen, iets verderop een visser in zijn kleine prauw. Het zwembad ligt er roerloos bij., wachtend op de vier jongetjes die hier zijn en er dankbaar gebruik van maken. De vogels kwetteren er op los, op de achtergrond een palmduif of drie. Alle frangipanis open. De balkonnetjes verlaten, alleen de bikini of de handdoek hangt te drogen. Het huisje naast mij is niet bewoond, de matrassen staan op het balkon te luchten, de sleutel steekt in de deur. Het is hier in Magic Island prachtig onderhouden. Er zijn terrassen tegen de rotsen gebouwd dus overal trappetjes en plateaus. En alles wat niet betegeld of bebouwd is, is beplant. Een paar grote kokospalmen en verder alles wat we kennen van de tropen. Bougainville, frangipani, plumbago, hibiscus en al het ander waar ik de naam niet van ken. Het wordt dagelijks verzorgd en overal staan nog extra potten, op loze ruimtes tussen huisjes naast de gezamenlijke ruimtes als bar en restaurant. Aan de waterkant, boven het duikstation, het huisje met de massagestoelen, de terrassen voor de romantische kaarslichtdiners voor twee, de douche en de bbq en twee overdekte uitzichtplekken met ronde banken. Een voor mijn huisje, dat aan de rand en aan het water ligt, een perfecte plek. De zon komt nu bijna over de daken en zal binnen minuten beginnen mijn huisje weer tot grote hoogte op te warmen. De stemmen van vissers op het water met elkaar in gesprek. Het zal niet lang duren voordat ook de ander gasten zich laten zien, ontbijt is hier, afhankelijk van het dagprogramma dat men heeft, al vanaf half zeven.

 

Camera’s en zo

Ik heb een kleine, compacte en goede onderwatercamera. Waterdicht tot 10 meter wat goed uitkomt als je je o-ring niet tijdig hebt vervangen en je behuizing lekt. Maar de externe flitser die ik er later bij kocht is ten eerste overleden en ook toen hij het wel deed waren er problemen met een blijvende verbinding. Te universeel kennelijk voor mijn model. Al een paar jaar maak ik mijzelf wijs dat een echte camera onderwater aan mij niet besteed is. Te veel werk, te duur, te moeilijk, te groot en te zwaar en het leidt maar af van het duiken. Nu duiken er hier twee met een mooi compact model volwaardige camera, met passende flitsers inclusief rood licht en alles er op en er aan. En ook nog weinig knoppen. Vandaag even een gebruikt om iemand te portretteren in een vliegtuigwrakje. Handig ding en niet zwaar om mee te werken. Dus toen ik vanavond aan tafel vertelde dat mijn flitser definitief de geest had gegeven was het eerste commentaar: mooie gelegenheid een nieuwe camera te kopen. Zo’n camera kost zo veel als een duikreis, oplettend lezertje. Je moet er weken voor werken om hem verdiend te hebben in mijn geval, en dat is dan zonder dat je gegeten hebt of de huur betaald (of belasting). Maar het wordt steeds aantrekkelijker. Zal ik het doen, zal ik het laten? Wat is wijsheid, en trouwens, sinds wanneer beslissen we over dit soort zaken met wijsheid? Voor de mooie foto’s is er het internet. Maar ja, dat zijn niet jouw vissen, dat zijn de vissen van iemand anders. Iedere foto die ik heb, en het zijn er inmiddels duizenden, geeft de ontmoeting weer van mij met de onderwaterwereld en roept gelijk de hele vakante op. Dat kan dus ook heel goed met zo’n compacte camera, desnoods met een nieuwe flitser die ook onder de tweehonderd euro blijft. Eens zien hoe lang ik mezelf nog mijn verstand kan laten gebruiken.