Ik kocht nog een laatste broodje shoarma en werd met mijn voornaam gegroet door een jongeman die daar naar buiten kwam, in de buurt van het plein. Dat gebeurt vaker, dat mijn naam hier geroepen wordt, of dat mensen mij een hand geven als ze mijn voornaam horen, zelfs diegenen die vreemde vrouwen eigenlijk geen hand geven. Een bijzondere ervaring de laatste weken hier in Cairo.
Vanmiddag twee uur gesproken met een jongeman met een helder verstand en een zelfstandige geest. Een gesprek dat mij bij zal blijven, en hem hopelijk ook. Hij was blij eens met iemand te kunnen praten over de wereldpolitiek, blij eens te kunnen praten met iemand die niet bang was na te denken en die een andere kijk op de dingen had. We spraken over van alles, hij deelde met mij zijn zorgen en vragen. Keek er nog iemand naar wat er hier gebeurde? Waarom deed men niets in Syrië? Hoe moest het nu, als de VS en Iran in oorlog raakten? Wat vond ik van Israel en de Palestijnen? Hij kende de situatie in Europa, had vrienden in Spanje, en wist dat onze manier van leven ook niet zaligmakend is, dat mensen daar ook armoede kennen. Zo als daar moest het hier niet worden, vond hij, maar iets harder werken om de economie op te bouwen, daar was hij erg voor. En zelf nadenken, dat was ook belangrijk. We lezen dezelfde schrijvers, we delen vaak dezelfde ideeën over zaken, we hebben begrip voor elkaars mening. Hij een moslim uit Egypte, ik een ongedoopte uit Nederland. De wereld is een dorp en hij is mijn buurman.