Het zal mijn tijd wel duren. Daar zijn we het over eens. Mijn schaapjes staan hoog en droog. Mijn huis is ruim en veilig. De koelkast en de pantry zijn gevuld. Over mijn kinderen en kleinkinderen hoef ik mij geen zorgen te maken, die zijn er niet. Mijn positie in de maatschappij maakt dat er werkelijk geen enkele geheime dienst in mij geïnteresseerd hoeft te zijn.
Als ik morgen dood neer val, kan er over mij gezegd worden dat ik een geweldig leven heb gehad, en dat er veel is waar ik blij mee was.
Als ik eventueel niet meer zo veel kan in de toekomst als wat ik nu doe, hoef ik mezelf niet te verwijten dat ik kansen heb gemist of mogelijkheden niet heb gebruikt.
Ik kijk terug op de halve wereld. Met plezier.
En als het weer een beetje meezit, word ik over een paar maanden zeventig en vier ik dat met vrienden en familie.
Toch maak ik mij zorgen en druk over de tijd waarin we nu leven en de vooruitzichten voor de komende vijf jaar, voor de komende vijftig jaar. Want het gaat niet om mij of over mijn toekomst. Het gaat om al die mensen die jonger zijn dan ik, nog niet een heel leven hebben of hadden om blij op terug te zien.
Dus zijn er dingen die ik doe of meer doe, doe ik vroeger niet of veel minder deed. Afval scheiden bijvoorbeeld, af en toe op een plein staan om solidariteit te tonen, meer met de trein gaan in plaats van de auto. Groente en fruit van boeren die rekening houden met de natuur, vlees en zuivel alleen van dieren die behoorlijk kunnen leven.
Er zijn dingen die ik minder doe: minder hoog stoken, korter douchen, hooguit eens per jaar vliegen (en alleen buiten Europa), minder kopen, veel minder vlees eten, dat wat algemeen al gedaan wordt.
En er zijn dingen die ik niet meer vind kunnen. Big tech is een probleem geworden met de huidige oligarchen en wereldleiders. Ik leef op mijn laptop, ik was nooit de laatste die op een platform landde. Ik heb hyves, twitter, facebook, (inclusief de reels) uitvoerig ingezet, had wel drie instagram accounts, en whatsapp moet op stil om niet gestoord te worden van de tingeletjes.
Moest op stil. Want vandaag, 1 maart 2025, gaat de app er af. Instagram is al weg, FB is op weg naar de uitgang.
Al een paar weken vraag ik mensen over te stappen naar alternatieven, bij voorkeur veiliger. Een enkeling doet dat, soms moeten dingen even landen, dat is heel begrijpelijk. Soms is het te lastig, te moeilijk, te veel werk, gaat er voor mensen te veel verloren als ze met dingen stoppen. Allemaal begrijpelijk.
Maar ik verbaas me wel enigszins over mensen die geringschattend de schouders op blijven halen en denken dat het hun niet betreft, dat we ons zorgen maken over niets, dat het zo’n vaart niet zal lopen. Ik wens ze van harte gelijk te krijgen. En mijn klus valt op dek als ik mensen met nageslacht hoor zeggen dat na hun de zondvloed komt.
Tegen de tijd dat het met mij echt zo slecht gaat dat het hopeloos wordt, ben ik of doodziek, of het gaat met dit hele land erg slecht. De kans op dat laatste groeit sneller dan goed is voor dit land. Waar nu ministers (toch gauw een anderhalve ton per jaar) en kamerleden (iets minder, maar nog genoeg) achteloos napraten wat ze een dictator in wording of een al zittende dictator hebben horen zeggen.
We kunnen er nog iets aan doen, we zijn hier nog vrij om onze mening te geven, we kunnen nog initiatieven steunen, fysiek of financieel, die mensen helpen voor wie dat niet meer mogelijk is. Of steun te geven aan mensen die er hard voor vechten dat te behouden of terug te krignen.
Doet dat dan ook, voor het niet meer kan.
Alles helpt, ook al gaat het niet om mij en niet om jou.