Wat doet een mens in de tijd dat hij niet werkt of slaapt, oplettend lezertje? Vroeger (toen er nog kolenkachels waren) was de keuze beperkt. Je luisterde naar de radio, als je bofte was er iets op tv, op een van de twee kanalen die er waren. Je las een boek, speelde een spelletje, of ging uit, soms. Dat is stukken beter geworden tegenwoordig. De wereld zit in een plat doosje, je kunt met diezelfde wereld contact maken, waar en wanneer je maar wilt. Dat wil zeggen dat ook als je zoals wij hier op de compound beperkt bent in je bewegingsruimte, je je niet hoeft te vervelen. Het internet en de satellietontvanger zorgen voor vertier.
Maar nadelen heeft het ook. Was je vroeger toch wel zo’n beetje gedwongen in zo’n omgeving (compound, schip, kazerne) elkaar op te zoeken, nu kan iedereen vinden wat hij zoekt in zijn eigen kamertje. Spelletjes doen, daar vind je niet veel mensen meer voor. Een avond met elkaar iets doen, dat valt niet mee. Maar we blijven het vrolijk proberen, dus hebben we hier bijna elke avond een film in de Defac. Iets groter beeld, vaak een slechtere film (want illegale kopie voor drie dollar), maar in ieder geval met meer dan een persoon kijken, en dus ook wat commentaar en aanspraak of na afloop je recensie. Goed, dat is nog steeds niet echt interactief, maar ik ben een grage filmkijker, mij hoort u niet klagen. De grote hoeveelheden DVD’s die hier rondslingeren, maken dat je die graag voor toekomstig gebruik op je harde schijf wilt hebben, je weet nooit waar je terecht komt hierna. Dat lukt maar matig, mijn Mac werkt actief tegen. Gelukkig onze eigen IT jongens hier op de compound, dus we vinden er wel een programmaatje bij.
Maar ik mag ook graag een spelletje doen, Scrabble of Rummikub. Dat is er al maanden niet meer van gekomen, degenen die die spelletjes ook leuk vinden wonen hier niet of kregen een andere baan. Er tijdens de lunch nog maar weer eens over begonnen dus vanmiddag kreeg ik via Outlook een uitnodiging voor een scrabblepotje morgenavond. Ja, en beetje digitaal moet het wel blijven natuurlijk. We spelen in het Engels, dus winnen is er als non-native speaker vrees ik niet bij. En doppinda’s hebben we ook niet, maar verder is het net als vroeger (toen er nog kolenkachels waren).