Het blogje hiervoor bedacht ik in de tram die mij naar de trein naar een andere stad zou brengen, voor die 2 minuten stilte, maar dan een beetje anders. Omdat ik vind dat vrijheid ook gastvrijheid betekent. Dat die vrijheid ook nu nog lang niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Dat we meer kunnen en moeten doen om een herhaling van gruwelen te beëindigen.
Maar op het station werd ik aangesproken door een man die zijn zieligste gezicht trok. Of hij me iets mocht vragen. Dat mag altijd. Hij wilde terug naar huis, maar had geen geld, of ik hem kon helpen? Ik dacht dat hij een financiele bijdrage vroeg voor dat kaartje, dat ik schatte op iets van 20 euro. Ik had alleen geen cash bij me voor die twee euro die vaak in dit soort gevallen genoeg is en zei hem dat ook. Geen probleem, dan kon ik toch gewoon dat kaartje voor hem uit de automaat halen waar ik voor stond? Het was maar een kaartje, “only one ticket”.
En dat heb ik dus niet gedaan. Waarom niet? Niet omdat ik het niet kon missen. Niet omdat hij er mogelijk drank voor zou kopen, anders altijd een goede smoes niets te geven. Hij wilde echt die ticket… Maar iets in zijn houding, zijn te zielige gezicht, zijn bagatellisering van het gevraagde maakte dat ik hem liet staan, bij die automaat.
De mooie inclusieve herdenking die avond ten spijt, de mooie muziek, de kunst die ik die dag ook zag, de goede gesprekken en vriendelijke mensen die ik tegenkwam: dit gesprek, deze vraag, mijn weigering: dat is wat me bij zal blijven.

