Vroeg uit de veren, we gaan al om acht uur op de terugweg. De koffers niet alleen gepakt, maar ook de kamer in de juiste staat achterlaten. Beddengoed op de tafel, stoelen op het bed. Afval weg. Een stralende zonsopgang begeleidt me naar het laatste ontbijt hier. Nog wat omhelzingen, nog wat handen geschud. Dan stappen we in het busje dat ons naar Utrecht zal brengen. Daar nog een laatste verrassing: mijn tas mist alleen het Nederlandse geld, de schade is beperkt. De nieuwe sloten waren niet nodig, en de bankpasjes komen er aan. Op het station een afhaler met een bos zonnebloemen, een warm onthaal.
Thee in eigen tuin in het zonnetje. Dan valt de stilte in, de rust en daarmee de vermoeidheid. Dertien dagen achter elkaar twaalf uur per dag werken, veel adrenaline, veel ontmoetingen, het valt allemaal weg. Het gewone leven wacht.