De afwas gedaan, de was hangt te drogen. In de hal staan mijn koffers, de tassen met spullen voor Maigaly, de Bawaab. De coolbox en slaapzak die ik nalaat aan een jonge fotograaf die nog een tijdje blijft. De huisbaas komt de laatste financiën regelen en de onmisbare “broer van” is er, ongevraagd, om mij naar het vliegveld te brengen. Hij praat me bij over de laatste ontwikkelingen in Cairo, de streek geleverd aan de activisten. Hij vertelt mij dat de tweede ronde van de verkiezingen rustig verloopt, op een enkel incident na. Hij vertelt mij ook dat veel van zijn vrienden hem bellen en vertellen dat ze willen vertrekken uit dit land, en dat hij dat ook moet doen. Hij maakt zich zorgen over de toekomst de komende jaren, als id van een minderheid. Maar opgeven doet hij het voorlopig nog niet. Hij blijft geloven in democratie, hij blijft vechten voor een land waar iedereen vrij kan leven volgens zijn eigen hart. Een land waar alle kinderen veilig kunnen opgroeien. De wens die hij deelt met velen op het plein en in het land. Hij zet mij af bij de vertrekhal en we nemen afscheid, het laatste van deze dagen. Hij komt naar Nederland, misschien, en ik kom zeker weer naar Cairo. Dan zien we elkaar weer, Insh Allah.