
‘People are strange’, zingen The Doors, als ik dit stukje voor de afgelopen (voor mij dan) dag begin. En duikers zijn dat zeker.
Ga maar na: stoere kerels en minstens zo stoere vouwen pakken hun koffer vol met zware, dure spullen, vaak omvangrijke camera-apparatuur, met waterdicht huis, lampen, pak, trimvest, vinnen, en alle andere eeltjes die er bij horen. Dan ben je al veel geld kwijt.
Dan boeken ze een reis naar de andere kant van de wereld, me alle ongemakken en vertragingen en wachttijden van dien, inclusief de maaltijden, die soms prima en een enkele keer niet te eten zijn. Dan per auto door onbekende oorden ergens uitstappen waar je vaak ook niet precies weet wat je kunt verwachten.
En dat alles om op zoek te gaan naar soms die heel grote haaien en manta’s, walvissen, schildpadden. Dat snappen niet-duikers ook nog wel , daar kun je in de kroeg nog mee aankomen. Maar leg als stoere Argentijn maar eens uit dt je al die moeite doen om ergens tussen de rommel een slakje of garnaaltje van een halve centimeter te zoeken, en te vinden.
En allemaal blij als we boven komen naar ene uur duiken, om een anderhalf uur daarna weer al je vaak nog natte spullen weer aan te trekken, de boot weer op te zoeken, dat heel circus een paar keer per dag te herhalen met ondertussen de eerste dagen een gigantisch slaapgebrek door het tijdverschiul.
Na de twee dagen reizen, de drie duiken, was ik zeer van plan nog mijn dagelijkse blogje te schrijven. Maar na het eten kon ik nauwelijks mijn ogen open houden en er moest nog iets gedaan worden om foto’s te kunnen blijven maken de volgende dag. Om tien uur ’s avonds was ik knock-out. Om een uur of drie klaar wakker en het lukt mijn nog tot een uur of half vijf te blijven liggen, daarna er uit om een beker thee te zetten en alles klaar te leggen voor de komende dag, geheel verkwikt. Laat de dag maar komen. En zo denkt iedereen er hier over, ruim voor zeven uur ben ik lang niet die eerste die zich aan het ontbijt waagt. Deze tweede ochtend kom ik er achter dat er ook yoghurt is, en om dat te vieren neem ik ook een kaasomelet van twee eieren, een glas mandarijnensap en een banaantje mee voor onderweg. Zo haal ik de lunch wel.
Dit wordt een vier duiken dag. Ik waag me er aan, want de nachtduik lonkt en daar ben ik dol op.
Gewoon onder water om je heen kijken, met je lamp in hoeken en gaten schijnen. Je verkneukelen over die balestoides die liggen te slapen tussen de rotsen, in groepen, met de staartjes zichtbaar vanuit de spleten en gaten. Plezier om de flink grote en voor jou nieuwe slakkensoort Blij met de uitstekende en behulpzame divemaster die er op uit is het zijn gasten naar het zin te maken, wat hem prima lukt.
Inderdaad: people are strange. Maar wat we onderwater zien is vaak nog veel stranger.
Ik hou er van.