Wat een ellendig leven heb ik toch, oplettend lezertje. De donderdag dineer je in Irak in een compound. De vrijdag dineer je bij zonsondergang aan de Dode Zee in Jordanië en als het een beetje meezit eet ik morgenavond thuis in Den Helder. Met 24 uur oponthoud in Amman dacht ik er maar het beste van te maken, dus in het hotel om advies gevraagd. Een tochtje naar de Dode Zee werd me aanbevolen. Water! Dat leek me wel wat na drie maanden woestijnhitte. Dus uit de reiskleren die konvooivaardig waren, zomers kleedje aan en weg. Met een chauffeur die in de tijd dat het nog echt gevaarlijk was in Irak tolk was voor de US Marines. Zijn accent was er naar. Omdat het zo onvoorbereid was, had ik natuurlijk nauwelijks in de gaten wat me te wachten stond maar Nader wist dat gelukkig heel goed. Jericho zien liggen, de berg Nebo waar Mozes het beloofde land zag, Jeruzalem aan de overkant. En uiteindelijk waren we dan vanuit de heuvels op zeeniveau. En, vreemd genoeg als je het meemaakt, daarna flink de heuvels af, zo’n 400 meter, naar de diepste plek op aarde (oceanen uitgezonderd). Een vreemde ervaring, die dode zee, ik drijf al bijna in de badkuip, dus hier kon ik mezelf nauwelijks zo houden als ik wilde. Als ik rechtop in het water stond , wat gezien de warmte van de toplaag wat koeler was, dan stond ik als een dobbertje tot borsthoogte. Probeer dat eens in het zwembad, dan sta je tot je neusgaten ongeveer. Daarna nog even een modderbad, dus ik heb nu een zijdezacht velletje. In de schaduw en de wind liggen luisteren naar het geluid van de golfjes op het strand. Dat was lang geleden. Daarna nog een uurtje in het zwembad. Volgens mij kon je me uit zien zetten als een spons. Met Nader de vasten gebroken, een Jordaanse maaltijd met lamsvlees en heerlijke toetjes gegeten en op de terugweg naar het hotel (lichtjes van Jeruzalem en Jericho dit keer) nog even naar een beroemde souvenirwinkel. Je vrienden moeten er immers ook iets van over houden. Levensgevaarlijk terrein als je drie maanden in een land hebt gezeten waar winkelen niet aan de orde was. Heb me enigszins in kunnen houden. Ja, niet helemaal natuurlijk. Geen idee hoe ik morgen de koffer dicht krijg, ik heb voor de dadels al overgewicht moeten betalen in Irak, dat wordt morgen wat. Tot overmaat van ramp brak de porter de handgreep van mijn Samsonite, ik dacht dat dat niet kon. Dus in de week thuis ook nog een nieuwe koffer aanschaffen. En hij was pas 20 jaar oud of zo.
En nu ben ik gevloerd, van het reizen, van het drijven en van het zwemmen. Maar wat een ervaring om weer in het zonnetje buiten te kunnen zitten, het was hier maar 40 graden!
Ik sta hier niet in het water, ik drijf hier in het water als een dobbertje!