Dive into Raja Ampat, Dag 10, 26 november 2024

Vandaag weer een dagtocht. Ik ga jullie niet vervelen met weer verhalen over prachtige koralen, en blacktips die voorbijflitsen, de manta die anderen wel maar wij niet zagen. Oké, die twee heel oude schildpadden aan het eind van deze dag, en dat fraaie lichtspel onder de pier daar. En dat ik twee grote nudis en een sharpbeak snake-eel vond, dat wil ik nog wel melden.

Vandaag maar eens delen wat er allemaal komt kijken bij dat duiken. Niet voor ons, duikers, maar voor al die andere mensen die er mee bezig zijn. Laten we beginnen bij het begin. De spullen die je meebrengt of huurt worden in je eigen box gedaan voor je, met daarop je naam. Iemand is bezig om lucht in alle cilinders te persen, of anders EAN, wat ook weer gecontroleerd moet worden volgens protocol.

Dan moet de hele hap inclusief droge handdoeken naar het schip of de schepen. Net als een verse container water, twee grote kannen heet water voor koffie en thee, inclusief die koffie en thee zelf, met suiker, melkpoeder en koekjes. De plastic glazen moeten voorzien van namen van alle duikers aan boord. De sets zijn voor je opgezet, en de fles met set moet veilig gestuwd. De boxen daaronder.

Boot zelf heeft ook nog een en ander nodig. Dan zorgen dat iedereen op tijd aan boord is en dat er de nodige informatie op tijd wordt gedeeld. De bemanning gooit os, men vaart naar de bestemming, controleert de stroming, maakt afspraken wie met wie en op welk moment te water gaat. Je wordt in je set geholpen, je krijgt je vinnen en je camera, je wordt begeleid bij het overboord gaan, zodat we niet op elkaars kop springen. De bootsbemanning blijft dan wachten en uitzien naar de opkomende duikers en pikt die weer op.  De duikers gaan te water met de duikgidsen, een van hen deelt de duikbriefing met wat het profiel van de duik wordt waar we rekening mee moeten houden en wat er te zien zou kunnen zijn en waar.

Onderwater zoeken zij naar al het moois dat beloofd is en houden hun duikers in de gaten, vragen regelmatig naar lucht en minuten, geven aanwijzing over hoger of lager, links of rechts en houden de tijd in de gaten. En zorgen dat hun duikers weer op tijd boven komen. Dan iedereen weer uit het water, de bemanning pakt alles aan wat de duikers niet zelf de ladder opsjouwen: camera’s, vinnen, gewichten vaak. Soms de hele set. En zetten dan alles weer terug, of zetten een nieuwe fles op de set. Ze zorgen dat er water klaarstaat en delen koekjes uit, maken koffie of thee terwijl de kapitein de boot naar de volgende bestemming vaart. Bij een nachtduik of veel rommel in het weter zit er vaak nog iemand voorop mee te kijken, de gidsen proberen wat te rusten, soms aan dek, soms op het dak, soms opgevouwen tussen twee flessen. Bij een dagtocht gaat er een hele lunch met alle borden en bestek mee. Een grote kist vol, die dienstdoet als tafel en klaar staat na de tweede duik. Aan het eind van de duiken stappen de duikers met hun camera’s van boord, de rest van de spullen moet weer allemaal met de hand van boord gesjouwd, over het wiebelvlot, omhoog de pier op, in een handkar en naar het centrum. Daar wordt alles gewassen en ontsmet en opgehangen op de bij de betreffende duiker behorende plek. De volgende ochtend het hele gedoe weer opnieuw. Soms nog een nachtduik, steeds nieuwe mensen die aankomen en geïnformeerd en ingedeeld dienen te worden. En dat is dan nog maar de duikkant.

Aan de resortkant zijn er kamers die onderhoud vragen, de warme maaltijden en een drie-uurtje worden bereid, er is de hele dag heet en koud water met koffie- en theebenodigdheden bij te houden. De bladeren moeten bij elkaar geharkt en soms het strand. Er moet vervoer geregeld voor komende en gaande gasten, er zijn tripjes te maken, de muziek het licht en de fans moete aan en uit op het juiste moment. 

Alle servetten in een iedere dag ander modelletje gevouwen en de tafels gedekt. En dat alles met grote vriendelijkheid en aandacht. Ik ben bang dat het voor sommigen best redelijk betaald is, maar de meesten zullen er niet rijk van worden. Gidsen gaan niet eeuwig mee, de fysieke belasting is hoog. Ze kennen de onderwaterwereld als hun broekzak en zijn tijdens de duiken ook onderwater voortdurend bezig info met elkaar te delen over wat er waar te zien is.

De klant is hier op Raja Ampat, en eigenlijk op alle duikcentra, altijd koning.

Dive into Raja Ampat, Dag 9, 25 november 2024

Eind van de avond werden we allemaal wakker van een geweldige regenbui die met veel donder en geraas op de metalen daken landde. Urenlang, tot 02.00 uur hield hij de meesten van ons wakker, bezorgd over de volgende duikdag.

Maar toen we ’s morgens buiten kwamen, waar het zand hoog tegen de treden was gespat, bleek het een zonnige dag te worden.

Na enig overleg regelden we dat er vandaag alleen twee ochtendduiken zouden zijn voor een aantal van ons, en daarna een nachtmuckduik met de boot. Ik kan haast niet wachten

Maar toch blij dat ik nog een paar mooie dingen zag op de twee ochtendduiken. Zoals een jonge sailfin een peacockmantis in zijn hol en een zeer jonge kreeft van een centimeter of vijf toen ik aan mijn safetystop was.

De middag geeft dan tidj voor het nodige schrijven, vissen opzoeken en veel mokken thee.

De nachtduik was inderdaad goed. Buiten wat we al eerder zagen vonden we ook een coconutoctopus en verschillende krabben, zeenaalden en grote zeeegels. Ik zag een lopende veerster. Jammer alleen van de miljoenen zeevlooien die het beeld verstoren. Gelukkig mijn bandana om mijn oren kunnen doen. Iedereen griezelt van de gedachte alleen al dat ze daarin belanden.

Het avondeten is voor ons bewaard en we kletsen nog lang na aan onze tafel. Morgen zullen er twee van onze tafel vertrekken.

Dive into Raja Ampat, Dag 8, Zondag 24 november

We deden een dagtocht, met een flink volle boot.

Eerste plons direct naar 12 meter, het gevoel dat ik 24 kg lood om had. Ook met afnemen van 2 kg was dat niet veel beter. Opeens veel ontsnappende lucht, de inflator bleek los te zitten, wat vermoedelijk ook de problemen van de vorige avond verklaarde. Dat mijn oren niet zijn gebarsten mag een wonder heten. Daarna op naar de hoek van het rif, daar scholen batfish, geelvin barracudas, jack (trevallies) en nog wat kleinere jagers daartussen. Ik zat er middenin en de gids had mijn camera, benieuwd wat het geworden is. Ik kan nauwelijks vertellen wat dat is om zo dicht bij die grote beesten te zitten die je volkomen negeren.

Na een mooie lange duik op vijf meter de laatste 5 minuten zag ik een haai, daarna zagen de gids en de twee buddies hem ook. Toen hij weer uit zicht was werd er een hawkbill schildpad gevonden, waar we niet genoeg van konden krijgen en toen dat al een paar minuten bezig was kwam er een napoleonbaars zich melden. Ook oerbeesten, flink groot. Beter kan zo’n duik niet eindigen, we hadden geen idee wat we verder nog te wensen zouden moeten hebben, en toen moest de middag nog komen.

Een heerlijke lunch aan boord bereidde ons voor op deel 2 van deze dagtocht.

Op  naar  natuurgebied Piyanemo, beheerd door de lokale dorplingen, een geologisch karstmonument. Zoiets als blue lagoon, maar dan in groen. Na het aanleggen in een ring van eilanden de trappen op, de opvallend stille jungle door, 200 treden omhoog. Gelukkig stonden er hier en daar bankjes.  Het uitzicht was adembenemend, alle drone eigenaren gingen los. Het was heet, het was vermoeiend, het was geweldig. Na ruim genoten te hebben van alle vergezichten weer terug naar de boot.  

Een laatste duik van de dag. Vooral het eerste deel was prachtig. De flanken en wanden waren begroeid met grote groepen zachte koralen, sommigen als varens in crème, sommigen als besneeuwde bomen. Een sprookjesbos waar Sneeuwwitje zich thuis zou hebben gevoeld. 

Om kwart over zes waren we terug na een prachtige dag met heerlijke duiken en mooie boottochten langs tropische eilanden. Na het avondeten hielden we het niet heel veel langer uit, ondanks de gezellige, steeds aangroeiende tafel waar we zitten.

En of dat niet genoeg was: tijdens een wandelingetje naar het eind van de pier vloog er een kingfisher, een grote ijsvogel, van zee af vlak voor mij langs.

Dive into Raja Ampat, Dag 7, 23 november 2024

De dag begon veelbelovend, er zijn altijd mensen die, door het vroege opstaan dat we allemaal doen, al rond vijf uur buiten zijn en de zonspopgang genieten, bij een eerste beker thee of koffie. Het einde van de pier is daar zeer geschikt voor, maar ook halverwege, waar een uitbouwtje is met drie ligstoelen, is niet verkeerd. Er was bewolking, maar daartussen was blauwe lucht. Toen we aan het ontbijt zaten, werd alles plotseling egaal grijs aan de horizon, en binnen minuten barste er een tropische bui met gerommel los. Het feit dat men snel de kre’s omlaag liet voor de eerste druppel viel beloofde heftige taferelen.

Nu is er weinig waar duikers meer een hekel aan hebben dan aan regen. We willen zon!

Persoonlijk vind ik zo’n bui altijd wel leuk, maar het doet niet veel goeds voor de toch al matige onderwater helderheid. Het was hevig en duurde een paar minuten. We wilden al een andere bestemming vragen voor deze dag, bijvoorbeeld een muckdive, waarbij het zicht minder belangrijk is. Maar volgens de manager zou het goed komen. En dat kwam het gelukkig.

We begonnen op Blue Magic. Een plek met behoorlijk wat stroom, maar dat belooft dan veel en grote vis. Toen we bij de punt van het plateau kwamen, werd de stroming te sterk voor oude vrouwtjes, de duikgids parkeerde mij op regelmatige afstanden. Mijn camera gaf aan dat de kaart vol was, dus ik hoefde me niet druk te maken om foto’s, zodat ik alle tijd had de aanwezige vis goed te bekijken. Tot de eerste haai zich aandiende die van rechtsachter in mijn beeld verscheen. Het zijn onderwater majestueuze beesten, ze glijden moedeloos door het water, tonaal aangepast aan hun omgeving en al miljoenen jaren voor niemand bang. Gelukkig waren het backtips, dus wij zijn ook niet bang voor hen. Een van de grotere exemplaren was overduidelijk zwanger, wat door de gids op duidelijk wijze werd aangegeven een hand voor je voorhoofd geeft haai aan, het gebaar voor dikke buik snappen we allemaal. 

Op de top was het zelfs voor de sterkste duikers te gortig, we kregen rifhaken om ons aan vast houden. Dan hang je daar lekker rustig en kun jij wat er om je heen gebeurt volgen met minimale inspanningen. Wel goed vasthouden, als je loslaat ben je zo snel niet meer terug. Er kwamen verschillende blacktips langs. Uiteindelijk moet je dan toch weer een keer terug. Maar ook toen waren de haaien niet op. We parkeerden onszelf nog even om te kijken naar eentje verderop toen er van de andere kant en wat kleiner exemplaar direct mijn kant opkwam, op enig moment stuurde hij recht op mij af, zodat de kleine gle pilot voor zijn bek goed te zien was. De haai sloeg rechts af, om een rots heen, ik keerde mij ome wachtte hem aan de andere kant op. De rugvin was aan de bovenzijde, in de zwarte tip van zijn naam, gescheurd, kennelijk al eens aan een haak blijven hangen. 

Beter kan het niet worden tijdens zo’n duik. Bij het bovenkomen hang je dan in het blauw, gewichtloos te wachten tot je drie minuten veiligheidstop om is.  Je vliegt, en je hoeft er niets voor te doen.

De tweede duik bracht minder spektakel, maar ook veel minder stroom, fraaie koraalgroepen, grote scholen sweetlips, kleine scholen trevallies.

De middag sloegen we over om een nachtduik op het huisrif te maken met gids. Een voor de boeken, om nooooit meer te herhalen. Het kan niet altijd meezitten.

Dive into Raja Ampat, Dag 6, 22 november 2024

Voor wie denkt: is er verder nog iets te vertellen over die vakantie? Dat duiken weten we nu wel. Zeker. De natuur hier is zeer tropisch en de moeite waard. De titel van een verhaal van Beb Vuyk komt in gedachte: De wilde groen geur. Die eilanden waar dat speelde zijn hier relatief in de buurt.

We zitten heir dus aan de rand van een steil eiland. Het strand is tropisch koraalzand, wit en helder. Het is een meter of drie, vier bij laag water. Als je er bij laag water overheen loopt, over de bootlijnen stappend, vind je overal schelpen en schelpresten, prachtige doopvontjes onder andere, torens en vleugels. Iemand heeft er een tijdje wat verzameld, die liggen in groepjes op de betonnen rand aan de eind van het verhoogde terras waarop het resort is gebouwd. Er liggen cementplaten met geulen ertussen. Er staan prachtige grote bomen. De ficussen hangen ver over zee. In het resort zelf ruik ik het niet, maar als ik op de pier sta ruik ik een bloesemgeur. Op de stam van een paar bomen zijn orchideeën gezet, drie verschillende soorten buigen hun lange takken over het terras. Op het strand geven dunne lijnen de stand van terugtrekkend water aan. E zitten overal gaten in het zand, vermoedelijk het huis van krabben, die continue hun huisjes leegscheppen.

In de hoge bommen zitten vogels. Je hoort ze elkaar roepen, maar zien doe je ze niet. Alleen de kleine zwarte met witte borst en waaierstaart is brutaal genoeg zich overal te vertonen en vliegt ook over het water. Een vroege ochtend l ep ik de weg op buiten het resort en had ik genoeg hemel boven me om te zien dat de grootste schreeuwers witte kaketoes waren die in een groep van een vogel of zes hoog over de bomen vlogen. Daartussen een havik met witte borst, die door een gast op de pier even later betrapt werd op het uit het water scheppen van een vis. Voor de paradijsvogels, eigen aan Nieuw-Guinea, moet je de jungle in. Er zijn toertjes met auto’s en lange wandelingen om dat te doen, maar die ga ik waarschijnlijk niet maken. Verder is er een buideldier dat alleen op dit eiland voorkomt. Hij (of zij) zit meestal hoog in de bomen, en is nogal traag, Je kunt het licht verwarren voor een groot blad als het hoog zit. Maar deze dag had het kennelijk energie genoeg om zich te vertonen. Dus stonden we allemaal, gasten en staf, omhoog te kijken naar de kuskus, die zich met zijn lange staart, zijn witte vacht met zwarte vlekken en zijn roodbruine gezicht van tak naar tak bewoog, ondertussen etend van het blad, of wat er maar tussen te vinden was. Kennelijk zeldzaam genoeg dat hij zo zichtbaar en dichtbij was, dat de mensen die hier voortdurend zijn elkaar er bij haalden  om te kijken. 

Krijg je er gratis bij.

Dive into Raja Ampat, Dag 5, 21 november 2024.

Om half twee word ik wakker. Om twee uur doe ik het licht aan en schrijf de blog van dag vier. Om drie uur hoor ik de eerste vogel in de boom naast mijn kamertje. Dat vroege wakker worden is lastig, want aan het eind van een duikdag ben ik dan gevloerd, een beetje vissen in het boek zoeken of bloggen: de luiken vallen dicht.

Er komen op het resort voortdurend nieuw gasten en de tafel en bootgroepen wisselen daardoor voortdurend. We adopteren een soloreiziger en voegen twee tafels samen. Het leuke van zo’n gezelschap is de zeer bonte samenteling. Dit is een klein resort, er zijn nog geen twintig kamertjes volgens mij. Maar er is een Witrussiche met haar zoontje (die buiten het land verblijft), een Oezbeekse in Tatarstan geborene, Britten, Amerikanen, een drietal met Griekse ouders die nu elders verblijven, onduidelijk is waar precies, en twee Litouwers. Een Italiaanse en een New Yorkers van Italiaanse afkomst en zelf als enige vertegenwoordiger van ons fraaie kikkerland.

De mensen in het resort zijn zonder uitzondering Indonesiërs. Wat best opvallend is, want we zitten hier toch in Nieuwe Guinea, maar een Papoea heb ik nog niet kunnen ontdekken hier.

Wel de tapijthaai, die alleen in dit gebied voorkomt en de fraaie naam Wobbegon draagt. De haai zwom ook nog even los, om zijn huisrots heen. Meestal liggen ze te liggen, vandaar de naam. 

Als ik na drie geweldige duiken op deze zonnige dag terug aan wal komt staat daar mijn grote grijze koffer op mij te wachten. Blij dat ik een fris badpak heb voor morgen, mijn camera kan completeren, en mijn visboeken en logboek weer kan raadplegen en bijhouden.

Wel zo moe dat ik dit blog met vertraging schrijf, om acht uur ’s avonds kijk ik bijna dubbel en ben ik weg zodra ik mijn kussen raak.

Dive into Raja Ampat, Dag 4, 20 november 2024.

Dive, dive, dive. 

’s Morgens bij het ontbijt al de uitwisseling van de nacht: hoeveel uur hebben we geslapen? Of zijn we bewusteloos geweest, in mijn geval. Maar ook dan word je dus midden in de nacht klaarwakker, het tijdverschil speelt nog dagen o natuurlijk. Dus zit ik om een uur of vijf op mijn terras met uitzicht op zee, kop verse thee erbij, te luisteren naar de vogels en de afnemende regen. Om zes uur komt het verliefde stel voor een wandeling over de pier voor mij. Ik zie de horizon langzaam van blauw naar grijs naar licht veranderen. De zon laat zich niet zien, de zware wolken laten zich nog niet zo snel wegjagen. Volgens mijn weer-app blijft het de rest van mijn verblijf zo. Dat scheelt weer smeren met factor 50, hoewel je in de middag op moet passen, mocht je niet toevallig in een duikpak onder water liggen. Door al die regen zit er veel in het water dat het zicht minder maakt. Maar dat neemt niet weg dat we allemaal blij waren weer onder water te zijn. Men duikt met drie of vier mensen per gids, de rest van de duikers zie je door dat beperkt zicht alleen af en toe. Ik duik met de twee Britten met de duizenden duiken, die ze al niet meer loggen. Ik leen het licht van een van hen, bij gelegenheid, door naast hem te gaan liggen als hij met zijn sterke lampen aan het werk is. Wat heel aardig van hem aangeboden is. We zien de wobbegon, de tapijthaai, met zijn franje, ook al had hij zich nog zo goed verstopt. De gidsen weten ze te vinden. Onze gids zwemt steeds wat voor ons en zoekt gericht onder bepaalde blokken. Dus vindt hij die dag nog  wat tapijtvis voor ons (niet te verwarren et die haai, ze delen dat ze liggen te liggen waar ze liggen, en nauwelijks van hun plek te verleiden zijn. Aan het eind van de laatste duik vindt hij nog een nembrota op een zacht koraal, en een naaktslak in onopvallende kleuren. Als ik ga kijken, zie ik er nog één een stukje verderop, en daarna een schorpioenvis vlakbij terwijl ik lig te wachten op mijn collega-duikers die het vastleggen op hun Iphones met grote lampen.

Mijn camera kan zonder lamp en met al dat zand etc in het water weinig uitrichten als ik niet vlak op ene onderwerp zit. Voordeel is wel dat hij daardoor zeer klein is en ik lekker relaxed met mijn armen over elkaar me kan laten drijven, soms smeeleuren, door de aanwezige stroming. Zodra we te veel stroom tegen krijgen gaan we een andere kant uit. Het is altijd geruststellend als je voor het eerst het water weer in gaat na een jaar of langer droge oren, dat alles het nog doet zoals het moet. Oren werken mee, trim is goed, ook in de gehuurde spullen. Alleen weet ik niet altijd de weg om ergens een haakje te vinden. Voordeel is: ik heb niks, dus ik hoef ook niet te zoeken naar surfacemarkers, messen, fluitjes of wat dies meer zij.

En het zou zo maar kunnen dat dat ook de hele reis niet hoeft, want de koffer staat nog in Jakarta. Ergens zit iemand ergens op te wachten, zelf kan ik niet veel doen, maar ik hoop toch net genoeg mensen te activeren om iets te laten bewegen. Mocht dat niet lukken dan heb ik bij terugkomst een onwaarschijnlijk kleine hoeveelheid wasgoed. En ga ik een volgende reis met twee onderbroeken en een jurk op weg.

Dive into Raja Ampat, Dag 3, 19 november 2024

Dat een mens door zoveel emoties in een dag kan gaan. Alleen daarom al is het goed af en toe op reis te gaan, iets verder dan naar de volgende stad.

Ik wist al dat dit een lange trip zou worden met lange lay-overs en dat dat de nodige ongemakken zou brengen. Maar ook de nodige ontmoetingen. Hier en daar een tegenvaller maar ook meevallers.

Dag 3 heeft het allemaal.

Na een avondje rondhangen voor de gate, nog wat uurtjes bij de gate, die langzaam volloopt. De reizigers worden specifieker, Sorong is geen wereldplaats, maar je kunt er nog wel doorreizen, vliegen of varen naar verdere bestemmingen.

Mijn buurman bijvoorbeeld, op het stoeltje bij de gate, is op weg naar nog een verder eiland, een vliegtuig verderop. Een jonge Fransman die al jarenlang van duiken zijn heeft gemaakt, en zeker de laatste tien jaar in Indonesische wateren.

Het leuke aan duikers is: binnen een minuut hebben ze een gezamenlijk onderwerp waar ze niet over uitgepraat raken. Hij heeft een fraai filmpje op zijn telefoon van een grote groep migrerende hamerhaaien. Dat was vorige maand, daar ben ik te laat voor. Hij kwam dit keer vanuit Bangkok, om daar iets meet visa met regelen, en zal tot juni 2025 aan een stuk door werken. Dan moet het schip in dok.

Als ik dit laatste vliegtuig instap heb ik het gevoel de reis al bijna goed te hebben volbracht, hoewel we nog de hele nacht onderweg zullen zijn en het moeten doen met water en brood. Nu ja, dat was dan wel een crème-broodje. De fransman helpt mijn best zware handbagage de vliegtuigtrap af te dragen en we lopen de hal binnen. Hij slaat linksaf, hij heeft alleen zijn rugzakje. En ik rechtsaf waar ik de bagegeband vindt. Maar niet mijn koffer. MET AL MIJN DUIKSPYLLEN. MET AL MIJN DUIKSPULLEN. En mijn kleding, en mijn logboek en, en, en…. PANIEK! Daar sta je dan met je goeie gedrag zou mijn goede vader zeggen. De jongedames en jongeman in het vrij kleine luchthavengebouw zijn vriendelijk en welwillend, maar ik ben er nog niet van overtuigd dat er gaat gebeuren wat zou moeten gebeuren.

Hoewel de vriendelijk grondstewardess mij in Amsterdam verzekerde dat mijn bagage doorgeboekt was, was dat kennelijk alleen tot Jakarta. Na wat ge-heen-en-weer, waarin ik zo goed mogelijk iedereen ervan te overtuigen dat mijn koffer echt naar Sorong moet met de volgende vlucht de komende nacht ga ik naar de uitgang en vindt de mevrouw met het bordje Linda Smith. Dat ben ik. Er wachten al wat mensen met dezelfde bestemming en we vertrekken met twee auto’s naar de ferry. De mevrouw van het bordje is vol vertrouwen dat mijn koffer de volgende vlucht zal halen en dat er dan voor gezorgd wordt dat diezelfde koffer met de volgende boot mee zal komen. Ik vertrouw er iets minder op. Bellen naar Nederland, heeft geen enkele zin, daar slaapt iedereen. Telefoons hebben de gewoonte op zo’n moment bijna leeg te zijn, ik kan nog net een mailtje sturen naar het boekingskantoor. 

Op de ferry hebben we vipplaatsen, met gerieflijke stoelen en airco die altijd te laag staat. De tocht duurt twee uur, je maakt een praatje of als je boft knap je een uiltje. Vandaag is niet mijn bof, geen uil te zien al een hele tijd.

Aan de haven van Weiwo staan drie auto’s, één voor de bagage. Een ritje over de steile heuvels, die het de auto’s duidelijk moeilijk maken. De begroeiing is weelderg. De auto’s en scooters rijden links. Dat was ik vergeten, gek genoeg.

Het resort is klein, aan het strand, tussen de hoge bomen, keurig onderhouden; ik heb het eerste huisje links aan het strand, achter de boten. We worden ontvangen met een drankje en vochtige handdoekjes, krijgen uitleg over de routine. Zien het hele keurig aan geharkte duikcentrumpje. Duikmanager Sonly legt ons uit wat we zelf moeten doen en waar hij met zijn staf voor zorgt. De zaken zijn oneerlijke verdeeld, wij hoeven alleen te zorgen dat we op tijd opdagen en onze camera’s in een mandje deponeren. Later zoek ik in zijn duikcentrum een outfit bij elkaar. Hij vindt het gek dat ik niets in roze hoef.

Gedoken wordt er vandaag door ons niet, iedereen heeft behoefte aan bijkomen. Waarbij de heren onzichtbaar zijn, het gelukkige jonge stel zich ook niet laat zien, en de jonge Italiaanse en ikzelf de ligbedjes en het water inspecteren.

De zon schijnt, de jettie is lang, te lang om met blote voeten over te lopen in middag. En mijn sandaaltje liggen…. 

Ik heb gelukkig mijn masker in mijn handbagage, een badpak, een schone onderbroek, de benodigde pilletjes, crèmepjes en wat dies meer zij. Maar de snorkel ligt…

Eind van de middag duikt de rest van het gezelschap op. Een tropische bui, die al enige tijd dreigt, maakt zijn dreiging waar. Daarna rukt het heerlijk naar bloesem over het water, gaan we zien of we de huis-doegong, de zeekoe, zien die hier met hoog water graast. Maar niet vandaag.

Met mijn inmiddels geladen telefoon maak ik foto’s. Mijn onderwatercamera zat in de handbagage met zijn lamp. De tray met armen zit…

Mijn nieuwe duiklamp zat in de handbagage, maar bij het inzetten van de batterij besluit die in mijn hand tot kortsluiting over te gaan. Nu heb ik dus wel een blaar van vier centimeter, maar geen duiklamp. Vorig jaar wilde zijn nieuwe voorganger het al helemaal niet doen, en werd alles vervangen bij terugkomst. Twee keer die hele zooi meegesleept, zonder resultaat.

En als u nu denkt: wat erg allemaal, wat een ellende.

Tussen die fantastische buien schijnt de zon, het water is (te) warm. De mensen zijn vriendelijk, het eten is heerlijk. Ik zie de zon fantastisch ondergaan. Er zitten hier allerlei vogels, die zich alleen nog laten horen. Er staan nog steeds drie duiken per dag op het programma. 

Ik doe het ervoor.

Dive into Raja Ampat, Dag 2, 18 november 2024

Zat ik op het eerste deel naast een heel aardige mevrouw die in haar eentje makkelijk anderhalf stoel vulde, de meneer op dit tweede deel zit graag breed uit. Ik besluit het speciale Kevin Costner hoekje aan te spreken, wolverine zie ik uit mijn ooghoeken bij verschillende buren. Die maar niet. Ik doezel af en toe wat weg. Maar uiteindelijk is deze lange ruk dan ook weer achter de rug en stap ik tegen vijf uur in de middag uit op Jakarta. Daar is het dertig graden en bewolkt. Het is een zeer groot vliegveld, die eilanden worden allemaal bereisd, maar in de bebording ontbrak volgens mij nog het feit dat mijn vlucht vertrekt van een andere terminal. Dat weet je dan pas als je bij de verkeerde eens navraag doet. Ik heb wat roltrappen en liften voorbij zien gaan. Maar goed, dan blijf je in beweging, de overstap hier duurt tot na middernacht. In die terminals is het rustig, bij het landerige af, veel eettentjes waar ik graag een kop thee zou drinken, beperken zich nog tot de laatste gebakjes. Maar uiteindelijk lukt het toch. Nu zit ik, na uiteindelijk alle controles weer te hebben doorlopen, aan een werktafel met aansluitingen voor alle gadgets. Dit blog bij te schrijven, nog wat mails tot mij te nemen waar ik niet meer op reageer, of die ik met een half oog lees. 

Tijd voor mijn boek, en dan nog een lange nacht de zon tegemoet tot Sorong. Maar dat is dan voor het blogje van morgen.

Trouwens: ik zag al jaren lang heel leuke filghtbags voor kinderen, maar zelfrijdende diertjes of rugzakken met een elektrisch stepje er aan, dat was voor mij een nieuwtje.

Dive into Raja Ampat, Dag 1, 17 november 2024

Toch nog gelukt! Huis schoon, sleutels geregeld, alle spullen in de verschillende verpakkingen, binnen het gewicht, of althans zo goed als. Dat zit niet in het gewicht van de zes badpakken, duikuitrusting loopt aardig op en je moet altijd je flightbag openmaken, met al die slangen van je ademautomaat. 

De treinen zijn wat onregelmatig dezer dagen, er wordt gestaakt of gerepareerd, maar met een zusje als hulpbus gaat het allemaal op rolletjes. Deel één dus per auto naar Schagen. Deel twee met de trein naar Schiphol, een maal overstappen en ik haal vreemd genoeg een trein eerder dan de planner aangeeft. Net in het fluitje stap ik nog de sprinter in.

Op Schiphol kan ik zo door naar de gate. Een vriendelijke mevrouw komt mij nog even vragen of ik met Saoedi vlieg, de rest van de wachtenden vraagt ze het niet. Om mij heen kan ik Arabisch oefenen, er zijn stapels koffers, heel veel kinderen, en iedereen is blij. Voor de gate gaan heel wat passagiers zich verkleden om de Umra aan te vangen, in de daarbij passende witte ongenaaide kleding. Hele families tegelijk. Niet de grote Haj, waar je maar moeilijk tussen komt, maar de meer persoonlijke die het hele jaar door kan. Het is een middag/avond vlucht, de kinderen zijn allemaal wakker en vrolijk. Op die ene baby net achter mij na dan, met dat hoge gilletje. Gelukkig zijn er de noise-canceling oordoppen om de film te bekijken. De haaienfilm besluit ik over te slaan.

Ik oefen hier en daar wat Arabisch, ik deel weer eens wat kikkertjes uit. Gedurende de hele vlucht is duidelijk dat veel reizigers naar Mekka en Medina gaan en dat dit een Saoedische vlucht is. Bij aanvang van de reis worden de woorden uitgesproken die de profeet ook bezigde als hij op reis ging. Men geeft ruim van tevoren aan wanneer het heilige land nadert en wanneer we over de grens gaan. Dan moet er weer gebeden worden of gereinigd. Laat in de avond kom ik aan op een nachtelijk rustig en blinkend vliegveld. Overal word ik vriendelijk welkom geheten. Als je niet beter wist, zou je hier zo willen wonen. Onderweg al filmpjes voor fraaie appartementen in Jeddah, bij het waterkanaal. Het is leuk dat ik ook in het Arabisch kan lezen dat hier mijn toekomstige appartement kan zijn. Klaar voor toekomstige generaties.

En nu zit ik bij de gate te wachten op deel twee van de vliegreis, Jeddah-Jakarta. Dat is toch het leuke van internationaal vliegen, per gate verandert het publiek. In Amsterdam heel veel mensen die duidelijk in het Mena-gebied thuis zijn, die paar West-Europeanen pik je er zo tussenuit. En grappig ook dat we dan geneigd zijn lichtjes naar elkaar te glimlachen. 

Hier bij Gate 22 zie ik sarongs verschijnen en topis, en verder voor de vrouwen veel zwarte sluiers. Indonesië is zo ongeveer het land met de meeste moslims ter wereld, veel pelgrims op de terugreis, sommigen met een souvenirsjaaltje als bewijs. 

Het wordt nog een lange nacht, ben ik bang, ik slaap zelden in vliegtuigen. Eens zien wat het filmaanbod is.