Dunning-Kruger en integriteit

Domme mensen kunnen niet weten dat ze dom zijn. Ze missen de intellectuele capaciteit om domheid te herkennen. Als ze wisten wat ze niet wisten zouden ze het weten.

En volgens mij gaat deze theorie, het Dunning-Kruger effect, ook op voor integriteit.
Je (h)erkent niet-integer gedrag alleen als je weet wat integer gedrag is. Dus iemand die niet-integer handelt, is niet in staat om dat te herkennen, want als hij dat kon zou hij anders handelen.

Ik schud hem even uit de losse pols, oplettend lezertje, geheel onwetenschappelijk, het Dunning-Kruger effect voor integriteit. Hij kwam bij me op door een paar zeer recente ervaringen. Ook nog een waar domheid en niet integer gedrag samengaan, een dodelijk gevaarlijke combinatie.

Maar ook intelligente mensen kunnen niet-integer zijn, of niet-integer handelen. En volgens onze Premier, jawel, onze Premier, kun je iemand die niet-integer handelde maar verder zijn werk als Gedeputeerde, ja u leest het goed: Gedeputeerde, jaren lang goed deed dat niet gelijk kwalijk nemen.

Kun je dat niet? Ik kan dat wel. Want juist met die jarenlange staat van dienst zou ieder niet domme, integere Gedeputeerde, net als alle andere bestuurders, heel goed moeten weten dat er een scheiding moet zijn tussen werk en privé, tussen wat wel kan en wat niet kan, zelfs als hij daar geen cursus voor heeft gevolgd. Maar Verheyen komt er mee weg, of lijkt er mee weg te komen. Het is een aardige jongen, hij heeft zo hard gewerkt (en is daar goed voor beloond altijd), we moeten hem niet te hard vallen.

Zelf zegt hij “Ik ben oprecht (!lr) van mening dat ik het zo goed als mogelijk heb geprobeerd te scheiden. Maar ik ben een politicus, geen heilige. Ik ben niet feilloos.”

Wie te laat zijn werkbriefje inlevert: korting. Wie niet genoeg spijkerbroeken heeft: geen uitkering, hij zal de boel wel belazeren, Wie een dag te laat is met een bezwaarschrift in te leveren: geen vrijstelling. Maar een Gedeputeerde, goed opgeleid, getraind, ervaren, ach, tja, foutje, zand er over, niet opblazen en we hebben het helemaal verkeerd begrepen.

Ieder recht van spreken kwijt, geloofwaardigheid onder nul, vriendjespolitiek, eigenbelang; een klap in het gezicht van die vele honderden PGB gebruikers die al weken vergeefs wachten op de oplossing van hun problemen, en zich moeten laten welgevallen dat ze worden te woord gestaan als domme randcriminelen die het allemaal niet snappen of verkeerd doen.

Integer zijn in al je handelen, daar gaat het om

Het Systeem

“L’etat c’est moi”, “de staat, dat ben ik”. Woorden die we allemaal leerden op school tijdens de geschiedenisles.
“Wir sind das Volk”, woorden die we allemaal hoorden op radio en tv uit duizenden kelen tegen het einde van het Sovjettijdperk bij onze oostelijke oosterburen.

Allebei waar, als je het goed uitlegt. Ik ben dit land, ik ben dit volk, ik ben verantwoordelijk. Althans, zo kun je het opvatten. Als een despoot zoiets zegt, bedoelt hij waarschijnlijk niets vriendelijks, maar in ieder geval is duidelijk waar de verantwoordelijkheid ligt als het fout gaat.

Tegenwoordig zeggen we dat niet zo gauw meer, hier in Nederland. Als er iets fout gaat, en er gaat regelmatig iets fout, dan zeggen we dat we het jammer vinden, dat we ons uiterste best doen, maar ja: Het Systeem, de techniek, het weer: die laten ons in de steek. Voor het weer wil ik soms een uitzondering maken, maar voor smoezen als: “we doen ons best”, veel minder.

Want is dat wel Het Systeem dat faalt, waardoor mensen in de problemen komen, zoals nu bijvoorbeeld de PGB-gebruikers en hun zorgverleners?
Of zijn het de makers van Het Systeem: de softwareproducent, de planner, de opdrachtgever in Den Haag?

Allemaal, denk ik dan simpel.

De softwareproducent omdat hij kennelijk niet in staat is een goed, eenduidig te bedienen systeem te leveren dat doet wat er van gevraagd wordt. (Of gebaat is bij fouten die hij tegen vergoeding kan oplossen achteraf)

De planner, omdat die zo laat was met het invoeren van het systeem voor de fatale datum, dat te verwachten was dat er nog heel wat kinderziektes te voorschijn zouden komen.

Maar vooral: de opdrachtgever in Den Haag, de Minister(s) en de Kamer, die een grote wijziging bedachten en accordeerden en lieten uitvoeren, tegen beter weten in.

Tegen beter weten in, omdat er in de recente geschiedenis (ik ga maar een jaar of tien terug) nog NOOIT een groot ICT project door de overheden goed is uitgevoerd binnen de gestelde tijd, met het gestelde budget. In het gunstigste geval kwam het erg laat en werd het erg duur, en in een enkel geval kwam er na veel wachten en veel geld zelfs niets.

Toch denken we kennelijk steeds dat het deze keer wel zal lukken, dat proefdraaien niet nodig is, dat alles zal marcheren vanaf dag een.
Toch denken we kennelijk steeds dat we niet hoeven luisteren naar de ervaringsdeskundigen, die al heel lang waarschuwen. Doof en blind voor raad en kritiek gaan we vrolijk verder met implementeren, en we zien wel waar het schip strandt.

Als het dan zoals verwacht fout loopt, springt iedereen in de reflex: de kamer vraagt de minister om uitleg. De minister geeft vervolgens de schuld aan de gebruikers, gaat voorbij aan het problemen bij de zorgverleners die al maanden geen salaris meer ontvangen en zegt dat excuses op hun plaats zijn, maar maakt ze vervolgens niet, en zelfs dat dan nog met de microfoon uit.

Lafhartig, halfhartig, onvoldoende.

De kamer zit er bij en zegt: nog een keer, we houden je in de gaten; En doet vervolgens niets. Want ook de kamer heeft boter op haar hoofd, ging akkoord met deze stelselwijziging, en nog een paar forse anderen.

Want we leren er niet van.

Bij welk systeem ook maar, hoe goed of slecht het is: er zal altijd iemand zijn die het niet snapt, er zal altijd iemand zijn die de randen opzoekt, er zal altijd iemand zijn die over die randen heengaat en misbruik maakt.
Dan zou je dus de fouten of foutjes moeten aanpassen, de controle moeten verbeteren en een verbeterd systeem moeten gaan gebruiken. Dat doen we niet, we gooien alles op zijn kop, geven veel geld uit aan Een Nieuw Systeem, en gaan vervolgens zitten wachten. Tot het fout gaat, de gebruikers de dupe zijn. Daarna is het een kwestie van tijd tot diegenen die graag tot of over de rand gaan de mazen hebben gevonden, een kwestie van nog meer tijd voor we weten waar die mazen zitten, en wie er door glipt.

Dan komt het volgende Nieuwe Systeem.

Het is zoals met wasmiddel: NIEUW! Wast nu nog schoner. Maar nooit zo schoon dat er niet iets nieuws wordt bedacht.

Het resultaat van de wijzingen in het PGB? Ik weet niet hoeveel “misbruik” er van Het Oude Systeem werd gemaakt en hoeveel dat ons gekost heeft. Ik weet wel dat het aantal “misbruikers” veel lager is geweest dan de 25% van de gebruikers die nu getroffen zijn, samen met hun zorgverleners. Ik weet wel dat dit Nieuwe Systeem veel geld zal hebben gekost, en nog gaat kosten.

En ik weet, omdat dat ik dat overal in mails kan lezen, dat de aanbieders van dat Nieuwe Systeem zich weer verschuilen achter: “we doen ons best, het komt er aan, weet u zeker dat u het formulier goed heeft ingevuld? Tja, we kunnen er niets aan doen, Het Systeem is overbelast.”

Laffe smoezen, slechte uitvoering, en de schuld en het nadeel ligt bij de verkeerde. Geen minister die moet wachten op zijn riante inkomen, geen Kamerlid dat gekort wordt, geen uitvoerder die in salaris achteruitgaat, of twee maanden moet overbruggen zonder geld.

Het Systeem: dat zijn wij, wij met elkaar maken de straat, het dorp, de stad, het land. Wij met elkaar kiezen onze volksvertegenwoordigers, wij met elkaar zijn die planners en uitvoerders.

Het wordt tijd dat de bedenkers van nieuwe wetten en stelsels en regelingen goed vooruitdenken, voor ze iets aanpassen of groots wijzigen. Dan scoor je op korte termijn wellicht wat minder met een eigen wet of Systeem, maar dan blijven de problemen beheersbaar, betaalbaar en behapbaar.

Maar ja, zo’n aangepaste wet krijgt zelden de naam van de aanpasser.

Denken voor je doet, daar gaat het om