Ik ben een grage autorijder, oplettend lezertje, ik legde al heel wat kilometers af. Een paar dagen achter elkaar honderden kilometers rijden, in een keer door naar Zuid-Bretagne of Praag: ik doe het met plezier.
In Europa reed ik, maar voornamelijk in de landen om ons heen. Buiten Europa heb ik alleen in Basrah op de basis gereden, een grote automaat die niet harder mocht dan dertig. Dus mijn buiten-Europese ervaringen mochten geen naam hebben. Zaterdag haalde ik een huurauto op van het vliegveld in Tunis en nu ben ik gepokt en gemazeld in het Tunesische verkeer. Ik had al bekeken dat men hier weliswaar wat makkelijker rijdt dan bij ons, maar dat het met de drukte redelijk meevalt: Cairo is het niet. De grote doorgaande routes zijn oppassen geblazen, in de wijken is het rustig.
Een hele ervaring ben ik nu rijker. Een onbekend land, een kaart met een te grote schaal om echt veel duidelijkheid te scheppen als je verdwaald bent en een vaag idee van waar we heen wilden. Dus schakelen van wegenkaart naar de plattegrondjes in de reisgids en veel vragen onderweg. Gelukkig heeft men hier wel geduld en is men bereid, als je brutaal genoeg bent, om je er tussen te laten. Wat niet weg neemt dat er af en toe situaties waren dat ik dacht: zou je niet eens je spiegel gebruiken of een richtingaanwijzer? Verwaarloosde onderdelen in de auto hier heb ik sterk de indruk. Strepen op de weg, als ze er zijn, zijn niet altijd duidelijk, en niet iedereen trekt zich er iets van aan. Half op twee rijstroken kan immers ook. Toch wordt er niet veel getoeterd, vind ik, en mijn toeter deed het ook maar spaarzaam, evenals mijn gordel.
Trekken deed de auto ook niet erg, harder dan 110 duurde wel even. Met de bergen in het noorden had ik aanvankelijk het idee dat we nog wel eens ergens stil konden komen te staan wegens gebrek aan trekkracht, maar uiteindelijk zijn we alle heuvels en bergen over gekomen. Wel opletten geblazen, buiten auto’s ook brommers en motoren, treckers, voetgangers en zelfs fietsers, en heel veel koeien. Die steken over, ook waar geen borden staan die waarschuwen voor overstekende koeien. Die borden staan nergens, die koeien overal. We hadden het idee dat ze lekker los lopen te grazen en dat ze ’s avonds weer verzameld worden. Herders en herderinnen met kuddes schapen en geiten zie je ook overal, de helling af, de weg op. Kinderen die proberen van alles te verkopen door voor je auto te springen. Een route was een prachtige nieuwe weg, maar verdacht rustig. Halverwege onze bestemming bleek waarom: een aardverschuiving had de hele weg geblokkeerd. Dus terug en naar de oude route. Die was niet voor niets oud, daar waren hele stukken weg het dal in geschoven, zodat slechts een rijstrook overbleef voor het verkeer. Gelukkig reed ik aan de bergkant. De wegen zijn soms redelijk, als het tolwegen zijn goed, en verder is het oppassen geblazen voor onverwachte gaten in het asfalt, verkeersdrempels of stukken die onder handen worden genomen.
Maar al met al: ik vind het heerlijk. Lekker slingeren door de bergen met een steeds wisselend landschap. ’s Avond na zonsondergang in Tunis aankomen was weer een andere ervaring. Grote drukte, geen idee waar je bent dus goed de borden gokken en opletten bij de rotondes. Het is allemaal wonderwel goed gegaan, de auto had niet meer krassen dan toen ik hem ophaalde. Wat ook fijn is: bij de pomp is er nog bediening en je kunt ter plekke afgerekenen. Minder dan anderhalve dinar per liter loodvrij, zo’n vijfenzeventig cent.