Party! 19 december 2025

Vanmorgen bericht van een mededuiker: als je snel bent kun je nog een geit zien slachten. Ik was gelukkig niet snel. Even later lag het dier met gestrekte pootjes op tafel, klaar om uit zijn jas te worden geholpen te worden. Om dat goed te kunnen doen, werd er lucht via de strot ingeblazen. Bij terugkomst van de twee ochtendduiken lag het dier inmiddels in keurige kleine stukje verdeeld op een hoop. De kop apart, de lever in stukjes gesneden en nog wat restanten voor de honden en de kraaien op de keien van het strand. Vandaag groot feest, die geit was voor bij de borrel. Al het personeel, ook de parttimers, was aanwezig, eerst een wedstrijd. Elke beroepsgroep, meestal 8 personen zorgt bij een aangewezen thema voor kostuums, choreografie en enthousiasme. Een deskundige jury, vijf gasten, mocht per onderdeel 25 punten geven. Het plezier spatte er vanaf, en niemand maakte er een lolletje van. Er was serieus werk verricht. De transformers, de mannen van de techniek, hadden het moeilijkste thema gekregen. Weken werk maar dan heb je ook echte transformers, op een passend langzaam liedje, die na afloop allemaal terug veranderden in vrachtauto’s, inclusief licht en geluid. Indrukwekkend. Er waren mannetjes met hoge hoeden, verlichte kwallen, de glowstickmen (onze vaste gidsen) en een act met travestie (de parttime gidsen, dus ook die in onze boot) het gooide allemaal hoge ogen. Uiteindelijk had iedereen wel een prijs, het gaat niet alleen om de eer, maar ook om bedragen die hier de moeite waard zijn. Daarna volgden het kerstcadeautjes geven aan elkaar, na het trekken van lootjes, en dan een woord van eigenaar Dave, waarbij hijzelf en sommig personeel het niet droog hield. Veel hilariteit tussendoor, helaas voor ons onverstaanbaar, maar Dave sprak gelukkig Engels, en iedereen kreeg een bonus. Het bleef nog uren onrustig met veel karaokezang en veel drank. Mij benieuwen wie er zaterdagochtend nog hoofdpijnvrij is.

De duiken waren uiteraard ook weer geweldig, hoewel de keus door de sterke stroom beperkt is. De laatste duik vertrok de boot om een tiental meters verderop ons overboord te gooien. Met stroom mee kwamen we na ruim een uur weer onder de boot uit die inmiddels voor het resort op de kant lag. Lopend aan wal dus. Iedereen blij met wat er te zien was, ik had weer een waterslang, al de vierde geloof ik. Ook nog een aangehaakte vis met met lijn getracht te redden. De haak konden we niet weg krijgen dus beet de gids de lijn door. Waarna de vis in shock achterbleef. Geen idee of het dier het heeft gered.

10! 18 december 2025

10! 18 september 2025

Als u belooft het niet verder te vertellen, krijgt u aan het eind de uitleg van de titel. Om u niet steeds te vervelen met welke diertjes en piertjes ik onder water tegen kwam, vandaag ook wat info over het bovenwaterleven. 

Het zicht was matig vandaag, de stroom behoorlijk, en d4moogst matig. De eerste duik was op een stoffige rommelige bende. Maar terwijl ik hing te wachten tot mijn collegaduikers weer een garnaal van een halve centimeter voor d eeuwigheid op opblaasgrootte vastlegden, kon ik mij bezighouden met het vastleggen van de zwartwit geringde zeeslang, die zo niet onder de indruk was dat hij onder mij onder mij door zwom, dus een handbreedte of zo van mij af. Als ze bijten zijn ze giftig, maar hij beet dus niet. Kort daarna rende er een flamboyant door het beeld. Een vreemd soort octopusje, dat doet alsof hij niet kan zwemmen, en zijn tentakels als pootjes gebruikt, ondertussen steeds van kleur veranderend. De oogst bleef deze dag verder beperkt tot een paar nudi’s en veel garnalen, grappige visjes en een rondrennende heremietkrab en een al even snelle peacock mantis.

De eerste duikplek was twintig minuten varen om de punt van ons schiereilandje heen. De eilanden hier zijn puntig en scherp, de rotsen hebben vulkanische oorsprong. De meeste bewoning hier zit dus langs de rand aan het water. Tegenwoordig gaat men dan soms drie verdiepingen de hoogte in. Van bovenaf kan men nauwelijks bij die plekken komen, dat moet dus allemaal over zee aangevoerd zijn, zoals ookhier de diesel aan land wordt gebracht. Het schijnt dat dit het stille seizoen is, en ik zie veel resorts waar ogenschijnlijk nu niemand is. Of dat alleen voor deze koudere moessonmaanden geldt, geen idee. Ook op ons resort is de bezetting laag, ik hoorde vertellen dat het weer los gaat vanaf 20 december en dan tot in mei is volgeboekt. We zullen zien. Wij krijgen de afgelopen dagen warme handdoekjes na de duik, die zeer welkom zijn. U kent ze van de Chinees, maar deze zijn lila.

Ook Buceo Anilao, mijn resort, ligt tegen de steile berg op, en je kunt er van bovenaf niet bijkomen. Ik schat een laag of negen, via trappetjes te bereiken, die nu vers in de verf worden gezet. Boven mijn kamer zit nog een kamer, met ook een balkonnetje, via een eigen trap te bereiken. De bebouwing is felgeel gepleisterd, de daken van palmblad met ruime overhang, vanaf zee zie je dus voornamelijk die daken. Leuker dan de grotere blokkendozen in moderne stijl. Van beneden tot boven is het midden gereserveerd voor andere zaken. Een eerste terrasje waarvandaan je heerlijk over zee kunt kijken, daarboven de bar, waar ik mij nog niet vertoond heb, maar die gretig wordt gebruikt voor tropische drankjes, Dan een steile tuin. Tjokvol tropische planten en struiken en ze bloeien allemaal. Geel geveerde, oranjerode, roze, witte en paarsblauwe bloemen strijden om ruimte. Het plantvak afgezet met omgekeerde lege flessen. Frangipane dus, en hibiscus. Daar zitten dan de vogels die de nectar uit de bloemen zuigen. Ik heb het even opgezocht maar als u vogels wilt spotten, kom hierheen. Van de honderden soorten die je hier kunt aantreffen is een derde uniek voor de eilanden. We doen het hier met de ringmussen, die door het restaurant vliegen, de palmgierzwaluwen die over de boomtoppen scheren, af een toe een vogel met lange staart of een felgeel exemplaar. De leukste die ik hier zie en waar ik de naam ook van vond is de kleine, met de groene kop en schouders en de kromme bek, voor die nectar in de hibiscus. Dat is de bruinkeel honingzuiger. En gisteren passeerde een kleine zeearend die hier vaker wordt gezien. Uiteraard zitten ook overal allerlei soorten duiven, maar herkend heb ik alleen de palmtortel.

Boven die steile tuin tussen de trappen ligt dan het dubbele zwembad met infinity pool en overloop. Daar boven weer begroeiing, aan de randen de hogere bomen en struiken, overal in de vakken langs de tappen ook de paarsblauwe plumbago (denk ik). Het wordt allemaal keurig bijgehouden, de afgevallen bladeren en bloemen constant weggeveegd met de handige handbezems van palmnerf. 

Vlinders zijn er ook uiteraard, de koolwitjes en citroenvlinders, en motjes. Maar ook een fraaie grote vlinder met bruine vleugels een een dikke witte streep op zijn voorvleugels. Die moet u zelf even zoeken online,en mij de naam sturen, wikipedia bracht hier niet veel soelaas. Uiteraard rennen er gekko’s overal, alleen jammer genoeg niet in mijn kamer. Zodat ik van het vliegend gedierte de mug al van oor tot enkel souveniertjes heb. 

O ja, die titel. Op de laatste duik (geen nachtduik vandaag) vonden we aan het eind nog allerlei interessants terwijl wel op 3 meter zaten. Tijd om op te stijgen na 65 minuten. Maar welke kant op? De gids keek zoekend rond en besloot maar een kant op te zwemmen dan, in de hoop een ankertouw of schaduw te herkennen in het troebele water. Ik gezellig met hem mee, de twee belgen volgend op afstand. Toch eens even zien hoeveel lucht ik nog heb, de 50 was al weer enige tijd geleden. Max 15, schat ik. Een wijsvinger opgestoken naar de gids, die daarop besloot dan maar de kop boven de golven uit te steken. Maar goed ook, we zwommen van de boot af. Die kwam ons dus halen, en met tien bar stapte ik aan boord. Toen ik tegen Joemar vanaf de trap omhoogkomend riep ‘10 Bar left!’ was zijn vrolijke antwoord: ‘better than nothing’. En zo is het maar net.

Less nudies, 17 december 2025

Vandaag de grote oversteek, naar de kust van een ander eiland. Helaas was de stroom te sterk voor de geplande wall dive, wat jammer zou hebben moeten zijn. Sand and rubble dus weer. We duiken van deze boot met twee groepjes. De Canadezen met een jonge dive master, ikzelf met de groep verenigde Nederlanden, samen met de twee Belgen. Als we dan na soms meer dan een uur, ze zijn hier genereus, bovenkomen, hebben we vaak weer heel andere beesten gezien. Andere slakken, ander pijpvissen, wel of niet een schildpad Bij elkaar is de oogst weer geweldig. Wel trekt de wind aan tijdens de duiken, er staat schat ik een forse drie tot vier, met witte kopjes op de golven. De terugvaart is iets ruiger en door de wind koelen we behoorlijk af. Ook de vrolijk gestreepte handdoek kan ons niet beschermen. Als we na die ochtend weer op het strand landen, is het aan de wal warm en zonnig en komen we weer bij.

Hoeveel van die handdoeken er per dag door gaan: ik schat per gast zo’n twee soms drie per duik, drie duiken per dag. Het is nu rustig, de helft van het totaal aantal mogelijke gasten. Dat zijn ruim honderd handdoeken per dag, en bij volle bak het dubbel. Ze worden constant ingezameld, gewassen en keurig opgevouwen voor gebruik. Ze liggen vers op onze duikboten, samen met water en heet water voor thee of oploskoffie, en een verse doos oreokoekjes. Dat naast alle sets voor de duikers en twee flessen per duiker, het wordt allemaal op de schouders over het keienstrand aan boord gesjouwd, oer de smalle looplanken. Dus echt een plank breed. We duiken in traditionele prauwen met dubbele riggers. Wel gelukkig voorzien van een dieselmotor onder het dek. Je ziet ook overal eenpersoons versies liggen en varen, vaak in vrolijke kleuren. Daaruit wordt gevist met een lijntje.

Het leven voor de gasten mag een feest zijn, en alle personeel is altijd vrolijk en behulpzaam, het moet hard werken zijn, met lange dagen. Een dive master heeft wellicht de best betaalde baan, maar je zult maar drie, vier keer per dag te water moeten met die gekken. Ze liggen minuten lang te urmen voor het beste shot soms, en jij hangt dan op te letten of ondertussen naar nieuwe vondsten te zoeken, je moet alles in de gaten houden en je hebt het ook allemaal al tig keer gezien. Wij merken daar niets van. Als een bepaalde groep gasten vertrekt, hebben de dive masters kans op wat vrije dagen om hun stikstofniveau weer omlaag te krijgen en de vermoeidheid te bestrijden. 

Na de lunch een kort ritje naar een volgende duik, met voornamelijk zand. ‘Less nudi’, waarschuwde Joemar, de jongse van de twee DM’s. Het was weer een wereldduik. Op het witte zand hier en daar een blokje, een solitaire zacht koraal, veel zeepennen en veel blauw water, wat mistig vanwege de wind van die ochtend, dat het zand opwarrelt.

Maar ze waren toch overal, die slakken, samen met die verschillende garnalen en krabbetjes, de geweldige mimic octopus, de sneaky schildpad die ik toevallig achter ons voorbij zag gaan en achtervolgde voor een filmpje. Er was een prachtig stel ornate ghost pipefishes, verwant aan het zeepaardje. Ze zien er zo waanzinnig uit dat ze op de voorkant van mijn vissengids staan. Ik zag een soort, de Canadezen van de andere groep vonden een andere, gladdere soort.

De winnaar deze middag? Lastig kiezen, maar waarschijnlijk het zeepaardje. Niet de ieniemini’s die we zo graag vinden, gewoon een fors exemplaar dat zich met zijn paarsrode staart aan een zacht koraal had vastgehaakt, Op het zachte koraal er direct naast huisden weer twee bijzondere garnalen. Dat was nog druk fotograferen dus.

En terug op vijf meter een groot blok vol veersterren, zachte en andere koralen, diverse soorten clownvissen op hun bubbel anemonen (ook verschillende soorten), veel andere visjes en vissen. Je kijkt je ogen uit, als je het hele blok rond gaat om te zien of er ergens nog een garnaal of nudi zich verschuilt. Dat alles onder het zonlicht dat op zulk ondiep water sterk is, en een prachtige lichtblauwe achtergrond geeft voor de foto. De duik van 60 minuten was na 75 minuten echt afgelopen.

Het was een mooie duikdag, en ik besloot de nachtduik,hoe mooi ook, over te slaan. Om de administratie op orde te krijgen, een begin te maken met het schiften van de foto’s. Even bijkomen. Maar ondanks die voorzorg, was het om acht uur toch weer licht uit hier, en tien voor een dus weer licht aan. Om u dit blogje te schrijven. Met als foto dat zeepaardje. Geniet!

Pas drie, 17 december 2025

Twee heit de klok, de klok heit twee. Dat wil zeggen dat ik klaarwakker ben, na om half acht zo moe te zijn dat ik vreesde aan tafel in slaap te vallen. Kon nog net wat nodige handelingen verrichten om morgen een droog badpak te hebben. Al elf duiken gemaakt, terwijl er pas drie duikdagen achter de rug zijn. Ik ga dat tempo vermoedelijk niet vol houden de tweede week, maar dan heb ik ook al heel wat sites gezien.

De ochtendduik was prachtig, rond een stalen constructie met helder licht, veel witte vis en rare paddenstoelachtige koralen tussen de prachtige begroeiing op die rechte stalen balken. Een nog nooit gezien soort en in mijn boek staan ze niet. Men roept Lollipop coral, ik vind ze meer magic mushrooms. Wel wat lang op 25 meter blijven hangen, als enige ook nog op lucht, dus ik zat al aan de thee toen de rest nog boven moest komen. Dan denk je: prachtig, kan niet beter. Maar dat doen ze dan toch op de tweede duik.

Ik zie nieuwe soorten, van flink zichtbaar tot minder dan een halve centimeter, het beweegt, het heeft soms pootjes, maar dat krijg ik met deze cameraset nooit scherp in beeld.

De twee Argentijnen vieren hun laatste dag met niksen, onze Romnick is vervangen door Erwin.

ik zit nu met twee Canadezen, die net een paar jaar jonger zijn dan ik. Tel daar de Belgen bij die ik schat op rond de zestig, en we zijn hier de bejaardenboot. Maar de drie oudjes gingen wel als bijna de enigen er vanavond nog uit, een uur na terugkomst. Een vriendelijke Duitse jongeman vroeg na de derde duik: kom je net terug of ga je? Het antwoord was: allebei. Grootste zorg is dan de batterijen vollig te houden, wat lukte.

Het weer wordt zonniger, maar de wolkbreuk vanmiddag, toen we net weer aan land waren, was zelfs voor de lokalo’s fors. De trappetjes werden watervallen, de atapdaken gaven beschutting (maar dropen nog lang na), de staf begon paraplus uit de delen, zodat we nog van plek konden veranderen zonder te verdrinken. Gisteren zat ik rond dezelfde tijd even bij de pool, visboeken en logboek er bij, toen ik ook werd overvallen door een wolkbreuk. Zit je dan, met je handdoekje. De parasol verderop nog net bereikt, maar door de wind gaf dat maar half soelaas. De wolken komen van achter de steile heuvel vandaan, je ziet ze pas aankomen als het te laat is om te vluchten.

Hoort er allemaal bij.

De nachtduik bracht weer ongekende dingen, de dagduiken waren ook prachtig, het endorfine-gehalte moet inmiddels extreem hoge waardes hebben, na de duik zit ik bijna te dansen in de boot, de bemanning vindt me waarschijnlijk geschift. Maar ze zijn heel aardig, dus dat laten ze niet merken.

Alle apparatuur deed het zelfs vandaag, dus als dit blogje klaar is ga ik de beelden overzetten, zodat ik eventueel foto’s kan verwijderen als mijn telefoon vol raakt.

Dat zou zo maar kunnen gebeuren. Ik zoek een mooie voor jullie uit!

Vreemd volk, 16 december 2025

‘People are strange’, zingen The Doors, als ik dit stukje voor de afgelopen (voor mij dan) dag begin. En duikers zijn dat zeker.

Ga maar na: stoere kerels en minstens zo stoere vouwen pakken hun koffer vol met zware, dure spullen, vaak omvangrijke camera-apparatuur, met waterdicht huis, lampen, pak, trimvest, vinnen, en alle andere eeltjes die er bij horen. Dan ben je al veel geld kwijt. 

Dan boeken ze een reis naar de andere kant van de wereld, me alle ongemakken en vertragingen en wachttijden van dien, inclusief de maaltijden, die soms prima en een enkele keer niet te eten zijn. Dan per auto door onbekende oorden ergens uitstappen waar je vaak ook niet precies weet wat je kunt verwachten.

En dat alles om op zoek te gaan naar soms die heel grote haaien en manta’s, walvissen, schildpadden. Dat snappen niet-duikers ook nog wel , daar kun je in de kroeg nog mee aankomen. Maar leg als stoere Argentijn maar eens uit dt je al die moeite doen om ergens tussen de rommel een slakje of garnaaltje van een halve centimeter te zoeken, en te vinden.

En allemaal blij als we boven komen naar ene uur duiken, om een anderhalf uur daarna weer al je vaak nog natte spullen weer aan te trekken, de boot weer op te zoeken, dat heel circus een paar keer per dag te herhalen met ondertussen de eerste dagen een gigantisch slaapgebrek door het tijdverschiul.

Na de twee dagen reizen, de drie duiken, was ik zeer van plan nog mijn dagelijkse blogje te schrijven. Maar na het eten kon ik nauwelijks mijn ogen open houden en er moest nog iets gedaan worden om foto’s te kunnen blijven maken de volgende dag. Om tien uur ’s avonds was ik knock-out. Om een uur of drie klaar wakker en het lukt mijn nog tot een uur of half vijf te blijven liggen, daarna er uit om een beker thee te zetten en alles klaar te leggen voor de komende dag, geheel verkwikt. Laat de dag maar komen. En zo denkt iedereen er hier over, ruim voor zeven uur ben ik lang niet die eerste die zich aan het ontbijt waagt. Deze tweede ochtend kom ik er achter dat er ook yoghurt is, en om dat te vieren neem ik ook een kaasomelet van twee eieren, een glas mandarijnensap en een banaantje mee voor onderweg. Zo haal ik de lunch wel.

Dit wordt een vier duiken dag. Ik waag me er aan, want de nachtduik lonkt en daar ben ik dol op. 

Gewoon onder water om je heen kijken, met je lamp in hoeken en gaten schijnen. Je verkneukelen over die balestoides die liggen te slapen tussen de rotsen, in groepen, met de staartjes zichtbaar vanuit de spleten en gaten. Plezier om de flink grote en voor jou nieuwe slakkensoort Blij met de uitstekende en behulpzame divemaster die er op uit is het zijn gasten naar het zin te maken, wat hem prima lukt.

Inderdaad: people are strange. Maar wat we onderwater zien is vaak nog veel stranger.

Ik hou er van.

Sandy bottom, 15 december 2025

Ik hoor het u denken, oplettend lezertje: duiken, tropische oorden, witte stranden, kleurrijke koralen, riffen, haaien, grote blauwe, groene, roze vissen, de peilloze diepte. Klopt dat een beetje met uw beeld? Dan moet ik u nu dus teleurstellen. Op deze reis dan hè, vorig jaar klopte het helemaal.

De eerste duik van deze reis voor mij, de tweede van deze dag op het resort, zou volgens Divemaster Romnick naar ‘sandy bottom and rubble’ gaan. Iedereen blij: ikzelf uiteraard, want eindelijk te water, mijn Argentijnse mededuikers Carlos en Rodolfo (die zich waarschijnlijk niet realiseerden dat ik ze nu zie als operahelden) en het tweetalige Belgische echtpaar dat met ons de boot, maar niet de gids deelt (lekker kleine groepjes hier, max 4).

Met de gemotoriseerde trimaran, een traditioneel boottype dat je hier overal in alle maten en kleuren in gebruik ziet, een paar minuten varen; Alle spullen aan, niks vergeten, lucht goed, Clear! en daar rol ik achterover de boot af. Na het gebruikelijke gedoe bovenwater, zit alles goed, waar is mijn camera, aanhaken aan mijn nieuwe trimvest (waar zitten hier de ogen en haken?) een seintje van de gids: afdalen. Lucht uit je vest, niet vergeten te klaren, oor de tijd geven te wennen aan de druk en daar zitten we dan op zo’n vijftien, twintig meter. Om ons heen grauw zand (geen zon nog vandaag).

Wat doen we hier? Zoeken, goed kijken en zien waar dat wat we zoeken te vinden is. Overal dus. We zijn immers aan het muck diven, op critterjacht. En die critters zijn te vinden rond, onder en in alles wat zich op de sandy bottom bevindt. Blokjes koraal, rotsjes, boomstronken, rommel.

En ze zitten er ook. De gids weet precies waar hij zoeken moet en ik ben in mijn element. We komen hier net voor de kleurrijke onderwaterlandschappen maar om het minstens zo kleurrijke individu. Of individuutje. Soms zo klein dat de gids, (hierna Romnick te heten) even zijn pointer gebruikt om aan te wijzen waar het wezentje zich bevindt, want waar zoek ik naar door de lens van mijn camera. Welke kleur, hoe groot? Soms een paar centimeter, of nog iets groter. ‘Dat stel parende slakken is niet te missen met hun witte, paarse en rode vlekken. Slakken zijn hermafrodiet: alles van hun soort dat ze vinden, past altijd. Hoe ze elkaar vinden is ook al zo mooi: op geur!

Ik ruik uiteraard niets onder water, maar de oorspronkelijke bewoners weten elkaar feilloos te vinden. Het is een goed begin van een kleurrijke en succesrijke eerste dag. Ook al zijn de allerkleinste vondsten soms nog geen halve centimeter. Mijn loep komt goed van pas. 

Ik duik met mijn iphone als camera, een echte macrofunctie heb je dan zo snel niet voor handen. Eens uitzoeken of dat wel kan en hoe dan, je moet weer aan alles wennen

Maar na de derde duik, inclusief een nachtduik kijken we me plezier terug. Er is een octopus gevonden. Het was een aardig diertje wat graag de interactie met de pointer Romnick aan ging. Het is een beestje met twintig centimeter lagen tentakeltjes, max, hij zit in een holletje, alleen zijn oogjes zijn aanvankelijk te zien. Maar hij steekt graag een tentakel uit om iets vast te pakken. Hij is zeer giftig en heeft in zijn nekje blauwe ringen, die blauwer worden als hij zij zich bedreigd voelt. Wat hij vandaag dus niet voelt. Al zou je het hele uur lang niets anders vinden, dan was je al gelukkig.

Een jaar niet gedoken, allemaal nieuw spullen mee, en na een dag heb ik al het gevoel dt ik hier al veel langer ben.

De routine is snel opgepakt, morgen weet je al overal de weg, ken je de gewoontes van dit resort, is de bootsbemanning vertrouwd (ze weten feilloos je naam en die van hun staat vaak op hun shirtje) en ben ik dus letterlijk in mijn natuurlijke habitat.

Ik kijk uit naar een schier eindeloos lijkende serie duiken, waarin nog veel te ontdekken en te vinden zijn.

Het jachtseizoen is geopend!

Op slakkenjacht in Anilao, 14 december 2025

Ooit ontmoette ik een ervaren duiker tijdens een zeer geslaagde duikreis en vroeg hem waar mijn volgende bestemming zou kunnen zijn. Zijn antwoord: Anilao, slakkenparadijs.

Dus daar zit ik nu, iets over vijf uur op een zondagmorgen in december, op een balkonnetje dat zeezicht belooft. De hanen kraaien elkaar toe dat de dag er aan komt, de gekko laat zich horen, overal krekels. De lucht is zo helder dat een planeet hoog in het westen er een gat in brandt.

Naast mij een kop thee, voetjes op de railing, en benieuwd wat de dag gaat brengen.

Maar je moet er wel wat voor doen.

Vrijdag op tijd je bed uit, koffers definitief dicht, verwarming laag, quooker uit, niets vergeten? Mijn bovenste beste buurman bood aan mij naar de trein te brengen, en we zijn van de weeromstuit zo op tijd vertrokken dat we de eerdere trein de overgang zien passeren. Geeft ons tijd nog even het leven en de wereld door te nemen.

Al op het station een eerste ontmoeting, met iemand die ik ervan verdenk duiker te zijn, maar hij zit in de luchtvaart, en gaat naar huis in het VK.

Alle treinen zijn braaf, probleemloos glijd ik Schiphol binnen. Er staan nog geen lange rijen. 

Ik ga even langs bij een electro-jongen, na alle hindernissen te zijn gepasseerd. Een powerbank voor mijn nieuwe foto-outfit. Bankbiljetten in twee verschillende soorten. Eerste hik-up: wat was ook al weer de pin van mijn creditcard? Al had ik mijn reis er mee terug kunnen verdienen: geen idee. Dat krijg je met die vingerafdrukgeintjes, je gebruikt haast nooit meer je pin. Ik neem geen risico en besluit een nieuwe aan te vragen, die ligt binnen enkele dagen thuis in de bus. 

Ik koop toch nog even dat boek wat ik wilde laten liggen, omdat het uitstekende boek dat ik mee nam voor onderweg, dreigt uitgelezen te raken.

Ik eet wat, ik bekijk het theater dat een internationaal vliegveld altijd is, werk aan mijn conditie door naar de verkeerde gate te lopen, 180 graden de verkeerde kant op, en kom keurig op schema aan bij de goede.

Wat niet gezegd kan worden van mijn vliegtuig, dat een half uurtje te laat met boarden begint. Niets aan de hand, wind mee, we komen toch voor schema aan op Doha.

Mij was beloofd dat Doha een fantastisch vliegveld is, met zelfs een tropische tuin. En die is er, inclusief flinke bomen. Mooie architectuur, alle dure merken winkels, glitter en glas, met zelfs burgers van Gordon Ramsey, als je er trek in mocht hebben. Toiletten schoon, een gelegenheid om te douchen, een Mercure om te overnachten. Echt, je gaat haast denken: waarom is het op Schiphol niet zo.

Tot je afdaalt naar de gates, waar totale chaos heerst.

Er zijn zitplaatsen, maar die bieden geen zicht op de informatie, dus gaat iedereen rond de gates hangen tegen de tijd dat boarden werd beloofd, die ook hier ruim een half uur na planning wordt begonnen en dan bussen, en een trap op om je vliegtuig in te komen.

Van carrier gewisseld inmiddels, dus het comfortabele vliegtuig met het uitstekende eten is nu een oude airbus, zonder schermen, met een maaltijd die zonder competitie de slechtste is die ik ooit tegenkwam in een vliegtuig, met aardige mensen maar zeer rottige stoelen. En dan is acht uur lang. Het online entertainmentprogramma doet het uitstekend op de telefoon van de buurman, bij mij weigert het na een aantal minuten steevast dienst. Ik wend mij tot dat boek, maar iedereen wil slapen en dan is zo’n leeslamp hinderlijk. Uiteindelijk komt er een eind aan zo’n tocht en sta je op Manilla Airport. Waar dit keer mijn koffer ook aankomt, na de spanning te hebben opgebouwd en als een van de laatste over de streep te komen.

We er niet mee kwam: mijn zeer handige opvouwbare donsjackje. Nu niet nodig, maar die ga ik bij terugkomst zeker missen als ik sta te vernikkelen in mijn zomerse truitje en hoodie op Sloterdijk.

De chauffeur komt op de afgesproken tijd op de afgesproken plek, ik denk veel vroeger dan verwacht op de bestemming te zijn, maar die ligt dan toch nog bijna vier uur rijden langs tolwegen verder, in het donker.

Steeds als ik vermoed dat we er nu toch bijna zijn, duikt er geen duikparadijs maar een olieconcern op. Tot de bebouwing steeds schaarser wordt en we langs een steile kronkel de kust bereiken, en eindigen in een zo goed als doodlopend straatje ongeplaveid. Niet dat je denkt: mijn droomresort. We moeten wel verder, maar vanwege de nog actieve moesson ligt er een plas die ze madam niet aan willen doen. De jonge maar zeer vaardige chauffeur keert de auto op een rijksdaalder en rijdt achteruit tot hij niet verder kan. Zo kan hij weer wegrijden en ik houd droge voeten. Twee heren van het resort nemen elk een koffer op de schouder en lichten mij bij met een zaklantaren. Lange betonnen trappetjes, geitenpaadjes, over gras en langs kakkerlakken (maat luciferdoosje; we noemden aan boord taxi’s, als je erop ging staan vroegen ze waar je heen wilde). Ik krijg het vermoeden dat ik op het verkeerde adres heb geboekt, dan staan we ineens aan zee. En moeten we weer omhoog, waar het resort ligt zoals ik dat herken van de foto’s op hun site.

Het heeft zo gewaaid de laatste dagen dat de normale aanlooproute, per boot over zee, nu te ruw was. Ik kwam dus via de sluiproute.

Alle twijfels verdwijnen als ik aankomt bij de pool, lang de bar met duikers in gesprek, naar de receptie, waar gevraagd word of ik nog iets wil eten, het is inmiddels bijna negen uur.

Alles wordt snel in orde gemaakt, ik krijg kamer Wonderpus. Die ligt op ongeveer het hoogste niveau tegen de heuvel op, dus na deze weken heb ik waarschijnlijk de conditie van een os. 

Terwijl ik dit schrijf wordt de lucht van nachtblauw naar donkerblauw tot grijs met hier en daar wolken, ontwaar ik de contouren van het eiland tegenover ons, en hoor ik hier en daar tekenen van leven.

Ergens wordt al een houtvuurtje gestookt voor het ontbijt, een ficusboom is mijn buurman.

Vandaag eens zien of ik alle nieuwe aangeschafte zaken soepel werkend zal krijgen. Vanavond ook mijn eerste nachtduik

Kom vooral morgen terug om te lezen of dat gelukt is.