Dive into Raja Ampat, Dag 3, 19 november 2024

Dat een mens door zoveel emoties in een dag kan gaan. Alleen daarom al is het goed af en toe op reis te gaan, iets verder dan naar de volgende stad.

Ik wist al dat dit een lange trip zou worden met lange lay-overs en dat dat de nodige ongemakken zou brengen. Maar ook de nodige ontmoetingen. Hier en daar een tegenvaller maar ook meevallers.

Dag 3 heeft het allemaal.

Na een avondje rondhangen voor de gate, nog wat uurtjes bij de gate, die langzaam volloopt. De reizigers worden specifieker, Sorong is geen wereldplaats, maar je kunt er nog wel doorreizen, vliegen of varen naar verdere bestemmingen.

Mijn buurman bijvoorbeeld, op het stoeltje bij de gate, is op weg naar nog een verder eiland, een vliegtuig verderop. Een jonge Fransman die al jarenlang van duiken zijn heeft gemaakt, en zeker de laatste tien jaar in Indonesische wateren.

Het leuke aan duikers is: binnen een minuut hebben ze een gezamenlijk onderwerp waar ze niet over uitgepraat raken. Hij heeft een fraai filmpje op zijn telefoon van een grote groep migrerende hamerhaaien. Dat was vorige maand, daar ben ik te laat voor. Hij kwam dit keer vanuit Bangkok, om daar iets meet visa met regelen, en zal tot juni 2025 aan een stuk door werken. Dan moet het schip in dok.

Als ik dit laatste vliegtuig instap heb ik het gevoel de reis al bijna goed te hebben volbracht, hoewel we nog de hele nacht onderweg zullen zijn en het moeten doen met water en brood. Nu ja, dat was dan wel een crème-broodje. De fransman helpt mijn best zware handbagage de vliegtuigtrap af te dragen en we lopen de hal binnen. Hij slaat linksaf, hij heeft alleen zijn rugzakje. En ik rechtsaf waar ik de bagegeband vindt. Maar niet mijn koffer. MET AL MIJN DUIKSPYLLEN. MET AL MIJN DUIKSPULLEN. En mijn kleding, en mijn logboek en, en, en…. PANIEK! Daar sta je dan met je goeie gedrag zou mijn goede vader zeggen. De jongedames en jongeman in het vrij kleine luchthavengebouw zijn vriendelijk en welwillend, maar ik ben er nog niet van overtuigd dat er gaat gebeuren wat zou moeten gebeuren.

Hoewel de vriendelijk grondstewardess mij in Amsterdam verzekerde dat mijn bagage doorgeboekt was, was dat kennelijk alleen tot Jakarta. Na wat ge-heen-en-weer, waarin ik zo goed mogelijk iedereen ervan te overtuigen dat mijn koffer echt naar Sorong moet met de volgende vlucht de komende nacht ga ik naar de uitgang en vindt de mevrouw met het bordje Linda Smith. Dat ben ik. Er wachten al wat mensen met dezelfde bestemming en we vertrekken met twee auto’s naar de ferry. De mevrouw van het bordje is vol vertrouwen dat mijn koffer de volgende vlucht zal halen en dat er dan voor gezorgd wordt dat diezelfde koffer met de volgende boot mee zal komen. Ik vertrouw er iets minder op. Bellen naar Nederland, heeft geen enkele zin, daar slaapt iedereen. Telefoons hebben de gewoonte op zo’n moment bijna leeg te zijn, ik kan nog net een mailtje sturen naar het boekingskantoor. 

Op de ferry hebben we vipplaatsen, met gerieflijke stoelen en airco die altijd te laag staat. De tocht duurt twee uur, je maakt een praatje of als je boft knap je een uiltje. Vandaag is niet mijn bof, geen uil te zien al een hele tijd.

Aan de haven van Weiwo staan drie auto’s, één voor de bagage. Een ritje over de steile heuvels, die het de auto’s duidelijk moeilijk maken. De begroeiing is weelderg. De auto’s en scooters rijden links. Dat was ik vergeten, gek genoeg.

Het resort is klein, aan het strand, tussen de hoge bomen, keurig onderhouden; ik heb het eerste huisje links aan het strand, achter de boten. We worden ontvangen met een drankje en vochtige handdoekjes, krijgen uitleg over de routine. Zien het hele keurig aan geharkte duikcentrumpje. Duikmanager Sonly legt ons uit wat we zelf moeten doen en waar hij met zijn staf voor zorgt. De zaken zijn oneerlijke verdeeld, wij hoeven alleen te zorgen dat we op tijd opdagen en onze camera’s in een mandje deponeren. Later zoek ik in zijn duikcentrum een outfit bij elkaar. Hij vindt het gek dat ik niets in roze hoef.

Gedoken wordt er vandaag door ons niet, iedereen heeft behoefte aan bijkomen. Waarbij de heren onzichtbaar zijn, het gelukkige jonge stel zich ook niet laat zien, en de jonge Italiaanse en ikzelf de ligbedjes en het water inspecteren.

De zon schijnt, de jettie is lang, te lang om met blote voeten over te lopen in middag. En mijn sandaaltje liggen…. 

Ik heb gelukkig mijn masker in mijn handbagage, een badpak, een schone onderbroek, de benodigde pilletjes, crèmepjes en wat dies meer zij. Maar de snorkel ligt…

Eind van de middag duikt de rest van het gezelschap op. Een tropische bui, die al enige tijd dreigt, maakt zijn dreiging waar. Daarna rukt het heerlijk naar bloesem over het water, gaan we zien of we de huis-doegong, de zeekoe, zien die hier met hoog water graast. Maar niet vandaag.

Met mijn inmiddels geladen telefoon maak ik foto’s. Mijn onderwatercamera zat in de handbagage met zijn lamp. De tray met armen zit…

Mijn nieuwe duiklamp zat in de handbagage, maar bij het inzetten van de batterij besluit die in mijn hand tot kortsluiting over te gaan. Nu heb ik dus wel een blaar van vier centimeter, maar geen duiklamp. Vorig jaar wilde zijn nieuwe voorganger het al helemaal niet doen, en werd alles vervangen bij terugkomst. Twee keer die hele zooi meegesleept, zonder resultaat.

En als u nu denkt: wat erg allemaal, wat een ellende.

Tussen die fantastische buien schijnt de zon, het water is (te) warm. De mensen zijn vriendelijk, het eten is heerlijk. Ik zie de zon fantastisch ondergaan. Er zitten hier allerlei vogels, die zich alleen nog laten horen. Er staan nog steeds drie duiken per dag op het programma. 

Ik doe het ervoor.

3 gedachten over “Dive into Raja Ampat, Dag 3, 19 november 2024

Plaats een reactie