Amerika onder Trump 2, 4 januari 2017

Er waren er nogal wat die na de verkiezing van Trump opriepen tot kalmte (altijd goed). Er waren er nogal wat die schreven, vertelden, meenden, dat Trump nooit de kans zou krijgen op zijn ergst te zijn. Hij zou door het systeem, zijn omgeving, de andere Republikeinen wel onder controle gehouden worden, het zou allemaal wel meevallen, het zou zo’n vaart niet lopen. Tot nog toe zie ik van al die redelijkheid niets. Trump omringt zich met allerlei figuren met nogal uitgesproken, om niet te zeggen rabiate meningen. Hij plaats mensen op posten waarvan je kunt verwachten dat ze als een stier door de porseleinkast gaan. Hij benoemt een ex-kandidaat als minister van huisvesting, die zichzelf niet slim genoeg vond om minister van onderwijs te zijn. Hij benoemt een creationist op onderwijs, die vindt dat in al het (ook openbare) onderwijs het creationisme onderwezen dient te worden. De mannen van Wall Street, Goldman Sachs voorop, het establishment waar hij zo op af gaf: ze zijn ruim vertegenwoordigd. Al zijn adviseurs zijn als hij, en soms erger. Daarvan valt geen redelijkheid te verwachten. Hoogstens kunnen ze het grondig met elkaar oneens zijn, dat kan helpen.
Goed, maar dan congres en senaat: die zullen toch wel hun verstand er bij houden? Een enkeling ja, met John McCain voorop.
De rest gaat al kwispelend het baasje voor; in hun ijver zijn ideeën te lezen uit zijn tweets, wilden ze de Ethische Commissie afschaffen. Door Trump eerder veroordeeld als overbodige onzin. Maar zo dom is hij niet dat hij niet inziet dat dat toch een slechte indruk kan wekken. Dus even een hondenfluitje, en de hondjes kwispelen weer terug en slikken het voorstel in. Het beeld van His Masters Voice komt in mij op. Het hondje luistert zoet naar de stem uit de hoorn en blijft braaf zitten waar het zit.
Er zijn heel wat groepen in de VS die het ergste verwachten en zich opmaken voor een moeilijke periode. Mensen die zich opmaken voor de strijd, mensen die vragen om redelijkheid en zich uiten. En wee degene die daarmee een publiek bereikt: zij worden direct afgeserveerd als nietsnutten, irrelevante domkoppen, jaloerse aanhangers van de verliezende partij. Zelfs als zijn naam niet genoemd wordt, voelt hij zich nog (terecht) aangesproken. Zoals blijkt na de speech van Meryl Streep.
Maar laten we het beestje toch vooral bij de naam blijven noemen. De man heet Trump, Donald Trump. Niet the Donald, niet ‘he who’s name must not be mentioned’. Gewoon de man die hij is.
Om maar een Harry Poter wijsheid weer te citeren: ‘Always use the proper name for things. Fear of the name increases fear of the thing itself.’ Dat had Rowling goed gezien.