Gedichten

Rendez-Vous

Er wordt nog altijd over je gesproken

Terwijl je langzaam een wordt met de grond,

En onze liefde gaat van mond tot mond

Want wat ons bond is door geen dood verbroken

Wij waren zo betrokken op elkaar,

Dat lijf en ziel elkaar blijven bestoken.

Maar lief, kom soms een beetje bij me spoken,

Wij zijn nog lang niet met elkander klaar.

  Jean Piere Rawie

∞∞∞

Je ogen zijn leuker dan andere ogen

het lijken wel vogels

duiven of zo

je wimpers de vleugels

die even bewegen

je vliegt bij me binnen

als ik naar je kijk

en jij kijkt naar mij tegelijk.

Judith Herzberg

∞∞∞

 

Voor de verre prinses

Wij komen nooit meer saam:

De wereld drong zich tusschenbeide.

Soms staan wij beiden ’s nachts aan ’t raam,

Maar andere sterren zien we in andre tijden.

Uw land is zoo ver van mijn land verwijderd:

Van licht tot verste duisternis – dat ik

Op vleuglen van verlangen rustloos reizend,

U zou begroeten met mijn stervenssnik.

Maar als het waar is dat door groote droomen

Het zwaarst verlangen over wordt gebracht

Tot op de verste ster: dan zal ik komen,

Dan zal ik komen, iederen nacht.

J.J. Slauerhoff

∞∞∞

If there is any substitue for love, it’s memory.

To memorize then, is to restore intimacy.

Joseph Brodsky
∞∞∞

…to have been loved so deeply,

even though the person who loved us is gone,

will give us some protection for ever.

It is in your very skin.

J.K. Rowling

     Harry Potter and the   

  Philosophers Stone

∞∞∞

Aminde

Zeevrouwenlied uit Thurean

Wotte wöve dir, aminde,

 Je dronke se von wassevil.

 Je wappere se jenne sjan lotte,

 Wen trockesin döre de luffe veshna,

veshna min.

Sokke dir aminde.

Wotte wöve dir, aminde,

 De haffe haffe grün.

 Nadir se taste de sinne sötte,

 Den je sjinne, wih, sonne sötte,

 Dog wassere sjinne.

Wotte wöve dir, aminde,

 Larre je natte vöre.

 Wimpele te leie te leie wimpele,

 Dan dir ora jene grinde,

 Alls töne splankeline lotte minne.

Caja van der Werff

(vertaling)

Deze woorden waaien voor jou, mijn lief.

Ik drink ze uit de oceaan.

Ik wapper ze, die mooie letters

Tot ze zongedroogd deinen op een zuchtje adem,

Mijn adem,

Op zoek naar jou.

Deze woorden waaien voor jou, mijn lief.

Van haven naar haven naar land.

Alleen jij zal ze proeven als zoete zinnen.

Dan zal ik je kennen, o, zoete zonde,

Zoals zeeën kennen.

Deze woorden waaien voor jou, mijn lief.

Al zolang ik de wateren beroer.

Wiegen en wachten en wiegend wachtend,

Tot op een grauwe dag als deze,

Al is het maar één schitterende letter mij bereikt.

∞∞∞

Notitie

Leven is de enige manier

om met bladeren begroeid te raken,

op het zand naar adem te happen,

op vleugels proberen op te vliegen;

om hond te zijn

of hem over zijn gladde vacht te aaien;

om pijn te onderscheiden

van alles wat geen pijn is;

om zich in gebeurtenissen te bevinden,

zich in een uitzicht te verbergen,

naar de kleinst mogelijke vergissing te speuren.

Een uitzonderlijke kans

om je even te herinneren

waarover werd gesproken

toen de lamp niet brandde

en om ten minste eenmaal

over een steen te struikelen,

in een of andere regen nat te worden,

je sleutels kwijt te raken in het gras;

en een vonkje in de wind na te kijken;

en zonder ophouden iets belangrijksniet te weten.

Wislawa Szymborska

           vertaling: Gerard Rasch

Met dank aan Margreet Kouwenhoven

∞∞∞

Als ik van ons het eerste sterf,

Laat verdriet dan niet lang je hemel verduisteren.

Wees onvervaard, maar bescheiden in je verdriet.

Het is een verandering, maar geen afscheid.

Want net zoals de dood een deel is van het leven

Leven de doden eeuwig voort in de levenden.

En alle opgestapelde rijkdommen van onze reis,

De momenten samen, de onderzochte geheimen,

De gestaag groeiende lagen van intimiteit,

De dingen waardoor we lachten of huilden of zongen,

De vreugde over de zon op de sneeuw of de eerste tekenen van lente,

De woordeloze taal van blik en aanraking,

Het weten,

Ieder geven en ieder nemen,

Het zijn geen bloemen die verwelken,

Geen bomen die vallen en verkruimelen,

En ook zijn het geen stenen

Want zelfs steen weerstaat de wind en de regen niet

En machtige bergtoppen veranderen mettertijd in zand.

Wat we waren, zijn we.

Wat we hadden, hebben we.

Een gedeeld verleden, onherroepelijk aanwezig.

Dus als je loopt in de wouden waar wij ooit samen liepen

En tevergeefs de vlekkerige oever afzoekt naar mijn schaduw,

Of blijft staan waar we altijd stonden, op de heuvel over het land uitkijkend

En als je dan iets ziet en uit gewoonte naar mijn hand tast

En hem niet vindt en voelt hoe het verdriet je bekruipt,

Wees dan stil.Sluit je ogen.

Adem.

Luister naar mijn voetstappen in je hart.

Ik ben niet weg, maar ben gewoon in je.

Nicholas Evans

Met dank aan Wiltrude Turnhout

∞∞∞

Zee

Trage deining

Jadegroen tot blauw

Lucht en water een geheel

Dan voortgeraasd door blinde storm

Dagen van geweld

Scheepsromp beklimt bergen

Draait en schudt als gewonde walvis

Grijsgroen spat de wolken in

Van groen tot jadegroen

Jadeblauw

Golven schuren zich

Traag niets meer te doen

Miljoenen jaren na de mens zal het zo gaan

Tot de zon is opgebrand

Nacht en ijs

Jon Hoffman

∞∞∞

steeds weer jij…..

uit de stoffigste hoeken…

achter alle levensverhalen vandaan…

uit de diepste lagen van mij ziel….

uit de gesloten kamers van mijn hart…

telkens kom je terug…

vanachter opgehoopte jaren…

vanuit vervlogen herinneringen…

door iemand…een beeld…of een geluid…

altijd door die kleine dingen…

telkens kom je terug…

dwars door mijn gevoelens…

soms plaats voor het verleden…

je beheerste niet alleen toen…

je beheerst ook nog mijn heden…

want…
telkens kom je terug…

John Veldhuis 

∞∞∞

Voor altijd ergens

Het is niet zo dat alles verdwijnt, de laatste

plek waar jij bent de gekende handkleine

bloedwarme helling in het holst van de tijd

is mijn hand en mijn hand heft zich op

maar in de schil van de wereld die stil is

in de huid van het huis in het hart van de lakens

haal jij adem en slaapt, verdwijnt niets.

Alles is voor altijd gebeurd en blijft bewaard.

Neem een willekeurige ochtend, wij ontwaakten

er was voedsel en straks, het licht van zomaar

de zoveelste zomer verwarmde ons en vertrok

het heelal in en ging verder – wij beiden

schijnen voor altijd met brood in de handen

ergens uit het blauwe gezicht van de aarde.

Esther Jansma

∞∞∞

Drylands

Tell me, have you found a sea

deep enough to swim in

deep enough to drown in

waters to engage you

distract you, keep you

from crossing to the other shore?

  Yahia Lababidi

∞∞∞

Plaats een reactie