
Was mijn vorige liveaboard gevuld met Hongaren zonder talenknobbel, nu zit de boot vol met voornamelijk Amerikanen, meest uit Californië. Een enkele Engelsman vult het gezelschap aan, hij heeft van alles twee mee, en dan nog zijn drone. Dus twee duikcomputers, twee gopros op zijn tray, een voor ver, een voor macro, want anders is het zo’n gedoe. Dan nog een enkele gopro met alles er op en er aan. Hij slaat af en toe een duik over om opnames te kunnen maken van de skiff, die met de lift omhoog komt en inderdaad de moeite waard is. Waar we voor anker liggen zwemmen een dozijn blacktips rond de boot, een grote ray verschuilt zich er onder. Allemaal goed te zien boven het witte zand. Ongetwijfeld zijn de drone-opnames prachtig. Om ons heen eilandjes en zandbakjes en dus mooie azuurkleuren.
Dan is er nog Robert, uit Polen. Hij dook een tijdje niet, om te gaan hiken, onder andere naar de Himalaya. Een protesterende knie bracht hem weer onder water. Ooit studeerde hij af in Hydrologie, deed als stage parkbeheer in Zakopane en leerde daar berg-redden. Vervolgens ging hij in Colorado mijnbouw studeren, en toen dat klaar was landde hij in Aspen. Een baantje in een hotel, waar de chef werd weggestuurd. Omdat zijn moeder als arts weinig tijd had, voedde zijn oma hem op. Hij leerde bij haar in de keuken koken, dus volgde hij de Mexicaanse chef op. De eerste portie muffins die hij maakte voor de ontbijtgasten mislukte. Uiteindelijk ging hij door in de vinologie, nu is hij hoofd sommelier in een groot hotel in Las Vegas. Het stelt hem in staat ver te reizen in de weken dat er weinig gasten zijn. Hij heeft geweldige verhalen van zijn reizen; zoals die studiereis in Israel, en hoe hij op vijf minuten een bus miste met zijn gezelschap. Wat een geluk bleek toen die bus werd opgeblazen met alle inzittenden.
Ze stonden achter me in de rij bij de douane: Moeder en dochter met T-shirt met de tekst: Girls gone diving. Dat staat op alle shirtjes die ze op al die bucketlist bestemmingen kochten. Al 25 liveaboards maakte Edie, en ze heeft 1500 duiken onder haar riem. Dat avontuur begon laat, toen ze al 58 was. Nu reist ze elk jaar wel een keer met haar dochter naar een liveaboard op redelijke afstand van LA. Daar geeft ze, 75 jaar oud, nog les. Want ook dat lesgeven begon laat. Pensioen is er nauwelijks, hoe moet je anders dat duiken betalen? Ze is een inspiratie. Hoewel ze af en toe geholpen moet worden, hoopt iedereen het zo vol te houden als zij. Ze vertelt me: toen ik begon wist ik dat ik hulp moest accepteren en mijn trots op de pier moest achterlaten, anders zou het niet lukken met dat duiken. De jongens nemen haar graag op sleeptouw, als een duik zwaar is van de tegenstroom. De set gaat af in het water, dan komt ze fluitend aan boord. Onder water zijn we allemaal even jong.
Op het bord de eerste dag de namen van alle medereizigers en de hutindeling. Ik heb een dag gezocht naar die Hollandse Hidde, tot ik me realiseer dat het de jonge Aziatisch ogende man is waarvan ik de naam als Kidee verstond. Zijn Japanse vader had een Nederlandse vriend met die naam. Na deze week gaan hij en zijn vrouw weer terug naar Californië.
De jonge Zweed met zijn Chinese vriendin gaat weer terug naar Hong Kong waar hij als encrypto-programmeur werkt, een baan met toekomst. Ze willen naar Londen, dichter bij familie.
Johnny en Neil reizen nog een week door naar Thailand. De reis is te ver voor een week, als je van de Dominicaanse Republiek hierheen reist. Daar hebben ze samen een diveshop, die nu door “the kids” gerund wordt. Ook zij zijn overal al eens geweest.
Bob, een wat oudere Amerikaan, gaat nog een weekje naar de Filippijnen. Hij duikt veel, liefst eens per vier maanden. Zijn vrouw vindt het prima. Wat jaren terug liet zijn gezondheid hem in de steek en hij wil er nog zo veel duiken uithalen als mogelijk. Met zo’n gemengd gezelschap, met zo veel ervaring, komen de aanbevelingen voor volgende duikreizen voldoende voorbij. Waar je wel heen moet, en wat niet meer is als het was. Wat echt niets is, of welke boot heel slecht. De cameratafel ligt vol, met Canons, met Gopros, met grote sterke videolampen.



De dag kon niet beter beginnen, weer naar bluecorner, een rifhaakduik, Dit keer de camera mee. Het is geweldig om aan het touw op de stroom te rijden, naast de wahoo, een Spaanse makreel, de grijze rifhaaien, en binnendoor over het plateau twee wittips en hun begeleiders. De napoleon wrasses kwamen keer op keer langs en lieten zich mooi dichtbij vastleggen. Een accepteerde zelfs dat een van de gidsen hem een andere kant op stuurde. Ook op het plateau op de terugweg veel napoleons, een grazende schildpad. Dan nog een school barracuda’s en de duik is compleet. Terug aan boord, weer een snack, en dan de tweede duik, blue holes. Dezelfde plek, iets verderop. De bedoeling is door een gat bovenin de grot in te zwemmen, maar laagtij maakt dat lastig. Dan maar beneden langs. In de grot de zonneharpen van boven, voor de sfeerplaatjes. En op het zand de heremietkrabben, die daar zonder bescherming in hun ruime hol zitten en ieder aanbod van zeegras met dankbare klauwtjes aangrijpen. Net als ik verder wil exploreren komt er een kudde Chinese meisjes binnen, zonder bcd, tank onder de arm, bikini aan, klaar voor een supermodellen foto onderwater. Wie zo een circus toestaat of organiseert… Het mooiste heb ik dan gemist. Net voor die invasie vraagt Hidde zijn Claire ten huwelijk, ze komt boven met een kanjer van een diamant aan haar linker ringvinger. Langs de wand en over het plateau terug, alle vissen in het stralende zonlicht.
Om tien voor vijf heeft de wekker van dienst moeite om ons wakker te krijgen. Maar Blue Corner staat op het programma. Vanwege de verhalen van deze inhaakduik en de stroming besluit ik mijn camera thuis te laten. Hoewel de duik met technisch meevalt ben ik blij dat te hebben gedaan. We duiken erin zonder lucht, dalen af en zoeken dan te top van het plateau, dicht bij Blue Corner zelf. Op aanwijzingen van de gids haken we ons zelf achter een rots, iets terug van de wand. Al bij het aanzwemmen zijn er haaien. Maar bij die hoek is het helemaal geweldig. Het ritselt er van de vis, ik wordt in mijn haar gebeten door een unicorn, die gretig van onze lucht steelt. Als we allemaal aan ons lijntje dansen op de stroom is er tijd te genieten van het uitzicht. Een haai of zeven, grijze rifhaaien en een enkele whitetip genieten van het koude, zuurstofrijke water. Een wahoo vindt dat ook lekker en verder nog wat grote vis als snapper en unicorn. De kleine balestoides fladderen voorbij, er komt een grote barracuda en een school kleintjes. De thermokline warrelt voorlangs, dan is het koud, dan weer warmer op de stroom die fors aan ons sjort. De haaien lijken niet te bewegen, maar komen majestueus voorbij, met hun remoras. Dichtbij genoeg om eens goed alle details van vinnen en kieuwen op te nemen, de spleet in hun ogen, de verschillen in bouw tussen de soorten. Het is in één woord geweldig. Zonder camera hoef ik alleen maar te kijken, kijken en genieten. Naast mij wordt druk mijn kant op gefotografeerd. Als ik verbaasd zwaai wordt er gewezen: kijk achter je. Daar zwemt een behoorlijk grote napoleonbaars vlak lang, met zijn groengele vel en zijn draaiende oogjes. Hij vindt het prettig tussen de duikers en is een vaste gast. Er zal ongetwijfeld iets voor hem te halen zijn. Na drie kwartier verder over het plateau naar de opstijgplek. We komen morenes tegen, een grote potatogrouper. Er is een mooie witte zandrivier met daarin garden eels, die je heel dichtbij laten komen, zodat je goed hun tekening kunt bestuderen. Er komt nog hier en daar een haai voorbij, er zijn bij de safety stop nog scholen barracudas en snappers en jacks en ook een kleine schildpad maakt zijn opwachting. Het is gewoon een wereldduik. Volgende keer de camera mee, anders gelooft niemand dit. Gelukkig worden we voortdurend gefilmd en ik hoop dat mijn buurvrouw nog wat foto’s maakte van de baars. Daarna German Channel, een bestemming die met gejuich wordt begroet door een aantal groepsleden. We gaan twee poetsstations bezoeken en krijgen beloftes van rode en witte anemonen, mantas, roggen en haaien. De rode anemoon schijnt aangewezen te zijn, maar als je achter een groep van 16 man hangt mis je wel eens wat. Ook de bananenslak aan het eind is niet voor mij, ik hang al in de veiligheidsstop. Maar de feathertail ray, onder het zand, vrijzwemmend terwijl het zand van hem afstroom, daarna weer op het zand; de haai die voor de wand ligt te liggen, de grote scholen bigeyes en unicorn, de bal met vermoedelijk makrelen, de schildpad die aan het eten is, tussen de rotsen, het mooie heldere water: het laat ons vergeten dat er bij het poetsstation geen aanbod was, en dat die anemoon maar klein was.
Vroeg er uit, om rond half acht in de skiff naar de eerste duikstek van de dag te gaan, Ngerchong outside. We zien langs de wand massa’s vis. Veel big eyes, two spot snappers en andere grote vis als trevallies. Helemaal op het eind een gigantische ram op een tank. Mijn buddie waarschuwt dat bovenop een grote school bumphead parrot vis zit. Groot, groenblauwgrijs met vier witte tandjes en grote schubben, zien ze er uit als voorwereldlijk en stokoud. Ze zijn zo groot dat ze voor ons niet bang zijn, dus ik kan een stukje met ze mee zwemmen, fotograferen en filmen. De tweede duik op dezelfde plek iets verder op. Zonder bumpheads dit keer, maar om dat te compenseren een kleine spotted eagle ray, een napoleon wrasse, een white tip komt langs en een bal fuselier vis om het af te maken. Na de duik op het achterdek, genietend van het uizicht; de eilandjes die verdwijnen in de regen, het getrommel op het dak. Dan draait de boot op het tij en moeten we vluchten. Binnen is inmiddels iedereen aan de getoaste broodjes met pindakaas begonnen. De tweede middagduik wordt een schemerduik langs de wonderwall. In een trage driftduik gaan we langs helling en wand. Ik zie een zeer kleine blue dragon en een minuscule witte platworm. Zelf vind ik een schelp onder een rots en alle komkommers zijn er in soorten en maten vanmiddag.
