Amerika onder Trump, 1 (9 november 2016)

Regelmatig, vooral bij cruciale momenten in mijn leven, vroegen mensen mij: vind je het nu niet jammer dat je geen kinderen hebt? Het antwoord was altijd nee. Maar vanochtend was ik ook echt blij dat ik ze niet had. De wereld ziet er vandaag anders uit, nu Trump de 45ste president van de VS zal worden volgend jaar.

Daarom hier, regelmatig, mijn beschouwingen. Niet als politiek commentator met jarenlange ervaring in de VS, maar vanuit de positie van bezorgde burger van een beschaafd land.
De eerste observatie: doe de peilingen de deur uit, ze liegen.
De tweede: laten we hopen dat slecht voorbeeld niet doet volgen.
De derde: hoed u voor bange blanke mannen.

Zo kan ik nog een heel rijtje vol maken. Bij zijn speech vanmorgen sloeg Trump een voor hem ongekend kalme en verzoenende toon aan. Hij bedankte Hillary voor inzet en strijd en het vele dat zij bereikt heeft voor de VS. Hij bedankte vooral zijn familie en veel van zijn politieke maatjes (zijn beoogd opvolger stond naast hem te gapen). Maar ook beloofde hij president te worden van alle Amerikanen. Hij beloofde samen te zullen werken met alle landen die de VS goed gezind zijn.
Hij beloofde de infrastructuur volmaakt te maken en voor miljoenen banen te zorgen. Hij sprak van het helen van de wonden van de verdeeldheid. En ook, geheel in stijl, beloofde hij de beste president te zullen zijn die maar mogelijk is.

Twee opmerkingen daarbij: een campagne medewerker deed de agressieve speeches van Trump in deze strijd af al show, om het effect. Als dat zo is, en dat zou heel wel passen bij zijn karakter van hieraf gezien, in hoeverre is deze speech dat dan ook: gewenst en effectief gedrag?
Of is het zoals ik een hooggeplaatste ambtenaar het eens heb horen noemen in zijn commentaar op nieuwe bewindslieden in Nederland: ze voegen zich naar het ambt.

Laten we hopen dat dat laatste ook hier gebeurt. Dat Trump zich voegt naar zijn ambt. Want het omgekeerde is ook mogelijk, dat hij zich voegt naar de macht die hij heeft, met senaat, congres en hooggerechtshof achter zich. Dat is een groot gevaar, niet alleen voor de VS, maar voor ons allen.
De lijn van opbouw en internationale betrekkingen van na WWII is na de verdeeldheid en haat die ik zie in de EU, na de Brexit en nu na de overwinning van Trump in Amerika, tot een einde gekomen.
Daarom oprecht blij dat mijn kinderen of kleinkinderen daarmee niet geconfronteerd worden. Maar ik heb neefjes en nichtjes. Voor hen, en voor al die andere jongeren overal op de wereld hoop ik van harte ongelijk te krijgen.

Ik houd u op de hoogte.

Bye, bye

Voor niet duikers wellicht moeilijk te geloven, oplettend lezertje, maar na 39 duiken de afgelopen weken begin ik net op stoom te komen. En nu moet ik al weer naar huis. De afgelopen dagen geweldige duiken gemaakt waarin ik veel en ook regelmatig nieuw spul gezien heb. De onderwaterwereld is waanzinnig, het is een voorrecht daar af en toe in te kunnen verblijven. Steeds meer valt je ook op. Hoe meer je duikt, hoe kleiner je gaat kijken. Dat kleine zandkleurige wormpje, dat minuscule visje dat met je camera niet vast te leggen is. Hé , is dat nu een kwalletje dat daar langs mijn masker zakt? Wat verdween daar in zijn holletje? Afgewisseld met de meest spectaculaire kleuren en modellen slakken, mantis garnalen, scholen grote vis. Tussen de duiken door lunchen, of nog even het zwembad in. Zodat we niet uitdrogen. Weinig kans op trouwens. Mijn drijfnatte duikspullen hangen uit te druipen. Het weer is regenachtig, de relatieve vochtigheid hoog, drogen doet weinig als de zon er niet direct op staat. Ik leen wel wat vuilniszakken morgen, nat kan het ook mee. Thuis gaat alles gewoon weer in bad, om vervolgens droog en schoon te wachten op de volgende duikvakantie. Vanavond een laatste nachtduik, en daarna afscheid genomen van gids Larry en de bootcrew. Mensen waar je dagelijks mee opgetrokken bent deze vakantie, en waar je je leven aan toevertrouwt.

Waar ik ook afscheid van moest nemen vandaag: mijn duikcomputer. Vers van een onderhoudsbeurt liet hij mij vandaag op twintig meter diepte in de steek. Nog nooit meegemaakt en thuis maar eens even bellen met het bedrijf dat die beurt voor zijn rekening nam. Eens zien wat de oorzaak is. Lege batterijen kunnen het niet zijn.

Nu thuis de vele, vele foto’s ordenen, de nieuwe vondsten determineren en administreren, nagenieten en alvast zachtjes na gaan denken over de volgende bestemming.

Een goede raad van mij: ga duiken. En als u al duikt: ga langs bij Magic Island en Oceans.

 

 

 

Ochtend

Het leven begint hier vroeg op het resort, oplettend lezertje. Vanaf zeven uur ontbijt, soms iets eerder, betekent dat de keuken al vanaf zes uur in de weer is. De receptie opent om zeven uur. Daarna arriveert iedereen die met het duiken te maken heeft. Men komt te voet de steile weg af en groet vriendelijk naar het open restaurant. In het duikcentrum staan de flessen voor ons klaar, de namen op het bord van wie in welke boot. Sets worden opgebouwd door de duikers zelf en daarna aan boord gesjouwd. De spoelbakken waar na het duiken alles opgefrist en onzout wordt, worden met vers water gevuld. Voor de duik kun je hier op grote posters aan de wand bekijken wat er zoals te vinden is dat je niet eerder zag. De tuinman snoeit de struiken om te zorgen dat er bloei blijft, aan de zeekant zijn mannen in de weer met natuursteen en cement om een terras aan te leggen met uitzicht op zee. Later wil men nog een pier bouwen, het wachten is op de vergunning. Er heerst bij de duikers een sfeer van verwachting, weer een nieuwe dag die onbekende dingen kan brengen. Maar ook de beroepskrachten zijn vriendelijk en vrolijk, terwijl sommigen hier toch al duizenden duiken gemaakt moeten hebben. En toch wist ook duikgids Larry vanavond bij de nachtduik niet wat hij zag, toen hij me riep voor het meterslange ding dat op de zandbodem lag. Geringd, met pootjes en het kon zichzelf langer en korter maken als een regenworm. Nu maar eens uitzoeken wat het is.

Op het water

Vandaag was zo’n dag uit de vakantiefolder, oplettend lezertje. Azuurblauwe zee, hagelwitte stranden, palmbomen. En duiken. De eerste twee muckdiving op klein spul, niet dieper dan tien meter. Wandelende schelpen gezien, nieuwe (voor mij). Dan is mijn duik al geslaagd. Maar het tochtje heen en weer was ook heerlijk. De Filippijnen en de zee, dat hoort bij elkaar. Op het water mannen in kleine prauwen. Soms alleen, als ze lijnvissen, maar soms ook in een wat grotere boot met een aantal fuiken aan boord. De jongste van het stel (met de beste ogen) heeft een masker voor en steekt af en toe de kop in het water. ‘s Middags zien we ze weer, dan is de boot leeg en zijn ze kennelijk bezig ze weer op te zoeken. Onze boot is ook een prauw, maar dan een buitenmodelletje. Twee keer zo breed als de vorige boot, meter of drie schat ik. Langs de rechte romp de riggers, daarvoor de boeg met stompe en omhoogstekende kop, achteraan de kont. Deze boot heft een dieseltje staan dat vrolijk pruttelend ons over de golven jaagt. Als die er zijn zorgt de kapitein in de overdekte stuurhut dat er vaart wordt geminderd. Het middendeel heeft en dak van wit zeil, handig tegen zon en regen. De voormast is voor de lampen. Er is nog een overdekte ruimte waar de zwemvesten liggen. Verder overal lange banken en afstelplekken voor de tanks. Alles bekleed met antislip materiaal. Een grote ton met zoetwater voor de camera’s en een kleinere voor de masker, een plek waar je diezelfde camera’s kunt servicen. Aan de riggers lussen om je aan vast te houden als je bovenkomt en de trap nog niet op kunt . Als we varen, zit er een man op de boeg om te zien of er niets op het water is waar we last van hebben. De mannen zijn allemaal watervlug. Ze springen net zo makkelijk in het water om nog even iets op drie meter op te vissen. Als we het water uitkomen nemen ze vinnen aan, helpen je de trap op en nemen tank en bcd in ontvangst. Het sjouwwerk ‘s morgen is ook voor hen. De boot kan niet voor de kant komen, dus lopen zij met een hele set op de rug heen en weer om alles aan boord te krijgen en naar afloop alles weer naar de wal. Die hier hoog ligt, dus ook een steile trap op. De kust gaat hier namelijk overal een paar meter recht omhoog en wordt dan direct begroeid. Het geeft een apart effect van het water af. Alsof de eilanden op een onderstel liggen.
Liggen we ergens bij een strandje, dan wordt de boot onmiddellijk beklommen door de aanwezige kinderen. De oudste jongens leggen een kaartje met de bemanning en winnen. De jongeren klimmen op de riggers en springen er met veel plezier weer af. die er dan steeds vanaf springen en ook nog een stukje mee weg varen, om dan een snoekduik te nemen en terug te zwemmen. Water is hier leven.