Het geluid van zijn naam is de titel van een boek van Cees Nooteboom, een van mijn favoriete schrijvers. Hij beschreef daarin zijn wetenswaardigheden in Islamitische staten, daar waar de naam van Allah van de minaretten af over de mensen neerdaalt. Zo’n land als Irak dus. Nu is Irak niet het eerste islamitische land dat ik bezocht en ik stoorde me nooit aan de zang vanaf de minaretten. Hier in de buurt zijn aan de zang verschillende malen per dag te horen minstens vijf moskeeën in de buurt. Een vrij kleine aan de overkant van de straat, dan een met groen witte verlichting op zijn koepel op grotere afstand en die andere kan ik niet zien. Minaretten hebben ze geen van allen en zelfs de grote moskee in de binnenstad, die ik op foto’s zag, heeft er maar één. Bescheiden voor een zo diep gelovige stad in het zuiden van Irak. Op kantoor wordt er uiteraard ook gebeden. In het begin had ik de neiging niet binnen te gaan in een kamer waar gebeden werd, maar het kantoor waar ik nu zit gaan de collega’s gewoon op de knieën terwijl de rest gewoon doorgaat waar hij mee bezig is. Vrouwen zoeken een aparte ruimte, dat is wat lastiger. De kleedjes liggen overal, slordig opgevouwen ergens op een tafel of bureau. En daar zag ik ook iets wat ik nooit eerder zag, een bruine schijf, soms kaal, soms met Arabische teksten, zo te zien van geperst materiaal. Ik had geen idee wat het was maar vragen maakt wijs. Dus nu weet ik het: dat schijfje is de turba. De bedoeling is tijdens de Salat, het gebed, je bewust te zijn van het feit dat je voortkomt uit de aarde (waar kennen we dit nog meer van?) vandaar het buigen met het hoofd op de grond. Maar zit je ergens binnen, of drie hoog, dan zijn die tegels toch niet je dat. Vandaar die turba, die is dan de symbolische aarde, geperst uit klei. En als je dat dan doet dan neem je daar niet iedere klei voor, die klei komt uit Kerbala, want daar ging Hussein heen (of Ali, ik haal ze vaker door elkaar). Denk niet dat het verder mystiek is of zo, ze gaan er redelijk laconiek mee om. Ben je te gast en heb je geen kleedje bij je, je neemt gewoon degene die er ligt, met turba en al. Waar drie mensen bidden in een kantoor zijn zelden drie kleedjes, twee is voldoende, men deelt ze gewoon. De eerste keer kijk je even op, maar alles went. Ik werk dus gewoon door als er weer een door te knieen gaat. Het houdt ze soepel.