Help! Doe iets!

Ik zat op de bank, met een helend maar nog onbruikbaar been, en zag hoe een land een ander land binnenviel. Ik voelde mijn machteloos. Gelukkig steunde mijn land het aangevallen land. Al kon ik niet veel doen, ik hoefde mij niet te schamen.

Ik liep weer rond, met krukken en bezocht een land. Ik zag hoe daar een deel van de bevolking werd onderdrukt, gebrutaliseerd, door de meerderheid van dat land. Ik voelde woede, maar helemaal machteloos was ik niet. Ik kon mij inzetten voor groepen van dat land, die wel geloofden in samenleven op basis van rechtvaardigheid, gelijkheid en het respecteren van elkaars mensenrechten.

Anderhalf jaar later las ik, vroeg in de ochtend, hoe in dat land grote gruwelen werden uitgevoerd, door een terroristische organisatie. Zag ik hoe daar door de regering van dat land instant wraak werd genomen, met alle mogelijke middelen, nietsontziend, wraakzuchtig, en met voorbijgaan aan alle wetten die er gelden in een oorlog. Want oorlog is verschrikkelijk, maar niet wetteloos. Meestal.

Nu zit ik weer op de bank, met weer een helend been, en ik zie de gruwelen zich nog dagelijks ontvouwen. Al drie maanden en drie weken gaat deze ongelijke strijd door. En ik voel mij machteloos, weer.

En dit keer schaam ik mij. Want mijn regering schaart zich laf achter de regeringen van bevriende mogendheden, in de hoop… In de hoop op wat eigenlijk? Een woordje mee te mogen spreken? Erbij te mogen horen? Handel te kunnen blijven drijven? Militaire hulp in nood te kunnen blijven ontvangen, wanneer (niet als, het komt zeker als we niet oppassen) dat nodig is? Of is het vanwege een positie, omwille van de smeer?

Maar al voel ik mij woedend en machteloos, er is wel iets wat ik kan doen.

Als Nederland, mijn land, deze vleugellamme regering, zich schaart achter de lijn van Israël en de VS, om gebaseerd op nog niet onderzochte feiten, meent hulp aan de burgerbevolking van Gaza door UNWRA op te moeten schorten; In een oorlogsgebied, waar al een derde van de bevolking aan het verhongeren is; In een oorlogsgebied, waar artsen, hulpverleners en journalisten doelwit zijn. Waar tienduizenden (de helft kinderen) al stierven en nog een meervoud daarvan gewond en weer voor het leven getekend is; Waar systematisch scholen, vluchtelingenkampen, ziekenhuizen en voorraden worden gebombardeerd; Waar hulpkonvooien met hoognodige voeding en medicijnen welbewust worden tegengehouden.

Dan is er iets wat ik wel kan doen. 

En als ik het kan, kan jij het ook:

Help! Doe iets!

Geef wat je kunt aan UNHCR, het Rode Kruis, Cordaid, Oxfam Novib, Artsen Zonder Grenzen, Stichting Vluchteling of welke andere organisatie ook maar die je kent die hulp biedt in nood.

En vertel erbij, hier, in je vrienden- en familiekring, waar je maar kunt, waarom je dat doet.

En als er, over een paar maanden, over een jaar, of twee, hier weer verkiezingen zijn in dit welvarende, vrije, gelukkige, maar laffe land. Kies dan met je geheugen en je verstand. Zodat je je niet meer hoeft te schamen.

Wanneer is iets van waarde?

“Het is alweer negen uur,” zegt de oudere dame naast mij. En ik antwoord: “Oh, gelukkig, het schiet al op”. Alsof ik niet kan wachten tot deze dag weer voorbij is. Een beetje de geest die heerst op zorgafdelingen, en wie weet in hoeveel meer instellingen en situaties waarin we verkeren die niet voldoen aan het standaard ideaal: gezond, genoeg geld, veilig, niets te wensen.

Maar al terwijl ik het zeg denk ik: wat een onzin, alsof deze dag niet mee zou tellen, overgeslagen moet worden, van minder waarde is. Alleen om het feit dat ik nu even niet kan doen wat ik normaal gesproken doe. In mijn geval zou ik nu bezig hebben moeten zijn met de opbouw van een evenementje.

En als dat niet aan de hand was, stond ik wel zeer verantwoorde jam of curd te maken van biologisch fruit. Of ruimde ik mijn huis op, ging naar een museum. Er is nog zoveel dat ik deze maand wilde zien.

In plaats van al die nuttige, aangename, educatieve activiteiten, in plaats van die geweldige reis naar Kenia die ik eind deze maand onverwacht zou maken, in plaats van die bezoekjes aan familie en vrienden aan het begin van weer een jaar zit ik nu hier.

Weer, in een rolstoel, met wat breukjes die het functioneren ernstig belemmeren, tijdelijk.

Zit ik tussen een kleine groep mensen in hetzelfde of een erger schuitje, is er een weekmenu, moet ik het doen met de blik uit het raam, tien stappen heen en tien stappen terug tussen de leggers van de brug, driemaal daags, op geleide van pijn. Zijn er de steeds herhaalde verhalen van mensen die al een tijdje meelopen en meer verleden hebben dan toekomst. 

Zou deze dag niet mee tellen, sneller voorbij moeten zijn dan zo’n met activiteiten gevulde superdag?

Zou dat onverwachte gesprek met die zeer oude dame die mijn moeder nog kende en herinneringen ophaalde aan haar, van minder waarde zijn, omdat ik in een rolstoel en zij achter een rollator stond op de gang van een zorgafdeling?

Zou het levensverhaal van die heel zelfstandige vrouw, die altijd voor zichzelf en haar familie zorgde, en die nu merkt dat zij verdwaalt in het heden, zich realiseert dat er geen familie is om haar te steunen, er niet toe doen?

Zou de simpele lol die we hebben als we weer eens allerlei manoeuvres uit moeten halen om allemaal met onze diverse hulpmiddelen aan tafel te kunnen, minder waardevol zijn dan de gescripte humor van de gemiddelde TV-show?

Zou het gesprek met die dame die het geestelijk en lichamelijk zo zwaar heeft, dat zij niet wil zeggen wat haar echt dwars zit, niet net zo nuttig zijn als de interessante verhandelingen in allerlei talkshows over mindfullnes, of omzien naar elkaar?

Wanneer is iets van waarde?

Ik tel mijn zegeningen, en aan het eind van deze dag maak ik de balans op:

Er is voor mij gezorgd, er is om mij gegeven. Verwachte en onverwachte bezoekers kwamen langs en gaven mij hun tijd en hun verhaal. Net als vrijwel alle dagen die ik hier noodgedwongen doorbreng. Deze dag hoefde niet sneller dan hij ging, en eigenlijk ging hij nog te snel. Ook deze dag heeft zeker waarde.

Van het een…

Ik onderzocht de mogelijkheid van een warmtepomp. Poetin viel Oekraïne binnen. We betalen hier in NL € 2 per dag per persoon aan het gas uit Rusland. Ik bestelde de warmtepomp, om die € 2 te verlagen. De warmtepompen waren uitverkocht. Ik bestelde een fleecejas en zette de verwarming op 15. 

De winter ging voorbij. Er kwam weer wat lucht op het warmtepompfront. De installateurs maakten een afspraak. Ik ruimde de cv-ruimte en de aangrenzende inloopkast leeg. Alle kamers boven stonden vol. De warmtepomp werd in 5 uur geïnstalleerd. Ik bleef achter met een heel lege inloopkast.

Stofzuigen. De muren witten. Nieuw kastpapier op de planken (shocking pink). Spullen sorteren en ordenen, kleding sorteren en ordenen. Wat niet meer terugkomt in de kast verdelen over bestemmingen. Alle spullen die wel moeten blijven weer in de kast. Planken weer (iets minder) vol. Hangers weer hangen. 

Het resultaat van dit alles:

Een warmtepomp die nog niets hoeft te doen.
Een inloopkast die er keurig bij staat.
Een bovenverdieping die een puinhoop is. 
Ik moet nu de logeerkamer weer ordenen. 

Wellicht moet daar gewit worden…

Vrijwilligers

Om maar met de deur in huis te vallen: ik doe vrijwilligers werk. Al vrij lang. Ooit naast part-time betaalde functies. Dat begon vrijwel direct nadat ik mijn meer dan full-time betaald werk stopte. Waar deed ik dat vrijwilligerswerk? Bijna overal waar ik lid was en ervoor gevraagd werd, zou een leuke samenvatting zijn.

Er waren jaren dat ik in zeven besturen zat, naast een ochtend per week lesgeven
en een dag per week presentaties op scholen verzorgen. Nu heb nog maar drie vrijwilligersfuncties. Samen is dat zoveel werk, dat ze soms op elkaar moeten wachten voor ik aan bepaalde klussen toekom. 20 Uur per week is doorsnee, en soms haal ik het dubbele, als er bijvoorbeeld een evenement geregeld moet worden. Dat werk beperkt zich niet tot vergaderen en bewaken, het is breed en houdt van alles in. Soms lig ik er wakker van.

Waarom doe ik dit, geheel zonder vergoeding? Omdat ik dat waar ik me druk om maak de moeite waard vind, terwijl het door de (lokale dan wel nationale) overheid niet wordt gedaan. Het is fijn als dat werk ergens toe leidt, en dat doet het meestal. Veruit het meest vervelende en meest energievretende onderdeel van die vrijwillige klussen: het zoeken naar geld om dingen mogelijk te maken. Het lukt, maar het stopt nooit.

De voldoening haal ik uit de resultaten, als die er zijn. Wat waren voor mij redenen met sommige vrijwillige klussen te stoppen?

Als de sfeer niet goed was.
Als het resultaat er niet was.
Als betaalde nieuwkomers goedlopende zaken veranderde in stilvallende zaken en daarna de vrijwilligers vroegen mee te denken hoe de zaak weer vlot te trekken, om vervolgens niets te doen met de inbreng.
Als mensen denken dat ze personeel hebben, onbetaald, dat ze kunnen koeioneren.

Of een combinatie van deze zaken.

Ik kan stellen dat ik een ervaren vrijwilliger ben, die niet gauw opgeeft. De laatste tijd vallen me wel wat zaken op, hier in mijn stad, waar net een groot evenement heeft plaatsgevonden. Een stad waar we vergeleken met de rest van ons land altijd gezegend waren met heel veel vrijwilligers in een handige leeftijd. Zeg tussen de 50 en 70. Jong gepensioneerden, waar de kinderen en de baan geen tijd meer vraten, de noodzaak tot betaald werk afwezig was, en het vrijwilligerswerk voor het opscheppen lag in alle sectoren.

Niet dat ze stopten met die 70 jaar, ze gaan vaak door tot ze omvallen. Maar met een veranderende maatschappij neemt dat aanbod af. Er wordt langer doorgewerkt. Daarna wil men er op uit, de wereld ligt open. Dan is verkeer regelen tijdens een sportevenement niet meer zo aantrekkelijk. Dan is de kantine bemannen te lastig. Dan is plaatsnemen in een bestuur een verplichting waar niet iedereen op zit te wachten met het huidige snelgroeiende woud aan regelgeving.

Minder aanbod dus, voor al die clubs en stichtingen en verenigingen die de dingen doen die het leven zo aangenaam maken. Het is dus nog meer zaak zuinig te zijn op je vrijwilligers, Ze serieus te nemen en met respect te behandelen. Dus is het voor de overheid zaak ze zo goed mogelijk te accommoderen. (En nee, dat doe je niet door een bank voor je karretje te spannen, of een betaalde fondsenjager wat kruisjes te laten zetten).

Ooit stopte ik met een klus toen die werd vergeven aan een commerciële organisatie, die geld ging verdienen aan mijn onbetaalde vrijwilligerswerk. Ik zie dat die constructie steeds vaker wordt gebruikt, vrijwilligers in dienst van organisaties die (veel) geld krijgen om zaken te organiseren. Kennelijk niet genoeg geld om iedereen te betalen, maar een aantal mensen aan de top houdt er in ieder geval genoeg aan over om zich druk te maken.

Het minste dat je dan kunt doen is je vrijwilligers netjes behandelen, ze het gevoel geven dat ze gewaardeerd worden, rekening houden met hun wensen en mogelijkheden. Niet alleen omdat dat is zoals je altijd met mensen om hoort te gaan, maar ook omdat je wil dat ze die klusjes nog eens voor je klaren in te toekomst.

Mensen dus lang in onzekerheid houden of ze nodig zijn: niet handig.
Mensen meer belasten dan redelijkerwijs verwacht mag worden: niet handig.
Mensen een vuile of onveilige of ongezellige werkomgeving bieden: niet handig.
Mensen steeds laten verkassen van plek omdat anderen kennelijk belangrijker zijn: niet handig.
Mensen problemen op laten lossen die jij hebt veroorzaakt als betaalde organisator: niet handig.
Je bemoeien met de vrijwilligerstaken omdat je even niets omhanden hebt: niet handig.
Mensen uitnodigingen voor vrijwilligerswerk, die in een afhankelijke positie zitten en geen nee durven zeggen: niet handig (en schoftig, maar dit terzijde).
Geen rekening houden met aangegeven beperkingen in tijd of fysieke mogelijkheden: niet handig.

Maar wat helemaal niet handig is: zo tegen je vrijwilligers te keer gaan dat ze in tranen uitbarsten en geen enkel initiatief meer durven te tonen daarna. Denk je dat de jonge vrijwilliger die dit gebeurde, terwijl die dacht een paar leuke dagen mee te maken, zich nog eens meldt? Die zou wel gek zijn.

Alle bobo’s van alle organisaties die het afgelopen evenement met elkaar gaan evalueren hoe succesvol het wel was, en zichzelf en elkaar op de schouders kloppen, onder het genot van een drankje, laten die zich eens afvragen: zien we de stille werkers wel genoeg? De mensen die wel mogen bedienen, maar nooit worden bediend? De mensen die wel mogen begeleiden, maar zelf niet worden begeleid. Die welkom mogen heten, maar zelf niet welkom worden geheten?

En kijk dan gelijk even wie je allemaal uitnodigt om onbetaald te genieten van iets waar anderen voor moeten betalen. En nodig daar dan eens de volgende keer vrijwilligers voor uit, in plaats van je collega-bobo’s.

 

We denken met u mee…

Ik gebruik sinds enige tijd kauwtabletten die sinds heel kort niet meer vergoed worden. De ziektekosten rijzen de pan uit, er moet iets gebeuren.

Toen ik afgelopen weken een nieuwe portie op kwam halen, viel mij op dat ik een andere verpakking meekreeg. De apothekersassistente keek mij opgewekt aan en zei: “ We denken graag met u mee, u moet ze nu zelf betalen, en dus hebben wij een goedkoper merk geleverd. Dat scheelt u geld”. Hoe kun je weerstand bieden aan zoveel vriendelijkheid? Ik bedankte hartelijk voor dat initiatief, en zei te hopen dat dit goedkopere merk net zo lekker zou smaken als dat duurdere. Je eet ze immers elke dag. Dat wist ze uiteraard niet.

Al bij het naar buiten lopen bedacht ik het volgende:

Als die apothekers in Nederland nu eens, bij een goedkoper, even goed werkend middel, altijd dat goedkopere middel zouden hebben geleverd. Dat middel dat gewoon door de verzekering vergoed werd. Zouden dan de kosten voor de verzekering niet lager zijn gebleven? Zou het zo kunnen zijn, dat als wij wat zuiniger met onze medicijnen om zouden gaan, geen ongebruikte verpakkingen weggooien (dat gebeurt, ook met pillen van 75 euro per stuk, nog in de doordrukstrip, dames en heren) als dat decades geleden eens gebeurd zou zijn. Als al die mensen met die goede opleidingen daar nu eens aan gedacht hadden, in plaats van omzet draaien of geld maken, of overdreven voorzichtigheid, of regeltjesrijderij (of soms gewoon gemakzucht): zouden we dan niet veel langer de verzekering betaalbaar hebben kunnen houden?

Want links om of rechts om: we betalen het altijd zelf. De vraag is alleen waar de grootste winsten vallen. Bij de leverancier, of bij de afnemer.

So this is Christmas

Ik ben kerstfan. Waar ik door het jaar heen houd van leeg en strak, gaan de laatste weken van het jaar mijn kitschklieren helemaal los, wil ik kerstversiering, kersetentjes, kerstgasten, kerstbrood, kerststress, kerstkaarten: het hele varken.

Vorig jaar viel mijn kerstfeest, na een al wat mager kerstjaar daarvoor qua kerstgasten, helemaal in het water. Dus dit jaar zou ik dat compenseren, kerstfeest XL stond op het programma. Alle versiering een plek geven, alle kaarten op tijd op de bus,  alle dagen gasten en een beetje over de randen, logeetje in huis, hier en daar cadeautjes, veel koken.

De kerstkaarten zijn inmiddels (we schrijven 4 januari 2023) nog niet overal bezorgd, dat worden de nadruppelaars van Post.nl. De etentjes waren gezellig, niemand werd er ziek van, er waren leuke gesprekken, het kerstgroen hield zich braaf, en vrijwel alle versiering heeft het overleefd.

En toch, en toch. Kerst was anders dit jaar.

Vrijwel ieder koor, veel reclamespots, elk kerstprogramma, iedere kerstfilm had tenminste een van de volgende nummers op het repertoire: Caroll of the Bells of So this is Christmas. Geen toeval, beiden verwijzen naar de oorlog die begin 2022 begon en voorlopig nog niet voorbij is. Er is natuurlijk altijd wel ergens oorlog en ellende, we kijken al niet meer op of om Maar nu is het dicht bij huis, de vluchtelingen lijken op ons, ze komen van binnen Europa.

Carol of the Bells werd gecomponeerd door Mykola Leontovych, een Oekraïens componist, wij zingen het in het Engels over de hele wereld. En John Lennon verwees in zijn Kerstlied naar de oorlog, die over zou zijn als wij dat wensen.

Kerst vieren, terwijl op datzelfde moment drie grenzen verderop mensen in het donker, in de vrieskou zitten, zonder water. Terwijl er op alle feestdagen slachtoffers vallen ten gevolge van de bewuste aanvallen op burgerdoelen. Terwijl er soldaten weer in loopgraven zitten. Terwijl er vele, vele tientallen doden en gewonden per dag vallen.

Kan dat wel, is dat niet wegkijken? Lukt dat wel, terwijl je je bewust bent, nog meer dan anders, van alle ellende op de wereld, niet alleen In Europa?

Het heeft alle feestdagen in mijn hoofd gezeten, zoals het steeds aanwezig is, maar ik heb het gevierd met alle mogelijke middelen. Kerst XL, zoals ik mij had voorgenomen.

Want niet vieren, vind ik, is toegeven aan het kwaad. Tegen het geweld buiten zette ik mijn kerstboom binnen, tegen de vrieskoude daar zette ik voor mijn gasten de verwarming op een acceptabel niveau, tegen het donker zette ik de vele lichtjes overal in huis, binnen en buiten.

Ondertussen hangt daarbuiten, nu al ruim tien maanden, de Oekraïense vlag. Hij slijt aan de rand, wordt gevangen door de boom naast hem. Daar blijft hij hangen, tot het vrede is. Hopelijk vóór de volgende kerst.

Flag_of_Ukraine.svg

Treurende Kerstballen

De jongens en meisjes van de NS communicatie afdeling bedachten iets leuks: een online adventskalender om de trouwe reizigers te bedanken. De NS Wintercity, vol verrassingen. Dachten ze. Iedere dag een link om verwachtingsvol te zien wat nu weer je cadeautje is: regelmatig kreeg je een kortingscode bij aanschaf van iets, zoals een portie pasta of een drankje in een NS kiosk. Als je die kunt vinden op het station van je keuze. Niet echt cadeau dus, maar mooi meegenomen.

Soms werd er echt iet leuks beloofd, een reisje, een diner voor twee, een souvenir aan oude tijden. Je hoefde alleen nog maar op die link te drukken. Maar ja, die echte cadeautjes waren er niet voor iedereen, de link liet de deuren van een virtuele wagon openen en daar stond dat een treurende paarse kerstbal: “Pech gehad,  volgende keer meer geluk?”

De decembermaand en daarmee de adventskalender is inmiddels ten einde. De oogst? Zo’n vijftien treurende paarse kerstballen, schat ik. Best passend in de tijd van uitvallende of vertraagde treinen en een uitgedunde dienstkalender.

Vanmorgen kreeg ik een nabrander, een troostprijs: 10 % korting! En ze wilden weten wat ik van de mail vond. Wat zal ik ze eens zeggen?

 

kerstbal

You had one job

Er zijn filmpjes en foto’s op het internet te vinden onder de titel: You had one job.  Met als teneur: totaal fout gegaan. De kraan naast de wasbak, het afvoerputje op 20 cm boven de vloer. Dingen die eenvoudig goed zouden moeten zijn, zoals de trap voor de deur en niet ernaast. En die dan toch helemaal mislukken. Onoplettendheid, stupiditeit, star de tekening verkeerd lezen of volgen waar eigen initiatief fouten zou voorkomen. Hilarisch

De titel ‘You had one job’ geeft dan aan dat als je je maar echt druk maakt over de jouw opgedragen taak, jouw kernactiviteit, die fouten niet gemaakt hadden moeten worden, de zaken goed hadden moet worden aangepakt.

Ik moest daar de afgelopen dagen aan denken, terwijl ik vandaag, ruim na kerst, weer een aantal kerstkaarten binnenkreeg die weken geleden, vol plezier en goede wensen door de verzender, soms maker, op de bus werden gedaan. Een paar kaarten zijn al drie keer aangemeld. Maar 24 december kwamen zij niet, 27 december kwamen zij helemaal niet, en vandaag waren ze er weer niet bij.

Nu zult u denken: wat kan het schelen? Maar mij kan dat schelen. Het sturen van kaarten is een mooie manier contacten op afstand te onderhouden, oude vriendschappen kracht bij te zetten, harten onder riemen te steken, te groeten op afstand, soms over oceanen.

Ik stuur nog maar de helft van wat ik ooit stuurde, maar een appje, twee dagen voor kerst: voor mijn vrienden, familie en goede kennissen vind ik dat echt wat te mager.

Aanbod genoeg ook, er is een hele industrie rond het sturen van kaarten. En die sturen ook allerlei mooie reclames de ether in, om ons aan te sporen deze gewoonte aan te houden. Want onder druk staat hij wel. Ooit deed Post.nl in de laatste maanden van het jaar zelf nog oproepen in die richting. Ze zijn er volgens mij mee gestopt. Ze kunnen namelijk hun beloftes niet waarmaken, net zomin als het hen dat vorig jaar lukte, en ook het jaar daarvoor.

Klagen heeft geen zin. Niet aangetekend verstuurd? Pech gehad. Iedere andere service of aanbieder zou zichzelf daarmee de das om doen. Voor post.nl geldt dat ook. Er wordt minder post verzonden, men ontslaat full time medewerkers, rekent op oproepkrachten, de service gaat achteruit want te weinig handjes aan de brievenbus. Mensen geven de moed op en zoeken andere wegen, sturen geen echte post meer. Minder inkomsten, minder medewerkers: de race naar het afvoerputje is ingezet.

Inmiddels hebben ze begrepen dat er weer wat meer gerekend moet worden op fulltime medewerkers, maar of het tij nog gekeerd kan worden?

Ik wacht het nog even af, volgend jaar weer een kans om die ene functie goed uit te voeren: het bezorgen van grote hoeveelheden post, tijdig, op het juiste adres, zonder beschadiging. You have one job.

Wat gaat mij dat aan?

Recent besliste het Supreme Court in de VS de abortuswet zo aan te passen, dat de staten grote vrijheid hebben die te verbieden.

Wat gaat mij dat aan? Ik had nooit een abortus nodig, zal dat in de toekomst ook niet nodig hebben, en woon niet in de VS.

In Oekraïne wordt een land aan gort gebombardeerd, worden oorlogsmisdaden begaan, mensen verdreven, vermoord, verkracht, mishandeld. Wat gaat mij dat aan? Ik woon daar niet, heb ook geen plannen in die richting.

In Israël worden Palestijnen onder valse voorwendsels, met een rechterlijke uitspraak in de hand, van hun land verdreven, hun huizen worden vernietigd, hun bomen ontworteld, hun rechten geminacht. Wat gaat mij dat aan? Niet mijn land, mijn huis is hier.

In Jemen sterven nog dagelijks mensen, evenals in Syrië, Afghanistan en zo veel andere plekken, onder (burger)oorlogsgeweld. Wat gaat mij dat aan, hier bevechten we elkaar alleen per sociale media en kan ik veilig over straat.

In grote delen van de wereld is al honger, dreigt die nog groter te worden. Soms onbedoeld als bijvangst van een conflict, soms door minachting van de natuur, en nu ook als bewust wapen in een oorlog. Wat gaat mij dat aan? Hier liggen de schappen vol, ik kom niets te kort.

Maar ik ben vrouw, alleen al daardoor lid van een groep die minder rechten heeft en had.

Maar ik ben democraat, ik heb mijn recht om te kiezen lief.

Maar ik ben mens, ik heb mensenrechten hoog in mijn vaandel.

Want als het daar niet om gaat, waar gaat het dan wel om? Het gaat mij allemaal aan.

Ik heb steeds meer het gevoel in het oog van de orkaan te zitten. Om mij heen raast de storm, torenen de golven huizenhoog, vergaan er schepen. Zolang ik in dat oog blijf maak ik een goede kans te overleven. Als de orkaan tenminste niet te snel van richting en snelheid verandert, mijn schip bestuurbaar blijft en er genoeg brandstof is.

Maar wee, als aan een van die zaken iet verandert, dan slokt hij mij op. Dan zit ik vol in de storm.

Veel is er niet voor nodig, en dan gaat het mij allemaal aan.