Wat te doen?

Voor wie, als ik, woedend is en dreigt in wanhoop weg te zakken, een lijstje. Omdat we, na 22 november, het niet mogen opgeven. Omdat dit ons land is, dat we graag zo gaaf mogelijk willen achterlaten, en niet over willen geven aan de haters. Aanvullingen en suggesties welkom. Initiatieven deel ik graag verder, hier, of elders.

  • Word lid van een fatsoenlijke politieke partij. 

Een die tegen uitsluiting is. Een die voor Europa is. Een die zich inzet voor mensenrechten, klimaat, delen. Een zonder randcriminelen in zijn of haar gelederen. Ze hebben je nodig, om effectief oppositie te kunnen voeren, de feiten te kunnen blijven benoemen, ruchtbaarheid te kunnen geven aan zaken die niet deugen. Zelf kies ik Volt. Ik draag de hoodie nu vaker, het is gelukkig een frisse zomer. Maar iedere andere optie is prima. 

  • Blijf benoemen. 

Laat blijken, ook op je sportclub of vereniging, dat je het niet eens ben met racisme, fascisme, vreemdelingenhaat. Discussies zijn niet nodig: gewoon benoemen dat je het oneens bent met uitspraken die niet deugen, dat je het anders ziet, dat de feiten mogelijk anders liggen, maakt duidelijk waar je staat. Dat voorkomt dat iedereen zwijgend toekijkt hoe het ongedierte onder hun stenen vandaan kruipt en we gaan denken dat het normaal is om rechtsradicaal te zijn. Dat is het niet, ze zijn een minderheid, nog steeds. Dat moet zo blijven.

  • Steun hulporganisaties, zoveel als je kunt.

Amnesty International. Human Rights Watch, Stichting Vluchteling, Vluchtelingenwerk Nederland, Oxfam Novib, Cordaid, Voedselbanken, Kinderhulp, Artsen zonder Grenzen, het Rode Kruis, Unicef, Care, Help Ukraine en de vele, vele andere die ik vergeet: het zijn organisaties die zich daadkrachtig inzetten voor mensenrechten en minderheden. Zij staan steeds meer onder druk terwijl de nood steeds groter wordt. Laat ook weten dat je ze steunt in hun strijd tegen ellende onder alle slachtoffers van ons gebrek aan vrede, veiligheid, eerlijkheid. Deel ze dus op je sociale media. Ze hebben je nodig.

  • Steun culturele organisaties, zoveel je kunt.

Er zal veel nuttigs, nodigs en cultureels onder druk komen staan. Zij zijn evenzeer nodig,  om onze beschaving en onze geestelijke gezondheid overeind houden. Dus neem een abonnement op de bieb, ook als je boekenkast vol staat. Word vriend of donateur van je theater, kunstclub, orkest, sportclub etc. Voor jezelf, voor anderen.

  • Steun elkaar.

Wij zijn met meer. Probeer een manier te vinden om met de vele goedwillenden in je omgeving, in onze samenleving, in gesprek te gaan en blijven. Zodat we elkaar kunnen steunen in de lastige jaren die voor ons liggen. Dialooggroepen, gesprekskringen, koffie met taart – ochtenden, tuinclubs, muziekmiddagen. Wat ook maar. We moeten wel blijven inzien dat er veel te genieten is en blijft in dit welvarende land. Laten we dat dan ook doen, samen.

  • Hou vol!

Waarom ik toch keek

Als ik zeg dat ik een schurfthekel heb aan kamerlid wilders en de club mensen die doen of ze lid zijn van zijn populistische en extreemrechtse partij (mijn mening), dan druk ik mij zacht uit. Dus ik deel met velen hier de mening dat het een schande is, wat er 22 november in Nederland is gebeurd. Een schande en een gevaar voor de democratie. De democratie waar zo hard voor gevochten, geleden en gestorven is, door de jaren heen.

Ik vind het dan ook onverteerbaar dat een fractiegenoot van kamerlid wilders nu de Kamer voorzit. Nog onverteerbaarder vind ik het dat zijn baas nu een essentiële rol speelt in de formatie en ons systeem van binnen op dreigt te blazen. Het is de reden waarom ik jaren geleden mijn partij van mijn stem onthield en mede de reden dat ik die partij uiteindelijk helemaal verliet.

Ik kon mij dus heel goed vinden in de voorstellen van mensen op sociale media, hier dus o.a., om de 4 mei herdenking door de NPO te boycotten. Want daar loopt dan zo’n PVV-er namens ons een krans te leggen bij ons monument.

Dat kan toch niet?

Maar het kan, het is gebeurd, en ik heb gekeken, toch gekeken.

Het was indrukwekkend, als elk jaar.

Zo hoort het ook. Je kunt van alles vinden van de PVV, de NPO, het comité, wie er wel en niet herdacht moeten worden. Maar dit is onze 4 mei. De Kamervoorzitter staat daar niet omdat het zo’n aardige man of vrouw is, maar staat daar uit hoofde van zijn of haar functie. Niets minder, niets meer.

Zo werkt onze democratie gelukkig, nog. Dus het zou heel gek zij als wij onze 4 mei viering zouden laten kapen door een tijdelijke voorbijganger in de politiek, al zit hij er al veel te lang naar mijn smaak. 

Hij gaat niet over mijn kijkgedrag, al zou hij dat nog zo graag willen.

Alle zorg, alle goed gekozen woorden, de muziek, de gezichten, de stilte op het plein, de vlag halfstok, de krans voor mijn omgekomen collega’s uit een ander tijdperk: het staat ergens voor. Iets sterkers dan zo’n zigzagpartij, iets sterkers dan verdeling, iets sterker dan haat.

Het staat voor onze democratie, onze vrijheid, en de offers die dat soms vraagt. Laten we oppassen dat we het niet alsnog uit onze handen laten vallen.

Help! Doe iets!

Ik zat op de bank, met een helend maar nog onbruikbaar been, en zag hoe een land een ander land binnenviel. Ik voelde mijn machteloos. Gelukkig steunde mijn land het aangevallen land. Al kon ik niet veel doen, ik hoefde mij niet te schamen.

Ik liep weer rond, met krukken en bezocht een land. Ik zag hoe daar een deel van de bevolking werd onderdrukt, gebrutaliseerd, door de meerderheid van dat land. Ik voelde woede, maar helemaal machteloos was ik niet. Ik kon mij inzetten voor groepen van dat land, die wel geloofden in samenleven op basis van rechtvaardigheid, gelijkheid en het respecteren van elkaars mensenrechten.

Anderhalf jaar later las ik, vroeg in de ochtend, hoe in dat land grote gruwelen werden uitgevoerd, door een terroristische organisatie. Zag ik hoe daar door de regering van dat land instant wraak werd genomen, met alle mogelijke middelen, nietsontziend, wraakzuchtig, en met voorbijgaan aan alle wetten die er gelden in een oorlog. Want oorlog is verschrikkelijk, maar niet wetteloos. Meestal.

Nu zit ik weer op de bank, met weer een helend been, en ik zie de gruwelen zich nog dagelijks ontvouwen. Al drie maanden en drie weken gaat deze ongelijke strijd door. En ik voel mij machteloos, weer.

En dit keer schaam ik mij. Want mijn regering schaart zich laf achter de regeringen van bevriende mogendheden, in de hoop… In de hoop op wat eigenlijk? Een woordje mee te mogen spreken? Erbij te mogen horen? Handel te kunnen blijven drijven? Militaire hulp in nood te kunnen blijven ontvangen, wanneer (niet als, het komt zeker als we niet oppassen) dat nodig is? Of is het vanwege een positie, omwille van de smeer?

Maar al voel ik mij woedend en machteloos, er is wel iets wat ik kan doen.

Als Nederland, mijn land, deze vleugellamme regering, zich schaart achter de lijn van Israël en de VS, om gebaseerd op nog niet onderzochte feiten, meent hulp aan de burgerbevolking van Gaza door UNWRA op te moeten schorten; In een oorlogsgebied, waar al een derde van de bevolking aan het verhongeren is; In een oorlogsgebied, waar artsen, hulpverleners en journalisten doelwit zijn. Waar tienduizenden (de helft kinderen) al stierven en nog een meervoud daarvan gewond en weer voor het leven getekend is; Waar systematisch scholen, vluchtelingenkampen, ziekenhuizen en voorraden worden gebombardeerd; Waar hulpkonvooien met hoognodige voeding en medicijnen welbewust worden tegengehouden.

Dan is er iets wat ik wel kan doen. 

En als ik het kan, kan jij het ook:

Help! Doe iets!

Geef wat je kunt aan UNHCR, het Rode Kruis, Cordaid, Oxfam Novib, Artsen Zonder Grenzen, Stichting Vluchteling of welke andere organisatie ook maar die je kent die hulp biedt in nood.

En vertel erbij, hier, in je vrienden- en familiekring, waar je maar kunt, waarom je dat doet.

En als er, over een paar maanden, over een jaar, of twee, hier weer verkiezingen zijn in dit welvarende, vrije, gelukkige, maar laffe land. Kies dan met je geheugen en je verstand. Zodat je je niet meer hoeft te schamen.

Beste PVV-er

Beste PVV-stemmer, is dit echt wie je bent?
27 november 2023

Toen ik jaren geleden ’s morgens bij het wakker worden wist dat de Britten de EU uitgingen, voelde ik zo’n zakkend gevoel in mijn maag. Ik was verbijsterd: ze hadden het tóch gedaan. Je kreeg de neiging te denken dat die stemmen uitgebracht waren door mensen die veel te klagen hadden en misleid waren over de waarde van de EU. Maar ik kwam niet veel later een Britse collega tegen die notabene in diezelfde EU-constructie zijn goed belegde boterham verdiende, en ook tegen stemde. Min of meer ‘out of spite’. Maar toch.

Datzelfde verbijsterde gevoel heb ik nu al de hele week, in mijn eigen land: hoe konden we onszelf zo te kijk zetten, hoe konden we zo het glibberige steile pad kiezen van een Poetin-vriend; Hoe konden we de veiligheid van ons eigen land en van heel Europa negeren in onze gang naar de stembus.

Er worden veel kiezers in beeld gebracht. Men kiest dan bij voorkeur een degelijke volksbuurt, met veel Jan Modaal of net twee slagen daaronder. Mensen met een wat lagere opleiding, met een inkomen waar ruim overheen gesprongen kan worden. Mensen die recht van klagen hebben, kun je zeggen, en die wel wat anders aan hun hoofd hebben dan verkiezingsprogramma’s met elkaar te vergelijken. Mensen die vatbaar zijn voor valse beloftes, zeg maar. Mensen die niet beter weten.

Maar dat ben jij helemaal niet hè? Dat beeld is incompleet.
Jij bent heel iemand anders. Mogelijk ben je zelfs familie van me. In dat geval heb je weinig te klagen: een goed huis, een vast inkomen waarmee je het eind van de maand haalt, regelmatig op vakantie naar warme oorden, een respectabel lid van de samenleving. Je doet vast vrijwilligerswerk ergens, bij een sportvereniging, de plaatselijke houthakkersbond, je leest kinderen voor op school af en toe. Je hebt vrienden, familie, een toekomst.

Het bedrijf waar je werkt is een gerespecteerd bedrijf, met mooie opdrachten in dienst van de samenleving. Dat is te lezen op de websites, waar men rept over veiligheid, of leefbaarheid, of duurzaamheid. En waar de mens altijd centraal staat, de samenleving omarmd wordt en de toekomst van groot belang is. Je bent werkzaam in de zorg, de bouw, de politie, defensie.

Je bent goed opgeleid, in het weekend ga je uit met de meiden, of stappen met de maten, of je volgt een spannende netflixserie. Je staat naast het veld, waar je kinderen sporten, je maait keurig het gras in de voortuin, doet boodschappen bij de super.

En toch, en toch stond je donderdag te juichen met je collega’s. Ineens konden jullie hardop zeggen op wie je had gestemd: op de winnaar!

Eindelijk zou het allemaal goed komen in ons landje.

Heb je toen ook aan je kinderen gedacht, of de kinderen van vrienden of familie? Hoe zij hier wonen over pakweg, twintig, dertig jaar?

Denk je dat jouw bedrijf of instelling garen spint bij deze koers dwarsuit naar rechts?

Denk je dat de veiligheid van ons land gebaat is bij het in de steek laten van Oekraïne? Welke taallessen zullen jouw kinderen of kleinkinderen krijgen op school? Ben je jong genoeg om je voor te stellen hoe het is, om niet meer te kunnen kiezen op wie je wilt, ooit?

Denk je dat je nog op vakantie zult willen naar een warm land, als het klimaat echt ontspoort? Het gras in de voortuin hoef je dan in ieder geval niet meer te maaien.

En heb je aan die collega’s gedacht, die hardwerkende buitenlanders, een aanwinst voor jullie bedrijf?

Denk je dat de bouw sneller gaat straks, als er nergens meer buitenlanders worden ingezet? Dat het in de zorg beter wordt? Kijk dan eens om je heen wie er schoonmaakt in jullie ziekenhuis of zorginstelling en wie er in de keuken staat. Of wie er nu bezig is op onze landbouwgronden,

Denk je dat het veiliger wordt in onze straten, als opgeschoten jongeren denken dat ze nu, met de rechterarm omhoog, op buitenlanders mogen gaan jagen, of op leden van de LHBTI-gemeenschap?

Heb je aan je collega, lid van een van die minderheden, gevraagd hoe hij of zij zich nu voelt? Die collega waar jullie zo goede sier mee maken als het zo uitkomt om te laten zien hoe inclusief jullie zijn? Het menselijke gezicht van je organisatie? Nee hè?

Hebben jullie ook maar één moment bedacht hoe het moet zijn voor iemand die hierheen vluchtte, omdat hij of zij in eigen land niet veilig was. Hoe het moet zijn te werken tussen mensen die jou het liefst zien vertrekken? 

Hoe het moet zijn te bedenken waar je nog heen kunt, als het hier echt niet meer gaat? 

Hoe het moet zijn als je denkt straks niet meer open jezelf te kunnen zijn?

Als wij, in Nederland, hard roepend dat we echt, echt niet extreemrechts zijn hoor, ook niet na al die stemmen op Wilders, het al niet meer redden met elkaar, hoe ziet onze toekomst in Europa er dan uit?

Natuurlijk, iets leuks doen voor de veiligheid van de wereld op je werk is veel makkelijker dan er in je eigen bestaan ook nog rekening mee houden.

Zeker, het is lastig en vervelend dat korter douchen, dat afval scheiden. 

En minder vliegen is al helemaal niet leuk. 

Dan is het veel makkelijker om in de baas zijn tijd met dat soort dingen bezig te zijn.

Maar als jij, goed opgeleide, goed betaalde, hard werkende Nederlander, al niet meer in staat bent je werkelijk te verdiepen in wat er nodig is voor een enigszins veilige, enigszins goede toekomst voor ons allemaal, of we nu oud of jong, hoog- of lager opgeleid, hier of elders geboren, zwart, wit of groen, zijn en van wie of wat we maar ook houden; Als jij al niet meer in staat bent om verder te kijken dan je eigen neus lang is….

Open brief aan Mark Rutte, voormalig partijleider van de VVD

Den Helder, 23 november 2023

Beste Mark,

Weet je nog dat lange telefoongesprek dat we hadden in 2010? Je was nog net geen Minister-President. Jij zult het je niet herinneren, maar ik heb er nog vaak aan gedacht.

Ik was wethouder van een middelgrote gemeente en reageerde op een voorstel van een gemeenteraadslid van de VVD, toen mijn partij, over ritueel slachten en een mogelijk verbod daarop. Er was geen rituele slacht in mijn stad, het was een proefballonnetje van Helma, om te zien of en hoe het zou landen. Je bezwoer me dat het echt, echt niet was om de rechterflank te plezieren, dat het echt alleen om dierenleed ging. (Die megastallen staan er nog trouwens)

Dat diegenen die bij Wilders wilden zitten daar nu allemaal al wel zaten, dat de VVD echt niet verder naar rechts op zou schuiven. Dat ballonnetje werd doorgeprikt, het bewuste raadslid verliet de gemeenteraad voortijdig voor een bedankplekje onderaan op de lijst en uiteindelijk in de Kamer. Ze schreef er nog een boek over, want ze was zelfs voor de toenmalige VVD te rabiaat. 

Ik heb je in 2010 gezegd dat ik het scherp in de gaten zou houden en schreef nog vele mails naar de partij, voornamelijk over die koers ten aanzien van buitenlanders, mensenrechten, integriteit. Ik kreeg altijd een keurig antwoord terug: keurig en nietszeggend. Gebeld heb ik je nooit meer. Gestemd op mijn eigen partij ook niet. Toen het steeds gortiger werd, heb ik de VVD verlaten, een raad die jij me gaf toen, in 2010. De hoop dat een ander geluid de koers zou kunnen bijsturen was allang vervlogen.

Vanmorgen werd Nederland wakker bij een PVV met 37 zetels. 37 Zetels met dank aan 17% stemmers van de VVD.

Ik hoop maar dat je opvolger in ieder geval één belofte houdt: dat ze niet in een kabinet zit met premier Wilders. En ik hoop (ik ben een onverbeterlijke optimist) dat ook wat andere zinnige mannen hun rug recht houden en samenwerken, om het tij te keren en dit land leefbaar en veilig te houden voor iedereen.

Als je het straks wat minder druk hebt, tijdens de pogingen tot formatie en in afwachting van je verhuizing naar Brussel, denk dan nog eens aan dat gesprek en de koers die je toen koos.

Dan kun je vast bedenken hoe je Orban tegemoet zult treden, die supporter van Wilders; 

Wat je zult zeggen tegen President Zelensky als hij geen steun meer krijgt in zijn strijd om een democratisch en vrij land;

En wellicht zijn wat lessen Russisch handig, om die of gene welkom te heten.

Linda Rose Smit

Nieuw(s)

Ik sprak vanavond met H over de huidige ellende in Israël en de Gazastrip. En hoe snel we wennen aan zelfs het slechtste nieuws als het elke dag herhaald wordt. 

H gaat het goed, hij heeft net zijn vaste aanstelling bij een ingenieursbureau waar hij nuttige dingen doet met infrastructuur in onze stad. Hij is 29 geworden. Hij geeft op zijn vrije maandag les aan de Volksuniversiteit. Hij kocht vorig jaar zijn eerste (oude) autootje. Hij kon zelfs op vakantie naar Italië.

Toch is, zo zei hij mij, zijn leven een drama.

Elke dag begint hij met het nieuws te lezen op zijn telefoon. Over zijn land, Syrië, waar zijn ouders nog wonen. Ze zijn er goed vanaf gekomen met de aardbeving, net ver genoeg weg. 

H kreeg na een traject van vier jaar om hier te komen en anderhalf jaar wachten status. Leerde daarna in anderhalf jaar genoeg Nederlands om ons les te geven over en in zijn eigen taal, het Arabisch.

We waren het erover eens dat het vreselijk is wat er nu gebeurt, en dat het toch niet waar kan zijn, dat als je pretendeert een land te willen leiden, dat je dan zo makkelijk over de doden heenstapt.

Op zijn telefoon las H de afgelopen week elke dag over aanvallen op steden in Syrië. De vijfhonderd doden hebben ze daar de afgelopen week ook makkelijk gehaald. Een aanval op een militair opleidingsinstituut alleen was goed voor meer dan honderd doden. Vanuit Turkije worden de Koeren bestookt. En vanuit Israël vliegt er ook af en toe wat over.

We lezen er hier niet meer over. Het haalt het nieuws hier niet meer. We weten het nu wel, Assad mag weer meepraten hier en daar, krijgt handjes geschud. 

Voor ons is er altijd weer een nieuwe oorlog die de aandacht vraagt.

Wie weet nog hoe het gaat met slachtoffers van de aardbeving? Wie leest er nog over de Witte Helmen, die nog wekelijks omkomen bij hun pogingen mensen onder het puin vandaan te trekken. Ze kregen een prijs voor dat werk, ooit….

Er zijn weer nieuwe lijken en als die van de juiste kant komen, betreuren we ze, en hangen hun vlag op. En als ze niet van de juiste kant komen, dan is het hun eigen schuld.

Afhankelijk van welke zender ik kijk, zie ik de lijken op straat in Gaza, of de uitgebrande auto’s en de lijken op de weg in Israël.

Oekraïne kan even wachten, de kogels gaan even naar Israël. De aandacht ook. Voor even.

Tot we gewend zijn en het aantal slachtoffers weer ‘normaal’ is, en aan de goede kant van het hek vallen.

In de tijd dat ik dit schrijf zie ik verschillende bombardementen in de dicht bewoonde Gazastrip. Live, full colour. 

Er worden aan alle kanten weer haters gekweekt, mensen die zich zullen blijven verzetten tegen de ander, omdat familieleden omkomen. We leren niet. 

We leren wegkijken, dat wel.

Vrijwilligers

Om maar met de deur in huis te vallen: ik doe vrijwilligers werk. Al vrij lang. Ooit naast part-time betaalde functies. Dat begon vrijwel direct nadat ik mijn meer dan full-time betaald werk stopte. Waar deed ik dat vrijwilligerswerk? Bijna overal waar ik lid was en ervoor gevraagd werd, zou een leuke samenvatting zijn.

Er waren jaren dat ik in zeven besturen zat, naast een ochtend per week lesgeven
en een dag per week presentaties op scholen verzorgen. Nu heb nog maar drie vrijwilligersfuncties. Samen is dat zoveel werk, dat ze soms op elkaar moeten wachten voor ik aan bepaalde klussen toekom. 20 Uur per week is doorsnee, en soms haal ik het dubbele, als er bijvoorbeeld een evenement geregeld moet worden. Dat werk beperkt zich niet tot vergaderen en bewaken, het is breed en houdt van alles in. Soms lig ik er wakker van.

Waarom doe ik dit, geheel zonder vergoeding? Omdat ik dat waar ik me druk om maak de moeite waard vind, terwijl het door de (lokale dan wel nationale) overheid niet wordt gedaan. Het is fijn als dat werk ergens toe leidt, en dat doet het meestal. Veruit het meest vervelende en meest energievretende onderdeel van die vrijwillige klussen: het zoeken naar geld om dingen mogelijk te maken. Het lukt, maar het stopt nooit.

De voldoening haal ik uit de resultaten, als die er zijn. Wat waren voor mij redenen met sommige vrijwillige klussen te stoppen?

Als de sfeer niet goed was.
Als het resultaat er niet was.
Als betaalde nieuwkomers goedlopende zaken veranderde in stilvallende zaken en daarna de vrijwilligers vroegen mee te denken hoe de zaak weer vlot te trekken, om vervolgens niets te doen met de inbreng.
Als mensen denken dat ze personeel hebben, onbetaald, dat ze kunnen koeioneren.

Of een combinatie van deze zaken.

Ik kan stellen dat ik een ervaren vrijwilliger ben, die niet gauw opgeeft. De laatste tijd vallen me wel wat zaken op, hier in mijn stad, waar net een groot evenement heeft plaatsgevonden. Een stad waar we vergeleken met de rest van ons land altijd gezegend waren met heel veel vrijwilligers in een handige leeftijd. Zeg tussen de 50 en 70. Jong gepensioneerden, waar de kinderen en de baan geen tijd meer vraten, de noodzaak tot betaald werk afwezig was, en het vrijwilligerswerk voor het opscheppen lag in alle sectoren.

Niet dat ze stopten met die 70 jaar, ze gaan vaak door tot ze omvallen. Maar met een veranderende maatschappij neemt dat aanbod af. Er wordt langer doorgewerkt. Daarna wil men er op uit, de wereld ligt open. Dan is verkeer regelen tijdens een sportevenement niet meer zo aantrekkelijk. Dan is de kantine bemannen te lastig. Dan is plaatsnemen in een bestuur een verplichting waar niet iedereen op zit te wachten met het huidige snelgroeiende woud aan regelgeving.

Minder aanbod dus, voor al die clubs en stichtingen en verenigingen die de dingen doen die het leven zo aangenaam maken. Het is dus nog meer zaak zuinig te zijn op je vrijwilligers, Ze serieus te nemen en met respect te behandelen. Dus is het voor de overheid zaak ze zo goed mogelijk te accommoderen. (En nee, dat doe je niet door een bank voor je karretje te spannen, of een betaalde fondsenjager wat kruisjes te laten zetten).

Ooit stopte ik met een klus toen die werd vergeven aan een commerciële organisatie, die geld ging verdienen aan mijn onbetaalde vrijwilligerswerk. Ik zie dat die constructie steeds vaker wordt gebruikt, vrijwilligers in dienst van organisaties die (veel) geld krijgen om zaken te organiseren. Kennelijk niet genoeg geld om iedereen te betalen, maar een aantal mensen aan de top houdt er in ieder geval genoeg aan over om zich druk te maken.

Het minste dat je dan kunt doen is je vrijwilligers netjes behandelen, ze het gevoel geven dat ze gewaardeerd worden, rekening houden met hun wensen en mogelijkheden. Niet alleen omdat dat is zoals je altijd met mensen om hoort te gaan, maar ook omdat je wil dat ze die klusjes nog eens voor je klaren in te toekomst.

Mensen dus lang in onzekerheid houden of ze nodig zijn: niet handig.
Mensen meer belasten dan redelijkerwijs verwacht mag worden: niet handig.
Mensen een vuile of onveilige of ongezellige werkomgeving bieden: niet handig.
Mensen steeds laten verkassen van plek omdat anderen kennelijk belangrijker zijn: niet handig.
Mensen problemen op laten lossen die jij hebt veroorzaakt als betaalde organisator: niet handig.
Je bemoeien met de vrijwilligerstaken omdat je even niets omhanden hebt: niet handig.
Mensen uitnodigingen voor vrijwilligerswerk, die in een afhankelijke positie zitten en geen nee durven zeggen: niet handig (en schoftig, maar dit terzijde).
Geen rekening houden met aangegeven beperkingen in tijd of fysieke mogelijkheden: niet handig.

Maar wat helemaal niet handig is: zo tegen je vrijwilligers te keer gaan dat ze in tranen uitbarsten en geen enkel initiatief meer durven te tonen daarna. Denk je dat de jonge vrijwilliger die dit gebeurde, terwijl die dacht een paar leuke dagen mee te maken, zich nog eens meldt? Die zou wel gek zijn.

Alle bobo’s van alle organisaties die het afgelopen evenement met elkaar gaan evalueren hoe succesvol het wel was, en zichzelf en elkaar op de schouders kloppen, onder het genot van een drankje, laten die zich eens afvragen: zien we de stille werkers wel genoeg? De mensen die wel mogen bedienen, maar nooit worden bediend? De mensen die wel mogen begeleiden, maar zelf niet worden begeleid. Die welkom mogen heten, maar zelf niet welkom worden geheten?

En kijk dan gelijk even wie je allemaal uitnodigt om onbetaald te genieten van iets waar anderen voor moeten betalen. En nodig daar dan eens de volgende keer vrijwilligers voor uit, in plaats van je collega-bobo’s.

 

Huria?

Door gedoe met een back-up ploeg ik mij door twintig jaar digitale foto’s. Een half volwassen leven komt voorbij. En soms blijf je haken bij een foto. Zoals deze hier, van dat meisje, op de schouders van haar vader tijdens een vrijdag in het najaar van 2011 op het Tahrirplein in Cairo. Een tijd dat ze er nog vertrouwen in hadden dat het goed zou komen, de toekomst beter en veiliger en eerlijker zou worden voor meisjes zoals zij.

Niet zo heel lang na deze foto liep het weer helemaal fout, en inmiddels is de hoop bij velen allang de bodem ingeslagen en is de situatie als vanouds of erger.

Hoe zou het gaan met dit meisje, dat nu zo’n beetje begin twintig zal zijn.

Heeft ze kunnen doorleren, ging ze naar de universiteit? Heeft ze inmiddels werk, een flat. Heeft ze een partner kunnen kiezen, of zit ze vast in een opgelegd huwelijk met een neef? Heeft ze kinderen, is ze afhankelijk van gesubsidieerd brood? Of leeft ze in luxe en kan ze erlangs kijken? Reist ze veel, om te ontsnappen, zoals zovelen uit die dagen doen, als ze tenminste niet verdwenen zijn “behind the Sun” zoals de uitdrukking toen was voor mensen die verdwenen in de gevangenissen. En daar nu nog zitten, zoals Alaa.

Gezien haar kleding zal het eerder dat gesubsidieerde brood en gas zijn dan die luxereizen.

Wij kijken inmiddels niet meer, er zijn nieuwe oorlogen en revoluties om ons druk over te maken. Zo blijven dictators en regimes ook in het zadel: er zijn er genoeg om elkaar uit de wind te houden.

We denken met u mee…

Ik gebruik sinds enige tijd kauwtabletten die sinds heel kort niet meer vergoed worden. De ziektekosten rijzen de pan uit, er moet iets gebeuren.

Toen ik afgelopen weken een nieuwe portie op kwam halen, viel mij op dat ik een andere verpakking meekreeg. De apothekersassistente keek mij opgewekt aan en zei: “ We denken graag met u mee, u moet ze nu zelf betalen, en dus hebben wij een goedkoper merk geleverd. Dat scheelt u geld”. Hoe kun je weerstand bieden aan zoveel vriendelijkheid? Ik bedankte hartelijk voor dat initiatief, en zei te hopen dat dit goedkopere merk net zo lekker zou smaken als dat duurdere. Je eet ze immers elke dag. Dat wist ze uiteraard niet.

Al bij het naar buiten lopen bedacht ik het volgende:

Als die apothekers in Nederland nu eens, bij een goedkoper, even goed werkend middel, altijd dat goedkopere middel zouden hebben geleverd. Dat middel dat gewoon door de verzekering vergoed werd. Zouden dan de kosten voor de verzekering niet lager zijn gebleven? Zou het zo kunnen zijn, dat als wij wat zuiniger met onze medicijnen om zouden gaan, geen ongebruikte verpakkingen weggooien (dat gebeurt, ook met pillen van 75 euro per stuk, nog in de doordrukstrip, dames en heren) als dat decades geleden eens gebeurd zou zijn. Als al die mensen met die goede opleidingen daar nu eens aan gedacht hadden, in plaats van omzet draaien of geld maken, of overdreven voorzichtigheid, of regeltjesrijderij (of soms gewoon gemakzucht): zouden we dan niet veel langer de verzekering betaalbaar hebben kunnen houden?

Want links om of rechts om: we betalen het altijd zelf. De vraag is alleen waar de grootste winsten vallen. Bij de leverancier, of bij de afnemer.

So this is Christmas

Ik ben kerstfan. Waar ik door het jaar heen houd van leeg en strak, gaan de laatste weken van het jaar mijn kitschklieren helemaal los, wil ik kerstversiering, kersetentjes, kerstgasten, kerstbrood, kerststress, kerstkaarten: het hele varken.

Vorig jaar viel mijn kerstfeest, na een al wat mager kerstjaar daarvoor qua kerstgasten, helemaal in het water. Dus dit jaar zou ik dat compenseren, kerstfeest XL stond op het programma. Alle versiering een plek geven, alle kaarten op tijd op de bus,  alle dagen gasten en een beetje over de randen, logeetje in huis, hier en daar cadeautjes, veel koken.

De kerstkaarten zijn inmiddels (we schrijven 4 januari 2023) nog niet overal bezorgd, dat worden de nadruppelaars van Post.nl. De etentjes waren gezellig, niemand werd er ziek van, er waren leuke gesprekken, het kerstgroen hield zich braaf, en vrijwel alle versiering heeft het overleefd.

En toch, en toch. Kerst was anders dit jaar.

Vrijwel ieder koor, veel reclamespots, elk kerstprogramma, iedere kerstfilm had tenminste een van de volgende nummers op het repertoire: Caroll of the Bells of So this is Christmas. Geen toeval, beiden verwijzen naar de oorlog die begin 2022 begon en voorlopig nog niet voorbij is. Er is natuurlijk altijd wel ergens oorlog en ellende, we kijken al niet meer op of om Maar nu is het dicht bij huis, de vluchtelingen lijken op ons, ze komen van binnen Europa.

Carol of the Bells werd gecomponeerd door Mykola Leontovych, een Oekraïens componist, wij zingen het in het Engels over de hele wereld. En John Lennon verwees in zijn Kerstlied naar de oorlog, die over zou zijn als wij dat wensen.

Kerst vieren, terwijl op datzelfde moment drie grenzen verderop mensen in het donker, in de vrieskou zitten, zonder water. Terwijl er op alle feestdagen slachtoffers vallen ten gevolge van de bewuste aanvallen op burgerdoelen. Terwijl er soldaten weer in loopgraven zitten. Terwijl er vele, vele tientallen doden en gewonden per dag vallen.

Kan dat wel, is dat niet wegkijken? Lukt dat wel, terwijl je je bewust bent, nog meer dan anders, van alle ellende op de wereld, niet alleen In Europa?

Het heeft alle feestdagen in mijn hoofd gezeten, zoals het steeds aanwezig is, maar ik heb het gevierd met alle mogelijke middelen. Kerst XL, zoals ik mij had voorgenomen.

Want niet vieren, vind ik, is toegeven aan het kwaad. Tegen het geweld buiten zette ik mijn kerstboom binnen, tegen de vrieskoude daar zette ik voor mijn gasten de verwarming op een acceptabel niveau, tegen het donker zette ik de vele lichtjes overal in huis, binnen en buiten.

Ondertussen hangt daarbuiten, nu al ruim tien maanden, de Oekraïense vlag. Hij slijt aan de rand, wordt gevangen door de boom naast hem. Daar blijft hij hangen, tot het vrede is. Hopelijk vóór de volgende kerst.

Flag_of_Ukraine.svg