Bijna

Maar goed dat ik een gespleten persoonlijkheid heb, oplettend lezertje. Vanmorgen een bijeenkomst als Minister van Binnenlandse zaken met aansluitend een interview voor de landelijke TV en de regionale radio. Daarna, met dezelfde generaal, als UNSRSG en de Minister President, een persconferentie.

Tussendoor telefoontjes en mailtjes met allerlei vragen, als gevolg van eerdere bijeenkomsten die wij in verschillende rollen hadden. Maar de vaart is er en beetje uit. Nog een halve dag en morgen een parade. Morgen zijn er al een paar collega’s op de thuisreis, dus vanmiddag om vijf uur het officiële afscheid, met een munt, een oorkonde en een hand plus vriendelijke woorden van onze grijze cel coördinator. En dan gaat onze Griekse collega, die met de auto en zijn vrouw hier naar toe reed weer op de terugreis, met wat omwegen zoals Boedapest en Venetië. Dan rijden mensen weer naar Luxemburg, Parijs en Den Helder, met auto of trein, dan vliegt er weer van alles naar huis. Maar heel velen zullen dan bezig zijn met aftuigen en opruimen en evalueren van deze weken. In november gaan ze dezelfde oefening nog een keer doen, benieuwd of ik daar dan ook bij ben. Vanmiddag bij het naar huis gaan overal diepe plassen en problemen met het water. Dat wordt wat in november.

Vlekken

Unknown

Dit is een zeer internationale oefening, oplettend lezertje. Het Eurocorps heeft veel deelnemende landen en nog een paar gasten. Met de Bulgaar in een tentje waar ik eergisteren langs ging heb ik ze helemaal compleet. Sommige pakken herken je makkelijker dan anderen. De Amerikanen en Canadezen haal je er zo tussen uit en ook de Duitsers herken ik. De rest lijkt erg op elkaar, daar moet je dan even goed op letten. Maar wie je er altijd en overal uit haalt zijn de Belgen. Grote vlekken, vrolijke kleuren. Veel geel en oranjebruin. Als je goed op let daartussen kleine witte golfjes. Ik vroeg een kenner welk landschap nu leek op zo’n kleurig patroon met witte golfjes. Geen een landschap, was het antwoord. Het ontwerp patroon had geen witte golfjes maar bij de drukker is er iets verschoven. Voor men er achter kwam dat het niet goed was gegaan was er al zo veel van in productie dat vervangen te duur zou zijn. Dus sindsdien is dit het officiële vlekkenpak van de Belgen. Voordat u gaat lachen, er zijn ook pakken met witte spikkels, dat moet dan voor ergens in een land in lichte sneeuw zijn. Dus ach, dan kan dit ook wel. Voordeel voor mij is dat dit de enige aanwezigen zijn die Nederlands spreken, en iedere keer blij verrast kijken als we ze in die taal aanspreken. Verder is het hier soms een hoog Fawlty Towers gehalte door de vele accenten. Vanmiddag ging het nog maar net goed bij een gesprek waar we heen en weer bleven bellen omdat er telkens een telefoon nummer niet klopte of iemand afwezig was. De man die ik uiteindelijk aan de telefoon kreeg had zo’n zwaar accent, dat zo veel af week van degene die ik zocht, dat ik bij het eerste woord al wist dat ik de verkeerde aan de lijn had. Dan niet in lachen uitbarsten is na een lange dag niet altijd eenvoudig.

 

Zon

IMG_5791

Zo maar ineens barstte het voorjaar hier los, oplettend lezertje. De wereld zag er gelijk anders uit. De plassen verdwenen als sneeuw voor de zon, de modder droogde weer op. De mannen in de witte tent liepen weer met opgerolde mouwen rond, en buiten de tentjes met open deuren hield men koffiepauze in het zonnetje. Een rustige dag, met heel nuttige uitwisselingen van kennis. Weer veel geleerd. Situatie rapportje gemaakt voor een net echt New York, wat dan morgenochtend hier de ronde doet. Zoveel mogelijk informatie ingewonnen voor twee bijeenkomsten die overmorgen gepland zijn. En als je dan toch in de buurt bent geef je nog een interviewtje voor de tv en de lokale radio. Radio is leuker, dan zie je jezelf tenminste niet. Alles voor de klant.

Tot overmaat van vreugde mochten we een uurtje eerder weg. Tijd genoeg dus om nog even van Straatsburg bij avond te genieten. Overal mensen op terrassen, aan het diner of een drankje. Rondje kathedraal gelopen, een groot rood monster. De gebouwen zijn hier of van rode natuursteen, of van Fachwerk, of gesaust in zachte kleuren. Om helemaal de toerist uit te hangen met een boot over de rivier om de binnenstand heen, tot het Europees parlement en weer terug.

Daarna nog even onder de plataan aan de oever van de rivier een Tarte Flambee, het lokale gerecht. Overal nog mensen buiten, jongelui op de oevers met gitaren, zacht pratend en lachend, geen zuchtje wind. Alle bomen in blad, en waar zo snel al die bloemen van daan zijn gekomen, tijdens al die regen? Morgen hopelijk weer zo’n dag.

Hoog bezoek

105px-Nl-landmacht-luitenant_generaal

Ik zei al, oplettend lezertje, dat het hier ritselt van de generaals. Maar generaals zijn er in soorten. Vandaag kwam  de generaals der generaals langs, de commandant van Eurocorps, COMEC. Dan gaat er wat rimpelen als zo’n bezoek aangekondigd wordt. Want zo maar binnen lopen, dat gebeurt nu ook weer niet. Eerst een paar man die komen zeggen dat hij in de buurt is en mogelijk langskomt. Dan is dat nog niet zeker. De baas van onze tent was niet blij. Wij, zowel burgers als militairen begrepen dat van ons verwacht werd zo fris en actief mogelijk uit onze ogen te kijken. Na vijf minuten het bericht, hij komt echt binnen. Baas nog minder blij. Deze generaal is geen loper. In alle jaren dat onze tent baas hier werkt, heeft hij hem twee maal ontmoet. Zo’n generaal dus. Er werd na binnekomst verslag uitgebracht, er werden handen geschud en een paar mensen werd hun achtergrond gevraagd, vooral ons burgers natuurlijk, de rest kon hij wel bedenken uiteraard. U begrijpt, onze neuzen krulden van trots dat we dit nog mee mochten maken. Na vertrek haalde iedereen opgelucht adem en gingen we door met waar we mee bezig waren.

De generaal had trouwens geen beste dag uitgezocht voor zijn bezoek, het heeft de hele dag geregend. Het gras rond de tentjes begint er onder te lijden en sommige van de handige plastic tegels die de stoepen vormen beginnen te drijven in de plassen. De eerste bartsjes beginnen hier en daar te verschijnen, een week in de oefeneing. De grote tent is nu zo koud dat de mannen hun mutsen op hebben en jassen aanhouden. Dan nog komt men zich af en toe bij ons warmen, voor die paar die kunnen komen. Maar ook in onze goed verwarmde tent is er een die spierpijn krijgt van de kou.

Verder slaat iedereen zich er dapper doorheen en maakt er het beste van. Nog vier dagen oefening te gaan en een dag oprollen. We zijn op de helft.

Rol

UN-LOGO-20

Vandaag ging de oefening echt los, om tien uur begon het bellen serieus te worden, oplettend lezertje. ’s Middags had ik, als de Speciale Vertegenwoordig van de VN in ons gebied een kennismakings gesprek op hoog niveau. Het ritselt hier van de generaals, met minder praten we hier niet. Om overtuigend over te komen de hele dag in een keurige jurk en op hakken in mijn tentje gezeten en rondgelopen. ’s Morgens twee interviews, voor tv en radio, en alles in de gaten houden wat er rond ons gebeurt. Verder speel ik vaak de centrale die doorverbindt naar iedereen die aanwezig zou moeten zijn. Problemen lossen we praktisch op: wilt u spreken met de minister van

transport, waarvoor we niemand hebben: hop, hij is buiten het land en heeft een vervanger die we wel kunnen leveren. Vandaag ook een nieuwe collega in ons tentje, eentje uit Griekenland dit keer, die hadden we nog niet. We missen nog op onze spotlijst een Bulgaar en een Italiaan en dan is ons kwartet compleet.

Ook onze media spelen met overtuiging een rol. Vandaag gesproken met een van hen over zijn motivatie dit te doen. Na vijftien jaar het echte werk kwam hij tot de conclusie dat hij altijd bij ellende aanwezig was, en zelden aan de oplossing van de ellende bijdroeg met zijn werk. Nu traint hij mensen en vindt hij dat hij weer adem kan halen omdat hij nu wel eiets positiefs doet.

Volgens mij denkt onze Lex Runderkamp er anders over, maar ergens begrijp ik hem wel. In ieder geval is hij in deze rol voortreffelijk. Ik zie al weer uit naar het journaal morgen.

Tentje

1706_4UA221_camo_legertent_b_8195137

Ik ben niet van het kamperen, oplettend lezertje, nooit geweest. Maar nu zit ik dan toch, bij matig tot slecht weer al een week in een tentje. Sanitair om de hoek in zo’n groene kast, of met begeleiding naar het gebouw buiten het prikkeldraad, een echt toilet. Ik kies voor het laatste, dat begrijpt u. Niet zo erg als het lijkt, die tent, ik zou hier makkelijk in kunnen wonen, als enige dan. We zitten er nu met een man of twaalf en regelmatig bezoek. Onze koffiehoek wordt zoals voorspeld goed bezocht en de snoeptrommel daalt fiks. Verwarming gaat via een kleine generator achter de tent, die regelmatig vanuit een jerrycan gevoed wordt. Achter de rollen scheermesdraad die onze compound af zetten schiet het gras weer omhoog, dit kamp staat al een paar weken. De verwarming stond afgelopen week hoog, want de buitenlucht stond laag. Nog niet eenvoudig om dat hoog te houden want onze militaire collega’s komen in dikke jassen binnen en hebben dan de neiging alles wat koeler te zetten. Maar wij hebben niet zo’n jas. Vanmiddag leek even het voorjaar uit te barsten, zonnetje op de tentingang. Dus dan wil je de deur open, net als bij de tent van de buren, toevallig ook nog de oefeningscommandant. Volgens een militaire collega kon dat niet bij onze tent. Volgens mij wel. Je hoeft geen militair of kampeerder te zijn om het te laten lukken, ook al missen er een paar essentiële onderdelen om het via de gewone weg te doen. Dus ik heb nu punten er bij en de tent had frisse lucht.

Zoals wordt gezegd: we kennen geen problemen, we kennen uitdagingen. Als ik ooit nog eens echt ga kamperen, dan in zo’n mooie vlekkentent met stahoogte, snel internet, verwarming en een netplafond waar je alles in en aan kunt hangen. En een zonnetje.

Op stoom

Het begint aardig te lopen, de eerste brieven zijn er uit, de eerste reacties zijn binnen, morgen wordt het nog echter, en overmorgen gaat het vol los.

Ons tentjes wordt steeds comfortabeler. Geleerd van de vorige keer dat er in het leger geen thee gedronken wordt. Bij de marine zegt men: thee is voor mietjes en bootsmannen, en kennelijk is dat bij het leger niet anders. Ik daarentegen wil zonder thee helemaal niet denken aan werk, dus alles zelf meegebracht dit keer, tot een handige watercontainer aan toe. Maar goed ook, want even naar een kraantje in de buurt zit er niet in. Ons onderkomen is een ruime vlekkentent, zonder sanitair. Inmiddels worden we populpair. Ten eerste willen wij als burgers ook zonder een camouflagejas achter ons tafeltje kunen werken, dus de temeraturen zijn menselijk. In onze grote witte buurtent daarentegen is warmstoken onbegonnen werk. Tel daar bij op een bak goede koffie (of thee) en een echte goudse stroopwafel en u begrijpt: wij van Grey Cell worden per uur geliefder. Nu is dat nog goed te doen, maar als de oefening straks echt vol draait zal het voor een gezellig praatje vaak te druk zijn.

Veiligheid

Ik zit dus weer in een oefening, oplettend lezertje. Zoiets als twee maanden geleden, maar dan anders. Ander (denkbeeldig) land, ander korps, het EuroCorps dit keer en een andere standplaats: Straatsburg. Veel meer nationaliteiten nu dus ook en veel meer vlekken. En opvallend genoeg veel striktere veiligheidsregels. Die regels zijn in principe door heel Europa gelijk, maar worden verschillend geïnterpreteerd. Vandaag de dag doorgebracht met de voorbereidingen. Inklaren, pasjes en lunchbonnen in orde. Computers opstarten, en de hele middag briefings. Het heeft soms een komisch effect. Iedereen spreekt Engels, maar de mate waarin het voor ons allemaal te verstaan is hangt samen met de oorsprong en het talentalent van de spreker, en dat varieert nogal. Best veel schakelen, als je het ene moment iemand met een zwaar Duitse tongval volgt en het volgende moment een echte Spanjaard die zijn best doet, of een Franse Fransman. Dat gecombineerd met de vele, vele onbegrijpelijk afkortingen maakt het voor een nieuweling als ik soms lastig te volgen. Gelukkig snappen alle militairen het allemaal wel. Morgen de rollen verdelen en eens zien wat en wie en hoe we moeten spelen.

Straatsburg schijnt een mooie stad te zijn, we zitten hier vlakbij het oude historische centrum, maar ik heb er niets van gezien nog. Lange dagen, veel regen.

Misschien komt het volgende week nog goed en zie ik de kathedraal in het echt waarvan ik hier de verwijzingsbordjes overal tegenkom.

Grenzen

Afbouwen

Als je in een dag door vier landen reist, oplettend lezertje, ga je vanzelf nadenken over grenzen. Rare dingen zijn het. Het verbaast mij altijd weer hoe snel je ziet dat je Nederland uit bent, zelfs al zijn de grenzen niet meer dan een blauw bord dat je makkelijk kunt missen. Bijna onmiddellijk veranderen er dingen. De bordjes langs en op de weg, de opschriften aan gebouwen, de bouwstijl van boerderijen en huizen om maar wat zaken te noemen. Als je zoals ik vandaag naar Straatsburg rijdt passeer je sommige grenzen een paar keer. Je weeft in en uit een land. Die grenzen van ons zijn grillig. Een flinke rivier wil wel eens een randje van een land aangeven; een verhoging, een bos, alles wat mensen op natuurlijk wijze van elkaar scheidt. Als je op de weg bordjes in het Frans ziet en naast de weg opschriften in het Duits dan weet je: hier zijn ze het lang oneens geweest, om dit gebied is strijd geleverd. Zo zijn onze grenzen min of meer organisch tot stand gekomen over eeuwen. Na de oorlog pikten wij er wat stukjes Duitsland bij bijvoorbeeld, maar daarna was het weer rustig.

In heel Europa zie je de geschiedenis af aan die grillige grenzen.

En in het hele Midden-Oosten zie je dat ook, maar dan een recentere geschiedenis. In gebieden waar geen natuurlijke grenzen zijn zoals woestijnen, en waar volken vrij rondtrekken, of dat in ieder geval eeuwen lang deden, staan nu rechte strepen in het zand. Denkbeeldig dan, kijk maar eens in de atlas. Ergens achter een tafel, ver weg vaak van het betrokken land, trokken mannen strepen om de buit te verdelen. Een taal aan de ene kant, een taal aan de andere. Een macht aan de ene kant, een macht aan de andere. Met voorbij gaan aan wat de echte taal van het land was, en wat de historische machten en krachten waren. Werkt dat? Nee, dat werkt niet. Dat werkt een tijdje, zolang je het daar voor het zeggen hebt met veel macht- en krachtsvertoon. Na de Tweede Wereldoorlog vonden we dat het anders moest, en ook de plaatselijke bevolking vond dat. Maar binnen nieuwe grenzen oude verhoudingen herstellen is onmogelijk gebleken, met alle gevolgen van dien. We plukken nu de vruchten van die kunstmatige grenzen, en dat zijn wrange vruchten, vooral voor de inwoners van de betrokken landen. Als het dan helemaal fout loopt, als men elkaar binnen of over zo’n grens naar het leven staat, dan komt de ultieme grens: een hek of een muur. Die met macht- en krachtsvertoon in stand moet worden gehouden. Dat gaat dan weer een tijdje goed, maar lang kan het nooit duren. Dat heeft de geschiedenis ons proberen te leren, maar we letten niet altijd op.