Tasje

Gezond

Bij binnenkomst in de lokale drogisterij, op zoek naar gedroogde abrikozen, stuit ik links van de ingang op een display met alles wat een mens gezond kan maken:
voedingssupplementen in soorten en maten, voor mannen en vrouwen in alle leeftijden; rijstcrackers, zakken vol gedroogde cranberry’s, desemkoekjes; lijnzaad in zakken van een pond; kokosschilfers, biomoerbeien, amandelmeel. Het wordt aangeprezen door een bedrijf dat (ook op de site van de drogist) ons gezonde voeding voor een bewuste levensstijl aanbiedt.
Geen idee of dat allemaal ook effect heeft, maar die abrikozen (die voor een lage bloeddruk schijnen te kunnen zorgen) zijn heerlijk en bij de laatste controle was mijn onderdruk 80. Met mijn zakjes abrikozen en, vooruit, een zak cranberry’s (ook heerlijk op de salade) loop ik naar de kassa, waar op dat moment een echtpaar drie artikelen afrekent. Er ontspint zich een gesprek over de beschikbaarheid van een plastic tasje, of eventueel een papieren zakje. Die tasjes zijn, zoals u weet, al een tijdje niet meer gratis beschikbaar. De dames achter de kassa vertellen de klant dat een groter tasje dus 10 cent kost en het hele kleine tasje (wat echt nergens meer goed voor is als je thuis bent) 1 cent, en dat dat via de kassa aangeslagen moet worden. Te veel gedoe, vindt de klant. Het meisje achter de kassa kijkt mij aan en zegt met haar vriendelijkste glimlach: ja, wij vinden het ook heel erg, maar het moet.
En ondanks het prachtige weer en mijn lage bloeddruk ontvalt mij, veel onvriendelijker dan nodig: dat is helemaal niet erg, dat heeft zin en het werkt. We moeten gewoon een boodschappentas meenemen.
U kunt zich het daaropvolgende gesprek wel voorstellen. Volgens de ene helft van het gezelschap zijn er wel ergere dingen op de wereld dan een plastic zakje: laten ‘ze’ zich daar maar eens druk over maken, de plastic soep zal wel meevallen, en het is allemaal niet ‘onze’ schuld.
Dat laatste is juist, bevestig ik, maar we kunnen hier wel met elkaar makkelijk wat aan doen.
Ik vrees dat mijn argumenten de klanten voor mij niet zullen overhalen voortaan geen plastic zakje te willen.
Wat mij meer stoort, is dat een ondernemer, door die tasjes voor een belachelijk laag en symbolisch bedrag aan te bieden de mazen van de wet op zoekt, en daar doorheen wil glippen, als een kabeljauw met een maag vol restplastic.
Zo’n display bij de ingang met gezonde voeding voor een bewuste levensstijl wordt daarmee ontmaskerd voor wat het is: geldklopperij, holle frasen, handel.

Foto

Ik hoef het beeld hier niet te delen, het zit al in uw hoofd. Het zit al in mijn hoofd.
Een jongetje van vijf, in shock, zwijgend, maar ook even nieuwsgierig naar de kleurige, schone omgeving waar hij in terecht is gekomen. Tot hij zijn hoofd aanraakt en naar zijn hand kijkt, en niet weet wat hij moet doen met dat bebloede handje.
Hij boft, Omran, al zijn broertjes en zusjes, zijn vader en zijn moeder zijn er nog. Het huis is weg maar hij is niet zwaar gewond.
Hoe zal hij zich deze periode, het hele begin van zijn leven, herinneren? Hoeveel kansen heeft hij om een stabiele, zelfverzekerde, probleemloze volwassene te worden? Hoeveel kans dat hij het haalt, het einde van de oorlog?

En als hij dan over een jaar of tien kiest voor een gewapende weg, zien we dan alleen een Jihadist? Een Assad-Aanhanger? Een extreme moslim?

Haat kweekt haat.